Pan. Oostvlaams Bulletin voor Letteren en Kunst. Jaargang 5

Bio- en bibliografische nota's

Mij zijn volgende critische bijdragen (buiten die van Rutten en van mij) bekend:

1)	Frans van Daele in ‘Nieuw Gewas’ (1946): ‘Het komt mij voor dat weinigen in Vlaanderen zo sterk door de natuur werden betoverd en zo zuiver de slag van haar hart hebben begrepen’...
2)	Johan de Maegt in ‘Het Laatste Nieuws’ (27-10-1932): ‘Het genot hebt ge van een taal als van vrouwelijk kantwerk.’
3)	Isidoor van Beugem in ‘De Standaard’ (17-2-1940): ‘Al kan voor Herckenrath's dichterschap het atavisme niet worden ingeroepen, toch moet het feit, dat zijn vader een bibliotheek had met klassiekers als hoofdvertegenwoordigers, niet zonder invloed gebleven zijn op de dichter. In zijn geboortestad, Aalst, waar hij, zelfs nadat hij Gent tot woonplaats had verkozen, jaarlijks zijn verlof doorbracht, was hij als kind van den huize bij De Seyn-Verhougstraete, drukker-uitgever, algemeen bekend om zijn talrijke uitgaven, vooral van XIX-eeuwse dichters en prosateurs. Deze patriarchale figuur, die een blijvende indruk op de jonge lettervriend maakte, gedenkt hij nog gaarne. Zijn lager,

[p. 21]

	middelbaar en hoger onderwijs genoot hij te Gent. Ter universiteit volgde hij de lessen in wijsbegeerte en letteren, ten tijde dat René de Clercq, Julius van Hauwaert Rene Verdeyen er hem met vriendschap omringden. Toen hij in poësis trad, trof hij er Karel van de Woestijne aan; ze werden ras dikke vrienden. Zijn eerste literair pogen gebeurde in de achtste klasse van de Laurent-school, toen hij een roman schreef in de trant van Mevrouw Courtmans. Zijn eerste literaire ontboezemingen treffen wij aan in de almanakken van 't Zal Wel Gaan. In het Tijdschrift van het Willemsfonds liet hij, behalve gedichten, besprekingen over literair werk verschijnen...’
4)	August van Boeckxsel in ‘Het Laatste Nieuws’ (1941): ‘Immer is poëzie iets heiligs geweest voor hem, iets, dat gelijk het leven van de natuur, moet groeien en gedijen.’
5)	P.G. Buckinx in ‘De Vlaamse Gids’ (december 1954): ‘Avond en stilte, droom en slaap, het zijn de sleutelwoorden van de weemoedige, nobele poëzie van Herckenrath.’