Zesde Poëzieprijs van de Stad Tielt - 1973
Verslag van de jury: HH. Willem M. Roggeman, Willy Spillebeen, Anton Van Wilderode, Jan Vercammen en Walter Haesaert.
Volgens de vrachtbrief van de N.M.B.S. - en die liegt er niet om - kreeg elk jurylid voor deze 6de poëzieprijs van de stad Tielt 16,5 kg gedichten te verwerken, het gewicht van 154 ingezonden onuitgegeven bundels uit Zuid en Noord.
Dat er dan ook heel wat kaf onder het koren was, zal wel niemand verbazen, al heet het dat in onze lage landen een volk van dichters woont. Toch waren de vijf juryleden het erover eens, dat het algemeen peil van de inzendingen als meer dan bevredigend mocht worden beschouwd. De inhoud van de bundels was zeer verscheiden: van de meest persoonlijke liefdeslyriek tot de meest uitdrukkelijk sociaal-geëngageerde poëzie. Ook in de vorm was er een grote verscheidenheid: van meer conservatief tot vooruitstrevend, van hermetisme tot realisme.
Juist geteld 19 inzendingen werden door één of meer juryleden voor bespreking weerhouden. Na een eerste schifting bleven er nog 12 over. Na een tweede, uiteraard strengere schifting nog 3, namelijk de inzendingen onder de schuilnamen Orco Dysdrecht, Magenta en That once familiar word. Tenslotte ging de diskussie nog over twee van deze drie. Een grote meerderheid van de jury besliste, aan het gemeentebestuur voor te stellen, de prijs van 25.000 fr. toe te kennen aan ‘That once familiar word’. De meerderheid werd vooral getroffen door de originele frisheid van deze gedichten, waarin zij trouwens geen invloeden aan te wijzen vond, zodat dit werk opvalt door het persoonlijke van toon, inhoud en vormgeving. Toen de omslag geopend werd, bleken deze gedichten ingezonden te zijn door Armand Van Assche die te Waasmunster woont, in nr. 17 van de Molenstraat.
De verslaggever,
Jan VERCAMMEN