Pan. Oostvlaams Bulletin voor Letteren en Kunst. Jaargang 7
(1960)– [tijdschrift] Pan– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 17]
| |
2.
Een kleine trapper in de prairie van de straat:
hij ment zijn paard dat stipt stilstaat
vóór het rood, maar bij het groen, verdroomd
zijn stap opneemt en verder gaat.
| |
3.
De stemvork van je heupen, met je benen
wijdvertakkend en de maanklank om je schenen.
Ik hang - voor wie? - te zingen in mijzelf
terwijl in jou verdriet en angst verstenen.
| |
4.
Mijn lichaam leunend uit het raam.
Om gindse hoek verdwijnt haar naam;
mijn ogen vallen open in de plassen,
't wordt tijd om in de slaap te staan.
Hedwig SPELIERS |
|