Jaarboek Multatuli 2014
(2014)– [tijdschrift] Over Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 65]
| |
Party trekken voor het goede
| |
Multatuli's politieke filosofie in vijf stappenMultatuli's politieke filosofie kan samengevat worden in vijf samenhangende evenwel onderscheidenlijke stellingen. | |
[pagina 66]
| |
(i) Men heeft een politieke besluitvormingsprocedure te oordelen op - en uitsluitend te oordelen op - de uitkomst.Hieruit volgt a fortiori dat men de procedure niet te waarderen heeft op procedurele kenmerken. In concreto, een democratisch genomen besluit wordt daardoor niet gelegitimeerd. Slechte democratische besluiten zijn en blijven slecht. Goede ondemocratische besluiten zijn goed. Democratische honger is niet goed. Democratische exploitatie is niet goed. Democratische oorlogen zijn niet goed, althans ze zijn niet goed omdat er langs democratische weg toe besloten is. Deze benadering komt goed uit in Multatuli's brochure Over Vryen-arbeid in Nederlandsch Indie. De kwestie van de dag was of het cultuurstelsel gehandhaafd diende of beter vervangen was door ‘vrye arbeid’. Multatuli's stellingname te dien aanzien is - wederom in kapitalen gesteld: ‘besteel den javaan niet, vermoord hem niet, dan zal er blyken of hy vrywillig arbeiden wil... dat is de kwestie!’ Het cultuurstelsel is uitbuiting van de Javaan onder staatstoezicht, vrye arbeid was uitbuiting van de Javaan onder privétoezicht. Het ging noch de conservatieven noch de liberalen (die ‘vrye arbeid’ voorstonden) er om een einde te maken aan uitbuiting. Uitbuiting van de Javaan volgens liberaal principe is daarbij net zo slecht als volgens conservatief principe - en misschien wel slechter, want de uitbuiting wordt dan ook nog eens gelegitimeerd, omdat er langs democratische weg toe is besloten. In de contemporaine bestuurskundige literatuur wordt inzake collectieve besluitvormingsprocessen - waar indirecte democratie er één van is - een onderscheid gemaakt tussen output-legitimiteit en input-legitimiteit. Een politiek systeem kan gelegitimeerd worden doordat het goede resultaten oplevert (output-legitimiteit) of omdat de besluitvorming als zodanig als legitiem wordt ervaren, bijvoorbeeld omdat iedereen formeel gehoord is: input-legitimiteit. Voor Multatuli telt alleen output-legitimiteit. Het begrip ‘democratisch gelegitimeerd’ is een non sequitur. Het is erger, het is uitbesteding van het geweten. De gekozenen hoeven niet meer na te denken of iets goed, integer, juist, recht is. Zij hoeven dat niet, en zij doen het ook niet. Zij handelen in de ware betekenis van dat woord: gewetenloos. En met dat laatste komt het tweede constituerende punt van Multatuli's politieke filosofie aan de orde. | |
(iia) Wat nodig is, zijn integere politici (iib) democratie brengt dezulken niet voortMultatuli legt steeds nadruk op noties als rechtvaardigheid, gerechtigheid, menselijkheid, waarheid. Om die noties in de praktijk verwezenlijkt te zien is noodzakelijk dat politici goed, recht en waarheidlievend zijn. Daarbij geldt dat mensen die goed, karaktervol, rechtschapen zijn, dus dien- | |
[pagina 67]
| |
overeenkomstig handelen. Weten wat goed is, en toch iets anders doen - omdat dat opportuun is - betekent dat iemand niet goed is. Ethiek zonder handeling is halfheid, dat is op zijn slechts de leugenachtigheid van Slijmering of op zijn best het conformisme van Verbrugge. Het is in ieder geval geen Max Havelaar en geen Multatuli, die beiden handelden. Het bij praten en redeneren houden, is halfheid, want ‘Niets is verderfelyker dan het spreken over de wet. In plaats van het toepassen der wet.’Ga naar eind3 De ideale politicus is dan: Een man, die het goede voorstaat door het streven naar waarheid: iemand, die, gebonden noch door systeembelangen, noch door menschenvrees, noch door zucht om ministers te believen, durft en kan aantoonen, hoe diep de wonde is, die er kankert aan ons Staatsbestuur; iemand eindelijk, die ondervinding heeft, bekwaamheid, moed, en, dit vooral, een man die een hart bezit!’