waar het altijd tocht: de Mozes-en-Aäronstraat, tussen het Paleis en de Nieuwe Kerk. Wat is daarvan de oorzaak? Dat zou je om te beginnen moeten uitzoeken. Had je die ontdekt, dan was het halve werk al gedaan. Nu kwam het erop aan verdieping op verdieping te stapelen, zeker een stuk of tien, een systeem van Mozesen-Aäronstraten, een onregelmatig gebouw in grof beton, met twee trappenhuizen, een om naar het dak te gaan, de andere om weer de begane grond te bereiken. Strikt eenrichtingsverkeer. De bezoeker die de hele weg had afgelegd, had, bij de uitgang gekomen, gegarandeerd kou gevat. Onderweg werd hij begeleid door een stem, die op iedere verdieping riep: Kan het raam dicht! Maar er was geen raam; alleen de eeuwige tocht. Kafka in Holland.
Nog een concept: het Monument voor het Lege Gebaar - de Holle Frase. Daar was ook toen al, terwijl de televisie nog in de kinderschoenen stond, een schreeuwende behoefte aan. Maar het bleek moeilijk er een vorm aan te geven waarbij het begrip van de persoon, dat wil zeggen de toen beroemde lege gebaarders en holle fraseurs, zou worden onthecht. Het moest iets worden waardoor bij de aanblik iedereen aan alle gebaarders en fraseurs zou moeten denken. Iets dat zich als het J'accuse een algemene betekenis zou kunnen verwerven, terwijl het louter constaterend zou blijven. Veel over gepraat, niet uitgekomen.
Verwant daaraan is zijn denkbeeld om een film te maken, getiteld Public Speaking, een fenomenologie van de retoriek, een Mondo Cane van de microfoon, de camera en het podium, waarin de spreker van zijn grootste muil tot zijn kleinste spiertrekking, van brullen tot keelschrapen zou worden gefileerd. Op verzoek van Hans ging ik aan de slag, schreef een treatment waarmee we naar verscheidene producenten en omroepen zijn gegaan. Of ze hadden er geen zin, of het bleek te duur te zijn, want er moesten natuurlijk veel journaalfragmenten in, van Hitler, Mussolini, Goebbels en ook van democratische volksmenners, en historisch materiaal uit filmarchieven kost kapitalen.
Het concept blijft goed, nee, wordt steeds beter. Ik ben graag bereid ter ere van Hans Koetsier er nog eens mijn best voor te doen. Elf jaar geleden, op 30 augustus, is hij gestorven. Het is alsof ik vanmiddag in Scheltema zal komen, hem zie zitten, en dat we het gesprek hervatten dat we gisteren hebben afgebroken.