Aan de Wielandstraße 15 ligt een Stolperstein (letterlijk: struikelsteen), een messing plaquette van ruim 10 × 10 centimeter, ingebed in stoeptegels voor adressen waar ooit, tot hun deportatie, joden en andere vijanden van het naziregime woonden. Een sympathiek initiatief van de kunstenaar Gunter Demnig die in 1994 startte met dit herinneringsproject. In Berlijn liggen inmiddels ruim zesduizend verkoperde herinneringen, waarvan in Charlottenburg welgeteld 2717. De steen in de Wielandstraße is er in 2012 neergelegd ter herinnering aan de zangeres Paula Lindberg-Salomon. Iedere keer als ik er langs loop moet ik denken aan de keer, in 2000, dat ik haar sprak in haar huis naast het Van Gogh Museum in Amsterdam, waar ze in hetzelfde jaar op 102-jarige leeftijd zou sterven en een woning vol kunst achterliet.
Paula Lindberg heeft ten dele dezelfde route doorlopen als Eleonore Hertzberger: Berlijn-Charlottenburg - Amsterdam - Berlijn. In de jaren dertig begon ze met haar man in de Fasanenstraße tegenover de synagoge, later in een groot huurhuis aan de Leibnizstraße, een zijstraat van de Kudamm, twee straten waar ook Eleonore Hertzberger heeft gewoond.
Hun vriend Wilhelm Furtwängler, componist en dirigent, raadde haar aan zangles te nemen aan de Staatliche Akademische Hochschule für Musik. Sinds 1902 was de school in een neoclassicistisch gebouw in, zoals dat toen heette, het Nieuwe Westen van Berlijn gevestigd (hoek Hardenbergerstraße en Fasanenstraße).
Op 17 november 1926 trad ze voor het eerst op in de Matthäuspassion in de Philharmonie. Om zich te beschermen tegen antisemitische aanvallen hadden vrienden haar aangeraden haar naam Levi te verruilen voor die van Lindberg. In 1930 trouwde ze met de vijftien jaar oudere Albert Salomon, chirurg en professor aan de Berlijnse universiteitskliniek en vriend van Albert Schweitzer. Hun woning in de Wielandstraße werd een trefpunt van het Berlijnse culturele leven.
Stolperstein voor Paula Lindberg-Salomon in de Wielandstraße 15.
Met de keuze voor Salomon werd ze stiefmoeder van zijn dochter Charlotte. In januari 1939, na de Reichskristallnacht, werd Charlotte naar Villefranche, aan de Middellandse Zeekust gestuurd waar haar grootouders al woonden. Haar ouders zou ze nooit meer zien. Maar voor Charlotte op transport naar Auschwitz werd gezet schreef ze nog haar autobiografische beeldcyclus Leben - oder Theater? Ze wilde, schreef ze haar ouders, haar hele leven opschrijven, schilderen, ‘om zich van een last te bevrijden’. Binnen twee jaar ontstond zo een uniek kunstwerk.
In 1939 vluchtten Paula en Albert Salomon naar Amsterdam waar ze in de zomer van 1943 werden gearresteerd en naar Westerbork gedeporteerd. Ze ontkwamen aan transport en wisten in Zuid-Holland onder te duiken waar ze in het voorjaar van 1945