Top Naeff en links kunstredacteur Jan Heyn jr. van De Telegraaf.
ter: twee afzonderlijke lijsten. Hij zal gedacht hebben: Bloem komt sowieso op die lijst, dan kunnen ze mij niet passeren. Maar Bloem laat zich niet tot dit opzetje verleiden en gaat mee in het voorstel de opdracht te beperken tot de categorie verhalend proza, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen Nederlanders en Vlamingen. Aan het einde van de rit wil men uitkomen op ten hoogste twaalf namen.
Top Naeff neemt het voortouw en kandideert als eerste Lodewijk van Deyssel. Volgens de anderen speelde hij zijn leidende rol als romancier grotendeels vóór 1900, wat hem in feite buiten het kader plaatst. Als even verderop in de discussie Marcellus Emants wordt genoemd, die zijn belangrijkste romans toch ook vóór 1900 publiceerde, vindt niemand het een bezwaar dat hij op de lijst komt. Over Couperus is iedereen aan tafel het snel eens. Hij geldt onbetwist als de beste prozaschrijver. Frans Coenen krijgt het voordeel van de twijfel.
Daarentegen worden hun generatiegenoten Herman Robbers, Jacobus van Looy, Johan de Meester, Frans Erens en Ary Prins te licht bevonden.
Als de naam van Du Perron valt, reageert Top Naeff als door een wesp gestoken: ‘Du Perron is sterker overschat dan Ter Braak.’ Dat de mannen van Forum de boeken van ‘Tante Top’ altijd hadden geminacht, zat de schrijfster kennelijk nog steeds hoog. Ze komen niet op de lijst.
Met de weging van zijn eigen tijdgenoten heeft het drietal toch al de nodige moeite. Tussen Vestdijk en Bordewijk kan het geen keuze maken. J. van Oudshoorn, vreemd genoeg ook niet voorkomend op de lijst van het Letterkundig Museum, wordt door Werumeus Buning tegengehouden: ‘Het is mijn klimaat niet.’ Gelukkig kan Slauerhoff worden overgeheveld naar de dichters. Over de nominatie van Nescio bestaat geen twijfel (‘van bijzondere kwaliteit’), maar wie van de Vlamingen gaan door: Gerard Walschap, Marnix Gijsen of Willem Elsschot? De lijst komt vol Vlamingen, vreest Top Naeff, want er moet ook nog een beslissing genomen worden over de kandidatuur van Stijn Streuvels, Herman Teirlinck, Cyriel Buysse en August Vermeylen.
Er zijn dan al heel wat namen voorbij gekomen, maar niet één van een vrouw. Werumeus Buning oppert unverfroren Top Naeff. De schrijfster wijst het voorstel resoluut van de hand. Als lid van de jury kan zij onmogelijk op die lijst gaan staan. Haar voorkeur gaat uit naar Margo Scharten-Antink of anders Ina Boudier-Bakker, Er klinkt bijval noch protest.
Ook de moderne auteurs komen er bekaaid vanaf. Werumeus Buning beveelt tot