Een hartekreet van Reinold Kuipers, opgetekend in zijn rubriek ‘Gerezen wit’ in het blad Het Oog in 't Zeil, april 1987, de voorloper van De Parelduiker. Later zouden zijn stukken gebundeld worden in Gerezen wit, Querido, 1990. Die uitgesproken ergernis had niets te maken met een ouderwetse korzeligheid, maar met een diepe liefde voor de edele typografie. Het was hem ten voeten uit.
Op 26 augustus 2005 was Reinold Kuipers 91 jaar geworden. Op 12 september overleed hij, 19 september vond de crematie plaats in De Nieuwe Ooster in Amsterdam. Hij was in zijn lange werkzame leven uitgever (eerst van De Arbeiderspers en later, samen met zijn vrouw Tine van Buul, van Querido) geweest, dichter en kenner van de verfijnde typografie, een bezonnen en erudiet man.
In de overlijdensadvertentie van de familie in de kranten ontbraken al deze kwalificaties. Hierin werd hij maar in één functie herdacht, maar dat was dan ook niet de minste: Correspondent International de la Fondation Erik Satie.
Onder de aankondiging van de familie stond de advertentie van zijn oude uitgeverij Querido en die begon met een citaat uit Gerezen wit: ‘Van de drukletters die mooi en bruikbaar zijn blijken als je er een leven lang dagelijks mee bezig bent enkele je zo in hun ban te krijgen dat de emotie die zij wekken alleen vergelijkbaar is met die welke de dierbaarste muziek teweegbrengt.’
Kees Fens haalde toen in de Volkskrant een dichtregel aan van een jeugdliefde van Kuipers, de Groninger dichter J.C. Noordstar: ‘Zo ging hij heen en sloot de ogen / met ene twinkeling tevreden dicht.’
Samen vormden die citaten toen, in hun karakteristieken, hoe kort en terloops ook, een typerend portret van de uitgever.
In december is een boekje rondgestuurd, waarin alle teksten die bij de crematie werden uitgesproken zijn opgenomen, als ‘een kleine hulde aan de mens die Reinold was’. Het boekje is niet in de handel, het kent ook geen uitgever. Het is heel zorgvuldig vormgegeven, gedrukt en ingenaaid. De uitgesproken herinneringen werkten die eerdere typeringen verder uit, tot een prachtig en intiem portret. Het is mooi dat ze, nu gedrukt, bewaard zijn voor later.
K. Schippers deed verslag van zijn bezoeken met Kuipers aan J.C. Noordstar, die een beeld geven van Noordstar en Kuipers en van diens liefde voor zijn geboortestad Groningen. Bernlef vertelde van een plechtigheid rond een publicatie over Erik Satie in Arceuil. ‘Reinold en Satie waren innig met elkaar verbonden. Satie's muziek en geschriften trokken Reinold door hun luchtige en licht melancholieke toonzetting. Hij nam het initiatief om de teksten van Satie in het Nederlands te laten vertalen, een uitgave die onder de titel Erik Satie Teksten in 1976 bij Querido verscheen, een jaar voor de door Ornella Volta bezorgde Franse uitgave.’
Tom van Deel las het gedicht ‘Iep aan een kade’: ‘De boom laat ons het uitzicht na op zijn afwezigheid, lucht waarin alles, ook het grootste, ooit verdwijnt.’ Willem van Toorn herinnerde zich hoe hij van De Arbeiderspers wilde overstappen naar Querido. Hij trof daar Tine van Buul, die hem erop wees dat hij een contract had met de ap. Toen hij met hangende pootjes bij Kuipers terugkwam, vroeg die naar zijn ervaringen bij Querido. Hij was stomverbaasd dat Kuipers daarvan wist. ‘Mevrouw Van Buul en