De Parelduiker. Jaargang 19
(2014)– [tijdschrift] Parelduiker, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 8]
| |
Tip Marugg
| |
[pagina 9]
| |
Tip Marugg. Foto uit De Stoep, jrg. 3, nrs. 4-5 (1950).
En indien het gezegde als zou de goede kunstenaar tot geen enkele ‘school’ behoren, op waarheid berust, dan zouden wij kunnen zeggen dat deze schilders, die de Rotterdamse en Haagse school heten te vertegenwoordigen, wel het bewijs hiervoor zijn. Hiermee willen wij natuurlijk geenszins beweren dat de geëxposeerde werken slechte schilderijen zouden zijn. Wij kunnen ons best voorstellen dat de een of andere zakenman graag zo'n keurig landschap op zijn kantoor heeft hangen. Bij Dinkelaar is het vooral de rust die uit zijn landschappen spreekt. Misschien zelfs een te zoetsappige rust naar ons gevoel. Ooms treft door zijn scherpere kleuren. Ook valt het op, dat deze schilder zijn werk tot in de kleinste bijzonderheden uitwerkt en dat niets aan zijn waakzaam oog ontsnapt. In bijvoorbeeld ‘Boerderij aan de plas’ gaat hij zelfs zó ver dat zijn kleuren iets te fel worden, waardoor het contrast te groot wordt en de harmonie misschien verbroken. Van Buskop heeft ons vooral ‘Het Straatje’ verrast. Misschien omdat er iets uit zijn huisjes en mensen tot ons spreekt, wat wij bij de anderen missen? Tot slot willen wij opmerken dat wij zeer goed begrijpen dat het geen gemakkelijke taak is voor de organisator om een zaal met landschappen te vullen, zonder dat daarbij ook de eentonigheid mee naar binnen sluipt. | |
[pagina 10]
| |
Tentoonstelling van religieuze kunst
| |
[pagina 11]
| |
maüsgangers’ toont prachtige lijnen. Een ietwat gehavende, doch daarom niet minder mooie tegeltableau stelt de Heilige Ambrosius voor. Opmerkelijk zijn de glazen oogjes in het beeldje van Hieronymus (Spaans, achttiende eeuw). Een volkomen verrassing is het Rembrandts ‘Gethsemane’, toebehorend aan de heer [C.] Deirkauf, in de zaal te zien hangen.Ga naar eindnoot4 | |
Instructief volksconcert in het Theater Brion
| |
[pagina 12]
| |
Marugg knipte zijn journalistieke bijdragen uit de krant, plakte ze op papier en bewaarde ze zo in een map; voorbeeld van bijdrage aan La Prensa, 17 juni 1949 (archief Marugg).
| |
[pagina 13]
| |
Boskaljon, een danza van J. Blassini en een mazurka van J.M. Palm voor orkest heeft gebruikt. Uit deze compositie was vooral het lokale karakter dat sprak tot de aanwezigen. Duidelijk herkenbaar was ook de Spaanse invloed die ontegenzeggelijk een stempel heeft gedrukt op de Curaçaose Muziek. Opvallend is hierbij de ontwikkeling van de Curaçaose muziek na te gaan, waar ondanks duidelijk herkenbare invloeden, ook een eigen karakter aanwezig is. Wij kunnen niet nalaten hierbij even op te merken wat voor vruchtbare arbeid er op Curaçao nog zou kunnen worden verricht door enkele muziekliefhebbers en -kenners, die door verzameling van het bestaande en door aansporing en onderricht van de jongeren, de Curaçaose muziek voor verloren gaan zouden kunnen besparen. Het feit dat er tot nog toe uit het jongere geslacht geen componisten van echte Curaçaose muziek naar voren zijn getreden doet het ergste vrezen. Dit echter terloops.Ga naar eindnoot6 Met de Kroningsmars van R. Eilenberg besloot het Curaçaos Philharmonisch Orkest het programma en wij mogen zeggen dat de heer Boskaljon door de goede opkomst van het publiek mag terugzien op een geslaagd volksconcert, dat naar wij hopen spoedig zal worden gevolgd door andere soortgelijke concerten. | |
Een kunstenares spreekt over danskunst
| |
[pagina 14]
| |
Van enkele journalistieke bijdragen van Marugg is een typoscript bewaard gebleven, zoals van het krantenartikel in La Prensa, 8 juli 1949 (archief Marugg).
