De Parelduiker. Jaargang 13
(2008)– [tijdschrift] Parelduiker, De– Auteursrechtelijk beschermdJan KuijkGa naar voetnoot*
| |
[pagina 72]
| |
Hoofdredacteur’. Hier geen ironie. Hier is sprake van gram. Ritter was in 1918 na een ambtelijke loopbaan hoofdredacteur van het Utrechts Dagblad geworden waar hij in de loop van de tijd heel wat overhoop haalde, ontspannen genoeg was om zich graag en veel buiten de redactie op te houden (‘de redactie weet precies wat zij te doen heeft’ had hij ontdekt) en in 1928 ook nog een verhouding aanging als literair medewerker bij de nog jonge Avro. Het werd directeur en uitgever A. van der Giessen in de loop van 1933 te veel. Hij wilde een toezichthouder aanstellen, maar dat was Ritters eer te na. Per 1 februari 1934 vroeg hij eervol ontslag, dat hem maar al te gretig verleend werd. In een uitvoerig en poeslief ‘persoonlijk woord’ aan zijn lezers vertelde Ritter op 11 januari 1934 in zijn krant dat het hem allemaal te veel was geworden. In de ontwikkeling van het dagbladbedrijf kan de hoofdredacteur niet volstaan met zijn taak van voorlichting en representatie. Hij moet ook redactiechef zijn ‘aan wie het geringste technische detail niet mag ontgaan. De vereniging van een dergelijke omvangrijke levenstaak en de richtige vervulling van een zo uitgebreide publicistische werkzaamheid buiten de courant als waartoe de mijne zich heeft ontwikkeld, is voor de sterkste man te zwaar. Er zijn grenzen aan het meest ingespannen arbeidsvermogen’. Dat klinkt redelijk voor wie ook nog mag horen dat ‘directie en commissarissen het uiterste gedaan hebben om mij te behouden’, maar dat er ‘een zekere Hogere Aanwijzing ligt in de loop der dingen’. In pais en vree weggaan dus. Toch zijn er ook aanwijzingen, die in andere richting wijzen. De liberaal Ritter had zich als hoofdredacteur ontpopt als een ferm bestrijder van de opkomende, in Utrecht hoofdkwartier houdende nsb en de directie van het Utrechts Dagblad had sedert 1 januari 1933 ook de drukorder van al het nsb-drukwerk - met elkaar goed voor één-derde van de totale omzet van het bedrijf. Ritter had zijn rug recht gehouden en was het onzekere bestaan van een free-lancer in gegaan, waar hij een levenslange relatie kreeg met de deurwaarder ‘die ik beter ken dan mijn vrouw’ zoals hij de verhouding ironisch omschreef. |
|