.Ga naar eind4 Dat het vermoeden dat Multatuli hier zichzelf op het oog heeft, niet ongegrond is, komt later aan de orde. Eerst evenwel de volgende stap. De volgende stap is een belangrijke want die is de breuk met die politieke uitgangspunten die toen en nu vanzelfsprekend zijn. Verkiezingen blijken - volgens Multatuli - niet tot dit soort politici te leiden en - wat meer is - kunnen dat ook niet. In Multatuli's woorden: ‘De Verkiezingen zo - als ze thans geschieden, waarborgen byna altyd de zegepraal van middelmatigheid.’Ga naar eind5 Ze zijn namelijk ingegeven door een ideologische dwaling: ‘Wie aan meerderheid van stemmen hecht als middel om te geraken tot juistheid van oordeel.’Ga naar eind6 Hij ageert daarom tegen ‘stemmen tellery op 't gebied van den geest’.Ga naar eind7 De bestaande praktijk is zelfs nog erger, want democratie is een dekmantel om de eigen belangen te volgen. De ware belangen van het volk worden ‘geheel ondergeschikt geacht aan 't handhaven in verkregen voorrecht van personen welke zich met die belangen moesten bezighouden’.Ga naar eind8 En dat heeft alles te maken met het wezenskenmerk van democratie, zijnde ‘'n overeenkomst tusschen vyf, zes, acht personen, om tezamen één - dat is géén - geweten te hebben.’Ga naar eind9 Deze citaten maken tezamen duidelijk wat de zaak is. Het belang van de partij staat voorop, de club is belangrijker dan het geweten en omgekeerd kan het geweten schoon gehouden worden want men kan immer stellen het niet zelf gedaan te hebben. Aan de Tweede kamer wijdt Multatuli dan ook menige boutade. Die boutades zijn vermakelijk voor wie daar gevoelig voor is, maar sluiten overigens volledig aan bij Multatuli's wel degelijk serieuze politieke analyse. Zo is de Tweede Kamer een ‘twist-kibbel-en babbel kollegie’, ‘hansworstery’, ‘een pronkkamer van Nederlandse middelmatigheden, een muzeum van misdadige nietigheden’ en ‘een verrot lichaam’. De politiek is niet meer dan ‘clubziekte’, ‘kiezerybluf’, ‘knoeiwerk’, | |
[pagina 68]
| |
‘partygeknoei’, een ‘spelletje van bederf’. De gehekelde middelmatigheid is in Multatuli's ogen niet excusabel. Het raakt aan de kern van zijn anti-democratische visie, want ‘Wat middelmatig genoemd wordt, zou veelal slecht heten als we ons in oprechtheid afvroegen wat goed is.’Ga naar eind10 Weer die nadruk op het goede als alfa en omega van politiek handelen, van al het handelen eigenlijk. Om de afwijzing van democratie rond te krijgen, moet Multatuli echter nog één zaak aannemelijk maken. Want zelfs wie zijn afserveren van politici volgt, kan ertegenin brengen dat democratie niet zozeer draait om gekozenen - die zijn vervangbaar -, maar om de kiezers, die politici kunnen vervangen door betere politici. | |
(iii) Van kiezers valt in de huidige constellatie niets te verwachtenOnbekwaamheid der politici hoeft niet een doorslaggevend argument te zijn tegen democratie. Vertrouwen in kiezers kan volstaan. In theorie is het immers aan kiezers om politici - als zij inderdaad zo abominabel zijn als Multatuli stelt - weg te stemmen. Democratie geeft de mogelijkheid om een andere partij en ander beleid te kiezen. Deze keuzemogelijkheid is het definiërende kenmerk van democratie. De in de politicologische literatuur vigerende minimalistische opvatting van democratie is dat er ten minste de mogelijkheid is voor kiezers om een regerende elite te vervangen door een andere elite. Er zijn ook ruimere definities, waarover later meer. Multatuli noemt de mogelijkheid zelf expliciet: Ik heb veel landen bezocht, en beyverde my overal achttegeven op de publieke zaak. Welnu, ik verklaar nergens zulke totale absentie van plichtsbesef, nergens zo'n walgelyke onbekwaamheid te hebben aangetroffen als by 't bestuur der stad Amsterdam. Amsterdammers, ziet ge dat niet? Reist eens wat, merkt eens wat op, en als ge terugkeert, gaat naar 't stadhuis en gooit... neen, gooit niets. Maar eilieve, kiest anders.Ga naar eind11 Amsterdammers moesten dus anders kiezen. Aanvankelijk had Multatuli ook enig vertrouwen in het publiek, hij deed althans naar eigen zeggen een beroep op het volk met zijn Max Havelaar. De Nederlandse natie moest een oordeel vellen in het geding Multatuli tegen de staat. Ook na het verloren proces tegen van Lennep over de auteursrechten van Max Havelaar stelt Multatuli dat hij zal appelleren voor de rechtbank der publieke opinie. En in Over vrye arbeid overweegt hij oprichting van een derde partij, met als uniek programmapunt dat ‘men de Javaan niet moet mishandelen’. Iemand die niet aan de zinvolheid van verkiezingen gelooft, zal dat niet voorstaan. | |
