Pan. Oostvlaams Bulletin voor Letteren en Kunst. Jaargang 8(1961)– [tijdschrift] Pan– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] [Gedichten van Hedwig Speliers] Quantité négligeable Het is mijn manie, een somtijds sterk gevoel om in de Winkler Prins de oorlog te herleven die Hendrik met of zonder baard, om 't even, verdreef van zijn met kant bestikte stoel. Om uit te vissen, pagina zoveel, dat aan 't verleden nooit is te ontkomen omdat de wisselstroom van daad en dromen elkeen zijn lot is, ook mijn deel. Al hoor ik Canterbury's klokken, één met al de vredesklokken luiden, het mes, de beitel blijft en ver daarbuiten het nutteloos gevecht van mij alleen... Hedwig SPELIERS Poète engagé 't Is moeilijk hees te zingen maar Armstrong kan het met 'n krop en wat hij zingt ligt er dik op: wat leed van kleur- en zonderlingen. 'k Zou zo zijn heesheid willen om over iedere Jordaan van misverstand ontdaan mezelf naar d'overzij te tillen. 't Is moeilijk hees te zingen met een stem van wit papier, geschept, gehamerd, 't doet geen zier, als 't leed ontbreekt om 's werelds dingen... Hedwig SPELIERS [pagina 6] [p. 6] Wrokkig Sentiment Tot grote dingen ben ik niet in staat want vuisten heb ik niet, alleen maar handen om als het past 'n krukkevent te halen over straat of emmers toe te reiken als een huis gaat branden. Tot grote dingen ben ik niet in staat, ten hoogste (ai mijn hart) 'n dertig meter kan ik lopen en als men lang genoeg mij zoeken laat 'n naampje vinden voor 't kind dat men zal dopen. Ook kan ik, somtijds, voor de fotograaf een droevig smoel en dito mond mimeren om thuis, in 't boekje van H.W.C. Ten Haef, mijzelf op pagina zoveel met angst te situeren. Neen, tot andere dingen ben ik niet in staat. 'k Was twee jaar toen ik woorden aan mekaar kon rijgen en vijfentwintig toen ik wist, al was het reeds te laat, dat dan de mens eerst op z'n best is, mits hij kan zwijgen. Hedwig SPELIERS Vorige Volgende