Laagwater
Niels Bokhove
Kafka-brief duikt op
Het kan verkeren. Het trieste feit van Adriaan Morriëns overlijden heeft de verheugende vondst van een onbekende Kafka-brief mogelijk gemaakt.
In 1916-1917 woonde Franz Kafka niet bij zijn ouders, maar in het Schönborn-paleis in de Praagse wijk Kleinseite (Malá Strana), terwijl hij 's avonds zijn werken schiep in het huisje van zijn zus Ottla in het Alchimistengäßchen, boven bij het Hradschin. Beide woningen werden schoongehouden door een jongere vriendin van zijn zus, Růženka Wettenglová, die als bloemenverkoopster in Praag werkte. Zijn wensen bracht Kafka aan Růženka over per kattebelletje en soms langere briefjes. Na Kafka's dood in 1924 probeerde menigeen die briefjes in te zien of zelfs te kopen, maar Růženka weigerde resoluut, vermoedelijk uit eerbied voor haar baas, de inmiddels beroemde schrijver.
Desondanks lukte het de Nederlandse slavist Aimé van Santen (1917-1988), die na de Tweede Wereldoorlog enige tijd in Praag hielp bij het opzetten van een nieuw Nederlands gezantschap, om inzage in deze briefjes te krijgen. Eind '48 kreeg hij van Ottla's beide dochters toestemming om allerlei documenten, die naar zijn zeggen verder ‘uiterst streng verborgen’ werden gehouden, in te zien. Daaronder waren Kafka's brieven aan hun moeder, het gehele manuscript van de toen nog maar deels gepubliceerde ‘Brief an den Vater’ en de lijst van Kafka's boekerij. Van Santen maakte hiervan onder het pseudoniem Jan Molitor ook melding in zijn boekje Asmodai in Praag. Franz Kafka, zijn tijd en zijn werk (1950, herdr. 1979).
Aimé van Santen stond in die tijd in goed contact met Podium-redacteur Paul Rodenko en Litterair Paspoort-redacteur Adriaan Morriën. Deze laatste had hem in 1948 gevraagd om een bijdrage aan een Kafka-nummer van Litterair Paspoort, maar die special zou uiteindelijk pas in september 1949 uitkomen, met inderdaad een stuk van Van Santen, dat echter inmiddels al te oud was om zijn recente vondsten in Praag te kunnen vermelden. Van Santen dacht erover om dan maar een volgend artikel voor Litterair Paspoort te schrijven, Rodenko dacht aan hetzelfde voor zijn blad en vroeg direct ‘een stuk over die dingen van Kafka, die je gezien hebt (als je ons “inédits” van Kafka kunt bezorgen, dan ben je natuurlijk helemaal een aartsengel!! Dit zou een wereldpremière voor Podium zijn)’. Een paar dagen later antwoordde Van Santen: ‘Morriën heeft al maanden