[pagina 69]
| |
Nu, van die derde partij is het nooit gekomen. En ook in de rechtbank der publieke opinie verloor hij. Of beter, zelfs de velen die Multatuli lazen, bewonderden en met hem instemden, konden hem niet aan het auteursrecht helpen, konden niet zorgen voor maatschappelijke rehabilitatie en konden al helemaal niet de Javaan van uitzuiging vrijwaren. Mogelijk mede ingegeven door deze teleurstellingen wees Multatuli verkiezingen als zelfreinigend mechanisme af. Want later schrijft hij: ‘Het volk echter, minder wysgeerig, beoordeelt veelal den aard der dingen, naar den naam die daaraan door zekere, niet altijd integere, woordvoerders gegeven is.’Ga naar eind12 Het volk kan dus misleid worden. En zelfs als het niet misleid wordt, kan het nog geen vuist maken. ‘Publiek is niemand. Publiek gelooft, neemt aan, juicht toe of verwerpt, beschimpt en verdoemt.’Ga naar eind13 Wie gesteund wordt door publiek, heeft nog niets. Dat gold voor Multatuli en dat geldt voor alle martelaren. Deze kanttekeningen bij democratie - voor Multatuli reden voor definitieve verwerping - worden ook in de politicologische literatuur onderkend. Een bredere opvatting van democratie benadrukt dat de formele mogelijkheid politici te kiezen weliswaar een noodzakelijke voorwaarde is voor democratie maar geenszins een voldoende voorwaarde is. Men moet die keuze ook geïnformeerd kunnen maken en er in vrijheid over kunnen delibereren in een publiek debat. In deze democratieconceptie zijn een vrije en onafhankelijke pers, vrijheid van meningsuiting en vereniging en goed onderwijs geen zaken die kunnen volgen na invoering van een democratie maar zijn definiërende kenmerken van democratie. Geen vrije pers, geen democratie. Multatuli's ideeën en diens kritiek op ‘krantengeschryf’ sluiten hierbij aan. Maar er is meer. Zelfs als kranten en publiek debat kwaliteitsvol zouden zijn, dan nog is er een probleem. En dat is te wijten aan de materiele positie van de arme. De arme teert zwygend weg. Hy heeft de geestkracht niet om verbetering van z'n lot te vorderen, en juist datzelfde lot belet hem om te geraken tot geestkracht. Dit alles loopt rond in 'n fatale kring die verbroken moet worden. [...] Ik zal 't beproeven.Ga naar eind14 Deze twee laatste zinnen wijzen naar wat Multatuli voor democratie in de plaats stelt: verbeterde zeden en moreel leiderschap. | |
(iv) De zeden moeten verbeterenMichel Houellebecq schreef in de novelle Lanzarote dat het menselijke lot niet te veranderen valt zonder de menselijke aard te veranderen. De menselijke aard - volgens Houellebecq te typeren als egoïstisch - bepaalt of een systeem - ongeacht of het in formele zin communistisch of kapitalistisch is - goed uitwerkt. Dit | |
[pagina 70]
| |
nu is precies wat Multatuli stelt. De menselijke aard - of in Multatuli's woorden: de zeden - is bepalend. Zo schrijft Multatuli over de verhouding formele democratie en informele zeden: Democratie in ware betekenis, bestaat in Holland niet! In-stee van de zeden te verbeteren, zoekt men alles in verandering van de vorm der Regering [...], Geen land was ooit zo bespottelyk aristocratisch, als de oude Republiek der verenigde Nederlanden, en dit verandert niet by 'n Wet.Ga naar eind15 Zeden veranderen niet bij wet en het zijn de zeden die veranderen moeten. De zeden worden gevormd door ‘kindergedichtjes, school, katechizatie, preeken, krantengeschryf, deugdmethoden en geschiedenisboekjes’. De constituerende rol die toegekend wordt aan de zeden is Marx op zijn kop. Marx meende dat de economische onderbouw van een samenleving - in bijzonder