Mevrouw Debrot besloot haar leerrijke voordracht met de verschillende balletscholen en de grote dansers die deze hebben voortgebracht stuk voor stuk onder de loep te nemen. Op dinsdag 14 juli a.s. houdt zij haar tweede lezing over ‘Dancing as an Art’, welke door de vertoning van enkele balletopnamen op de film zal worden opgeluisterd. | |
[pagina 15]
| |
KerstmisGa naar eindnoot9De vredesboodschap die dit woord insluit heeft door de eeuwen heen het hart van de mensen ontroerd. Jaar in jaar uit hebben zij op deze avond, op dit Christelijk vredesfeest bij uitnemendheid, zich gericht tot het Kind dat vlees was geworden en de beloften had vervuld. ‘Geef ons Uw Vrede,’ hebben zij gesmeekt, edoch: O, verwilderde wereld met Uw vrede wonden!, nog vóór de zoete klank van dit eenvoudig gebed over de wereld kon galmen om aan te groeien tot een goddelijk gebed, dat in al zijn glorie door de hemelse galerijen zou weerklinken, hebben mensenhanden het opengescheurd en verminkt en doen wegsterven. Nog vóór het kon opstijgen uit de schaduw die over onze aarde ligt naar het licht van de hemelen werd het gesmoord. Het is Kerstmis 1949, maar een wereld in verdeeldheid kan geen goed Kerstfeest vieren. Wie kan opgaan in een vredesfeest als zijn ziel in doodsangst verkeert? Ongeloof en vertwijfeling vergiftigen de harten van duizenden en duizenden die zich nog voortslepen over de ruïnes van Wereldoorlog ii. Maar reeds spreken anderen over Wereldoorlog iii. Nóg zijn de bloedwolken van de oorlog niet geheel weggetrokken en reeds heeft de nieuwe oorlog een naam. Nóg zijn er huisgezinnen die hun doden betreuren en reeds prediken geestdriftige apostelen een nieuwe opstand. Nóg weerkaatsen zich de sombere kleuren van pijn en leed in zovele ogen en reeds weerklinkt de uitroep: te wapen! Wanneer wij de blik richten naar de wereld dan zien wij dat de mensen angstig van elkaar weglopen: in China bestrijden broeders elkaar; een schier onafwendbaar noodlot werpt zijn schaduwen uit over Zuid-Oost Azië; in Oost Europa vergooien hele volksmassa's zich aan dwazen en verliezen het schoonste dat zij bezaten; op het Zuid-Amerikaanse continent hongeren jonge volken naar rechtvaardigheid, maar verwarren machtspolitiek en mooiklinkende woorden voor ware volksregering. Ook in ons Koninkrijk [der Nederlanden] heerst verdeeldheid en verwarring. Volken onder één kroon begrepen elkaar niet meer. Veel bitterheid kon worden bespaard, indien men de muur die onoverkomelijk leek eerder had afgebroken. Ook in de Nederlandse Antillen zien wij verdeeldheid. Verdeeldheid, omdat mannen in hun dorst naar macht het ene eiland van het andere vervreemden.Ga naar eindnoot10 Verdeeldheid, omdat ons eigen volk, dat op dit uur meer dan ooit in hechte samenwerking diende samen te gaan, verbrokkeld is door de politieke dwaalleer die eigen landskinderen verkondigen.Ga naar eindnoot11 Het verstand schijnt beneveld en de symfonie van ons geordend leven wordt overstemd door de valse tonen van een nieuwe, moderne wereldorde. Er is moeheid in het hart van de mens. Hij ziet het Kind in de kribbe liggen, maar herinnert zich zijn eigen kinderjaren niet meer. En toch, op Kerstnacht vallen hem de wapenen uit handen. Het geroep in het | |
[pagina 16]
| |
Tip Marugg. Ets door de Leidse beeldend kunstenaar Bert Kienjet, 2013.
| |
[pagina 17]
| |
donker verstomt en de poorten van zijn ziel openen zich voor het licht van omhoog. Want één ding bewaren wij nog in ons hart: hoop. En op Kerstnacht beseffen wij de grote waarde van deze hoop. Hoop, die de ontzettende kiem van waanzin kan doden; hoop, die de sluipwegen over de wereld kan afsluiten; hoop, als de vurige bron waaruit ons hart nieuwe krachten kan putten, zodat wij sterk en schoon een nieuw, hoog, edel levensdoel kunnen nastreven. Hoop ook voor onze arme wereld: dat met verloop van tijd de arbeid van de Verenigde Naties vruchtbaar zal zijn en dat dit zal leiden tot een beter begrip tussen de volken op aarde; dat ook ons Koninkrijk een nieuwe voorspoedige toekomst tegemoet zal gaan nu de grootste verschillen op de rondetafelconferentie schijnen te zijn opgelost; dat ook wij hier op de Nederlandse Antillen elkaar beter zullen gaan begrijpen, teneinde sterk en verenigd te staan bij de politieke veranderingen die komen gaan en die deze sterkte en eenheid van ons zullen eisen.Ga naar eindnoot12 Het is met deze hoop voor ogen, dat wij alle La Prensa-lezers een ‘zalig Kerstmis’ toewensen.
