van verschillende monografieën over huishoudens en gezinnen. De jongste jaren spitst zijn onderzoek zich toe op de sociale context van sterfte en ongelijkheid in gezondheid. In 2003 was hij met Lieven De Cauter medestichter van het BRussells Tribunal naar aanleiding van de Amerikaanse inval in Irak.
HANS GROENEWEGEN (1956) publiceerde recentelijk de dichtbundel en gingen uit sterven (Wereldbibliotheek), de bloemlezing Vrede is eten met muziek. Sporen van oorlog in de Nederlandse (en Vlaamse) poëzie (Van Gennep) en de essaybundel Overvloed. Kritieken en kronieken over poëzie (Vantilt). In 1991 verscheen Hete herfst aan het begin van een ijstijd, teksten bij het einde van de DDR (Narratio). Vanaf augustus 2006 experimenteert hij op www.hansgroenewegen.nl met een dagboek in citaten. Daar ook poëzie, essays en andere teksten.
LUCAS HÜSGEN (1960) is schrijver, dichter, vertaler. Meest recente publicaties: Nee, maar het gebeurt (2003, essays, Vantilt), Deze rouwmoedige schoonheid (2005, gedichten, Querido), plus het centrale essay in de kunstenaarsmonografie Toon Teeken - More is more (2006, SUN). Volgend jaar verschijnt bij Vantilt de essaybundel Wat een romantische droom. Lucas Hüsgen is vaste medewerker van literair tijdschrift Parmentier.
ELFRIEDE JELINEK (1946) woont en werkt in Wenen. Zij is de Nobelprijswinnares Literatuur 2004 en schrijft zowel proza als theaterteksten. Ze werd beroemd en berucht met de boeken De pianiste (1983, verfilmd door Michael Haneke) en Lust (1989). Recente titels o.a. De kinderen van de doden (1995), Geeft niet. Een kleine trilogie van de dood (1999) en Hebzucht (2000). De hier vertaalde tekst schreef Jelinek voor het Robert Musil-project Der Mann ohne Eigenschaften. Remix, dat in 2004 door de Bayerischer Rundfunk werd geproduceerd. Karl Bruckmaier regisseerde de tekst als hoorspelmonoloog. De originele versie is te vinden op de webpagina van de auteur: www.elfriedejelinek.com.
LIESBETH LAGEMAAT (1962) studeerde Nederlands en Taal-en Literatuurwetenschap. Lagemaat heeft gewerkt als journalist, actrice, reclametekstschrijver, accountmanager en docent Nederlands. Ze publiceerde in Maatstaf, De Tweede Ronde, Awater en Armada. Werk van haar werd opgenomen in Gedichten 2001 van Davidsfonds Literair en in DBNL. In maart 2005 debuteerde Liesbeth Lagemaat bij Wereldbibliotheek met haar dichtbundel Een grimwoud in mijn keel. Op 22 juni 2005 werd haar de C. Buddingh'-prijs toegekend voor het beste poëziedebuut. Inmiddels zijn er gedichten van haar opgenomen in diverse bloemlezingen (o.m. De 100 beste gedichten van 2005). Liesbeth Lagemaat woont, met geliefde en vier gezamenlijke zoons, in Wijk bij Duurstede.
ASTRID LAMPE (1955) is dichter. Zij debuteerde bij Querido met Rib (1997) Haar dichtbundels De sok weer aan (2000) en De memen van Lara (2002) werden beide genomineerd voor de VSB-poëzieprijs. Voor haar laatste bundel, Spuit je ralkleur (2005), ontving ze de Ida Gerhardt poëzieprijs. Het eerste resultaat van de samenwerking vanAstrid Lampe en Roland Sohier staat in De Gids van maart 2006. Afgelopen zomer waren ze te gast in de Willem III-kazerne in Vlissingen. Daar is nr. 119 van de Slibreeks ontstaan, die rond de jaarwisseling uit zal komen. In het kader van deze publicatie is er vanaf half december 2006 in het gastatelier van de Willem III een expositie.
JOSIEN LAURIER (1967) schreef drie romans en tientallen teksten voor evenzovele tijdschriften, bundels en gelegenheden. Haar laatste boek was De verhalenbundel, Querido 2005. Zij werd genomineerd voor de Dif / BNG Prijs 2005. Haar pamflet Onze stralende toekomst zal in december bij Querido verschijnen. Josien Laurier is vaste medewerker van Parmentier. Zie ook www.josienlaurier.com.
PETER VAN LIER (1960) debuteerde met het filosofisch essay Van absurdisme tot