bezitsverhoudingen - de rest - media, wetgeving, publiek debat, ideologie, onderwijs - bepalen. Kortweg, onderwijs, wetgeving en journalistiek vormen geen kritiek op bezitsverhoudingen, maar rationaliseren en legitimeren deze. Het aangrijpingspunt voor politieke veranderingen is dus de economie (al is discourskritiek niet zonder belang). Bij Multatuli geldt het omgekeerde. De zeden zijn juist het aangrijpingspunt voor politieke verbetering: das Bewustsein bestimmt das Sein. Dit sluit aan bij die post-Marxistische kapitalisme-critici - ook wel Groenen genoemd - die menen dat zolang onderwijs, opvoeding en kunst gedomineerd worden door competitiezucht, individualisme en consumentenisme een werkelijke keer niet te verwachten valt. | |
(v) Radicale, buitenparlementaire actie is het antwoord nietMen zou Multatuli - met zijn antidemocratische pleidooiGa naar eind16 en nadruk op waarheid en rechtvaardigheid - kunnen houden voor een socialist die buitenparlementaire agitatie voorstaat. Voor een activist die zich onderscheidt van de sociaaldemocraat omdat hij sociale waarden langs buitenparlementaire actie tot stand wil brengen. Multatuli stelde inderdaad dat er een ‘onbillijke verdeeling van winst tusschen arbeid en kapitaal’Ga naar eind17 was. En hij vroeg zich inderdaad af wie de ‘kanker van de blanke slaverny’ geneest, want de werkman was slaaf: ‘Z'n maag levert hem gebonden over.’Ga naar eind18 En inderdaad was buitenparlementaire actie hem niet vreemd. Daar getuigt zijn eigen schrijverschap van. Max Havelaar - en nagenoeg al het werk dat er op volgde - was buitenparlementaire actie. En hoewel hij stenen gooien dus afraadde, stelt hij elders: ‘Ik predik ontevredenheid! Ik beweer dat het | |
[pagina 71]
| |
plicht is geen genoegen te nemen met 'n stand van zaken die... de aller kwaadaardigste God onteren zou.’Ga naar eind19 En toch verzette Multatuli zich op meerdere plaatsen tegen de poging van socialisten hem als socialist voor te stellen. Hij schreef Neen, socialist ben ik niet! Ik kan 't program van die party niet onderschryven [...]. Niet alleen dat ik niet socialist ben, ik ben anti-socialist. De socialisten willen den ‘Staat’ almachtig maken, ik dring aan op de meest mogelyke inkrimping der bemoeienis van 't noodzakelyk kwaad dat men ‘Regeering’ noemt. [...] Ze blyken te smachten naar verzwaring van juk, ik eisch, binnen de grens van 't mogelyke: vryheid.Ga naar eind20 Elders stelt hij dat radicalen onmogelijke eisen stelden. Vrijheid, geleidelijkheid, was Multatuli dan toch niet ten diepste liberaal en conservatief? Nu, dat hangt af van hoe die woorden gebruikt worden. Multatuli meende zelf niet conservatief te zijn. Hij wenste naar eigen zeggen juist veel veranderd te zien en hoont conservatieven: ‘Behouden? Wat? Wat wordt behouden? Niets! Dan eigen geld en goed’.Ga naar eind21 Multatuli noemde zichzelf wel weer liberaal, maar nam - juist omdat hij liberaal was - afstand van het ‘valse’ liberalisme van zijn tijd. Op dit punt is van belang hoe men politieke begrippen gebruikt. Grofweg, gebruikt de historicus het als historisch begrip, en in dat geval is Multatuli liberaal noch conservatief, omdat hij geen van beide historische partijen steunde. Als literatuurwetenschapper of biograaf, zou men het begrip kunnen gebruiken zoals de bestudeerde het zelf hanteerde. Dan is Multatuli niet conservatief, wel liberaal. Of men kan het - in navolging van de politicoloog - als analytisch concept gebruiken, waarbij men van de eigen definitie van een begrip uitgaat - los van de historische context - en nagaat of iemand aan die definitie voldoet. Op géén van deze wegen ga ik voort, overwegende dat Multatuli conservatief of liberaal noemen en het daarbij laten mij onbevredigend voorkomt. En het komt mij onbevredigend voor omdat Multatuli's stellingname mij dermate uniek voorkomt dat het een categorie sui generis is; dat de poging hem en zijn gedachtegoed te begrijpen door een combinatie van de begrippen radicaal, behoudend, conservatief, socialist, liberaal meer versluiert dan het verduidelijkt. | |
