Pan. Oostvlaams Bulletin voor Letteren en Kunst. Jaargang 9(1962)– [tijdschrift] Pan– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Rijm ligt op de daken Dit is een gedicht waarmee ik zeggen wil dat ik vol zon ben als dat meisje met haar zomerbril als dat meisje met haar fiets een oud geraamte zonder iets dat door de lente rammelt en de sporen van een tram hem achterna alleen maar hem. Dit is een gedicht wat bleekjes van pigment voor iemand die dat kent en er ontbreekt wel wat men zegt: het is niet dát en zeker niet bewolkt genoeg dan dat er Maatstaf mij om vroeg misschien een ringvinger tekort waardoor het Shakespeare wordt. Er zit geen beer in met een vacht vol wit begin en er is een draad door van het kabelspoor der woorden er is een cel teveel waarin de dichter zich verbergt wanneer de zweep hem tergt de roest hem nadert in de keel. [pagina 17] [p. 17] Geen vrouw die opengaat geen man die binnentreedt in wat men soms haar tempel heet geen hart dat vlamt geen bergen die men kamt alleen wat zachte rotsen waar de golven tegen klotsen zo belachelijk klassiek als Mozarts nachtmuziek. Een worp in ruimte en tijd een dorp vol vergezicht een ladder naar het licht een Echternach in eeuwigheid. Hedwig SPELIERS Vorige Volgende