Pan. Oostvlaams Bulletin voor Letteren en Kunst. Jaargang 7(1960)– [tijdschrift] Pan– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] [PAN oktober 1960] [Gedichten van Willy Spillebeen] Ruggelings Ruggelings liggen... schuin en duizelend is de hemel; stijgen uit 't eigen wezen en tijdloos zelf grenzeloos ruim weten: het leven is eeuwig! De samenhang wordt achterhaalbaar van planten en dieren en stenen van mensen en God, bevreemdend van eeuwig elk levend gebaar. Zo heet het verleden genezing, het heden een tijdeloos zijn naast alles dat met je groeide en bloeiend naar 't sterven je boeide, maar vreemd aan die ijdele pijn van zelve henen te vloeien... Ruggelings liggen... Bestaan en toch, onaanraakbare, léven. Zichzelf zo verloren geven aan hemel en aarde... en wáán! Dan opstaan opnieuw ongenezen: een sterfelijk mens gebleven! Willy SPILLEBEEN [pagina 2] [p. 2] Droom Het leven moet vergeten. Voorgoed in gore grond ligt je heerlijkst verleden: bloemen en zomerzon... O bittere gebeden... De dood doorbreekt het leven. Maar 's nachts rijst je gestalte onaards achter de ruit. De regenharen vallen in die verbaasde nachten. Ik roep - een merel fluit zijn laat vaarwel aan de avond. O drang die uit dat leven, achter de dood, je lichaam morgenjong opwaarts haalt - Orpheus, totdat de dageraad jou wederhaalt, mij achterlaat: berooid, eenzaam, verweesd. Wat schreeuwt de merel hees! Willy SPILLEBEEN Vorige Volgende