[In de krant de Morgenster van 21 juli 1950 verscheen deze ‘ingezonden brief’ van Tip Marugg, een reactie op geanonimiseerde, ongunstige kritische bijdragen in genoemde krant (van onder anderen ene Körsbärskärna)Ga naar eindnoot13 naar aanleiding van een tentoonstelling van moderne schilders in het Curaçaosch Museum. In feite is de brief een verdediging van de onder het pseudoniem Luc Tournier publicerende schrijver en arts Chris J.H. Engels, initiatiefnemer van de tentoonstelling en curator van het museum. Zoals te doen gebruikelijk werd daarbij nadrukkelijk ‘buiten verantwoordelijkheid van de redactie’ vermeld.] | |
Vlammend protestEn 't massamensje, dat ons wil doen geloven dat hij bij wijze van uitzondering niet bang is voor flaters, verschanst zich achter een Körsbärskärnadekking om zijn gal uit te spuwen. Men mocht eens ontdekken dat mijnheer Lutjebroek antipathiek stond tegenover mestvaalten! Als Mijnheer - vergeeft u het ons - Körsbärskärna zich zo geruggensteund weet door de volgens hem zo gruwelijk bedrogen massa, waarom is hij dan zo bang voor het forum der publieke opinie? Maar over ongeborneerde fraseologie gesproken, kunnen wij het hem niet vergeven dat hij van deze laffe rookwolk der anonimiteit gebruik maakt om ter staving van zijn argumenten, die hij niet noemt, bepaalde uitdrukkingen bezigt die, omgezet in hun alledaagse versie, beter passen in de mond, zij gebruikt geen pen, van de eerste de beste ‘Pundagastvrouw’.Ga naar eindnoot14 Ook wij gebruiken soms deze woorden, | |
[pagina 18]
| |
maar noemen onze naam, zodat anderen tenminste weten wat zij aan ons hebben en ons kunnen vermijden. Een spotprent van Douwe Nieuwenhuis bracht de discussie over de tentoonstelling in beeld in de Morgenster van 25 juli (overgenomen uit Schrijversprentenboek van de Nederlandse Antillen, p. 13).
Dat mestvaalten, fecaliën, e.d. bepaalde geestelijke aandoeningen bij Körsbärskärna opwekken, is tenslotte 'n niet onbekende ziekte, waarbij tegenwoordig onze heren psychiaters de helpende hand kunnen bieden. Het is Körsbärskärna's goed recht wanneer hij vindt dat de Rotterdamse schilders surreële kitschkunstenaars zijn; anderen worden ontroerd door vele doeken die thans de museumwand sieren. Dat Körsbärskärna de vele aspecten van de moderne kunst niet in hun juiste verhouding kan zien, willen wij hem vergeven, niet zijn vuige tirade, zonder zich grondig te hebben verdiept in wezen en achtergrond van de moderne kunst, zoals wel duidelijk uit zijn stuk valt op te maken. Dit maakt elke polemiek met K. overbodig en ons stuk is dan ook enkel bedoeld als een vlammend protest. Men mocht ons eens ervan verdenken dat wij K. wilden bekeren en naar omlaag wilden slepen uit zijn hoge (levenloze) gelukzaligheid, die zich beschermd weet door eeuwenoude normen, waar moderne ketters nu aan knabbelen. En de geachte redactie van de Morgenster willen wij verzekeren dat wij de vlag zullen uitsteken, indien wij ooit het geluk hebben om Miró in het Curaçaosch Museum geëxposeerd te zien. Maar wij houden ons hart vast. Het typisch Amerikaanse weekblad Time mocht eens bij wijze van hoffelijke beau geste dit ingezonden stukje uit de Morgenster overnemen! | |
[pagina 19]
| |
L.Th. LehmannHet volgende en laatste nummer van dit jaar is een dubbelnummer over de veelzijdige schrijver L.Th. Lehmann (1922-2008). Behalve dichter en romanschrijver was de ‘tussenpersoon’ Louis Lehmann ook jurist, archeoloog, criticus, muzikant, tekenaar, danser, componist en vertaler. Aan dit nummer dragen o.m. bij: Erik Bindervoet, Jaap van der Bent, Matthijs van Boxsel, Laurens Vancrevel, Tsead Bruinja, Tjitske Jansen, Marsha Keja, Hans Plomp, Sjoerd van Faassen, August Hans den Boef, Tom van Deel en Alida Beekhuis. De Parelduiker presenteert dit nummer i.s.m. de slaa en met steun van Stichting Vrienden van De Parelduiker in november met een aantrekkelijk en gevarieerd programma dat recht doet aan de verschillende capaciteiten van Lehmann. M.w.v. (o.a.) Guus Janssen, Han Bennink, Hugo Koolschijn, Matthijs van Boxsel en Wim Noordhoek (o.v.). Plaats: de Tolhuistuin in Amsterdam-Noord, vlak aan de overkant van het IJ, achter het Centraal Station. U bent van harte welkom voor deze bijeenkomst, waarvoor Vrienden van De Parelduiker korting op de toegangsprijs krijgen. Preciezere gegevens volgen later op onze website en via de media. Wilt u hiervan per e-mail op de hoogte gehouden worden, stuur dan een bericht naar info@parelduiker. nl o.v.v. ‘programma Louis Lehmann’. |
|