rore nadat het tot dan toe prominente Café des Westens, ook wel Café Größenwahn genoemd, in 1916 zijn deuren had gesloten. Tal van belangrijke kunstenaars - vooral schrijvers - gaven er acte de présence. Je kon er Carl Zuckmayer, Walter Hasenclever, Alfred Döblin en Arnold Zweig treffen, maar ook hun Nederlandse collega's als Van Oudshoorn, Nico Rost en A. den Doolaard.
Toen de nazi's in 1933 officieel aan de macht kwamen, was het gedaan met het café. De meeste gasten werden opgepakt of zochten hun heil in het buitenland. Tien jaar later werd het plat gebombardeerd. Maar het Romanische Café spreekt nog steeds tot de verbeelding.
Geen wonder dat het Jüdisches Theater Bimah onlangs Unglaubliche Begegnung im Romanischen Café speelde. Een groep acteurs staat voor het Europacenter, de plek waar ooit het Romanische Café stond. In de tweede scène besluiten ze naar het verleden terug te keren en transformeren zich in beroemde kunstenaars, de oude stamgasten: Else Lasker-Schüler, Lotte Lenya, Erich Kästner, Friedrich Hollaender en Kurt Tucholsky. De laatste avond voor de emigratie breekt aan. Ze maken ruzie over de nazi's die het roer in handen hebben, over de vervolgingen, over de boekverbrandingen. Ze lezen uit eigen werk en zingen de liederen van Brecht, van Weil en van Hollaender.
Er is nog een theatergroep die zich aan het Romanische Café waagt. Het Berliner Ensemble, het theater dat Brecht oprichtte na zijn terugkeer uit Amerikaanse ballingschap, speelde op 4 februari 2013 Artaud erinnert sich an Hitler und das Romanisches Cafe. Kortom het Romanische Café is hot. Het is een poging de historie tot leven te wekken. Het Romanische Café heeft inmiddels zeventig jaar na zijn dood een opvolger gekregen. Het Waldorf Astoria Hotel aan de Hardenbergerstrasse, op enkele honderden meters van de plek waar zijn illustere voorganger ooit stond, afficheert zich met zijn restaurant als ‘Romanisches Café’, als geestelijke Heimat voor schrijvers, kunstenaars en intellectuelen. Op een plaquette staat: ‘Hier traf man sich um die gewichtigen Themen des Tages zu diskutieren. Jetzt wurde die historische, inspirierende Berliner Kaffeehauskultur des Romanisches Café vom Waldorf Astoria Berlin wieder zum Leben erweckt: als Treffpunkt in einladender, zwangloser und moderner Atmosphäre, wo Gäste und Einheimischen entspannen, arbeiten oder mit Freunden plaudern können. [...] all das trägt dazu bei, ein Stück der Berliner Kulturszene auferleben zu lassen.’ Mooie woorden, nietszeggende inhoud. Op schamele boekenplankjes staan wat kooken tuinboeken tussen vazen en andere prullaria.
Ook het onlangs geopende Café Restaurant Gross aan de Kurfürstendamm, getransformeerd in de stijl van de Belle Epoque en genoemd naar de Berlijnse kunstenaar George Gross die destijds het Romanische Café frequenteerde, lonkt naar de gouden tijd van de grote koffiehuizen. Donkere inrichting, veel marmer en prijzen die er niet om liegen. Hier zul je geen schrijvers meer treffen. Het Romanische Café is een merk geworden waar nieuwe horecagelegenheden zich graag mee vereenzelvigen. Maar de huidige kunstenaar heeft er geen behoefte aan. Die zit liever in kleine, onbekende cafés in Friedrichshain, Neukölln of Charlottenburg.