Van ideeën naar machtsvormingDe tussenstand dat Multatuli is antidemocraat is, conservatief noch behouder is,Ga naar eind22 socialist noch liberaal. En dat hij waarheid, zedelijkheid, rechtvaardigheid, menselijkheid benadrukt. Men zou dat alles conservatief humanistisch kunnen | |
[pagina 72]
| |
noemen of - met de overtuiging dat vrijheid enkel kan bestaan bij de gratie van gelijke kansen, in bijzonder in het onderwijs - sociaalliberalisme avant la lettre. Ik maak geen bezwaar tegen deze typeringen, maar ze zijn de mijne niet. Het gaat namelijk voorbij aan een wezenlijk onderdeel van politiek - beter: de essentie - namelijk machtsvorming. Zoals de definitie van politiek volgens politicoloog Lasswell luidt: ‘Politics: who gets what, when, and how’. Wat politiek onderscheidt van religie is dat het gaat om het hiernumaals, om het haalbare. Ideologie kan wel - zoals dat tegenwoordig heet - ‘stippen op de horizon’ plaatsen die wellicht nooit bereikt zullen kunnen worden, maar het dient evengoed aan te geven hoe dat bereikt zou kunnen worden. Ideologie moet - hoe indirect ook - gegrond zijn in ontologie. De liberaal en sociaaldemocraat zien het verwerven van democratische meerderheden als de weg, de socialist ziet al dan niet gewapende buitenparlementaire actie als de weg, de aristocraat en diens erfgenaam, de technocraat, zien een systeem van persuasie (onderwijs), wortels (coöptatie) en stokken (repressie), geflankeerd eventueel door enige medezeggenschap in de vorm van een formeel aanwezig maar overigens vooral impotent parlement als de weg. Men kan de vraag naar Multatuli's ontologie dan ook anders formuleren. Wat was zijn weg? En: hoe bruikbaar zijn zijn noties in de werkelijke politiek? Multatuli heeft zich daar weinig over uitgelaten. Enige aanknopingspunten kunnen wel afgeleid worden uit Multatuli's eigen pogingen tot machtsvorming. Hij stelde zich kandidaat voor de kiesdistricten Tiel en Leeuwarden. Hij wilde met een legioen van Insulinde Indonesië besturen - met zichzelf als keizer en zijn nicht als Groothertogin van Sumatra. Hij wilde Raad van Indië worden - in ruil voor het niet publiceren van Max Havelaar. Alleenheerschappij ging hij ook niet uit de weg: ‘Ik zou de moed hebben alleenheerser te zyn. Maar wyl ik niet geloof aan substitutie of surrogatie van geweten, zou 'k niet de moed hebben konstitutioneel Koning te wezen van 'n Staat met parlementaire regeringsvorm.’Ga naar eind23 Hoe serieus de pogingen waren, daarover wordt verschillend gedacht, maar waar het hier om gaat, is dat de pogingen er waren maar dat ze alle mislukten. De stemmen voor Multatuli waren op de vingers van twee handen te tellen, hij werd geen alleenheerser van Nederland, geen keizer van Indonesië, niet eens Gouverneur-Generaal. Wat bij al deze pogingen in het oog springt, is dat Multatuli zich niet aansloot bij de liberalen of de conservatieven. Hij was dus politiek een eenling. Willem Frederik Hermans noemt precies dat de ware heldendaad van Multatuli. ‘De grootste politieke “fout” die hij maakte, maakte hij uit overtuiging: hij sloot zich niet aan bij de liberalen [...] dit, dat hij de liberalen niet om de hals vloog, is voor mijn gevoel een heroïscher daad nog dan zijn ontslag nemen in 1856.’Ga naar eind24 Aan dit citaat van Hermans gaan de volgende woorden vooraf: ‘Dat hij [...] nooit door enige Nederlandse politicus au serieux genomen is’, komt doordat | |
[pagina 73]
| |
‘hij was een integer man en geen politicus.’ Integriteit is volgens Hermans een politieke fout. Men zou het ook anders kunnen formuleren. Multatuli's fout was ontologisch, of - wat hetzelfde is - zijn ideologie was niet van deze wereld. Eerlijk zijn in een oneerlijke wereld, non-conformistisch in een conformistische samenleving, principieel temidden van geschipper is maatschappelijke zelfmoord. Die zelfmoord beschrijven - Multatuli zou het ongetwijfeld moord genoemd hebben - dat was zijn schrijverschap. Zonder de maatschappelijke mislukking was er helemaal geen schrijverschap geweest. Dan was Multatuli Eduard Douwes Dekker gebleven en was geworden een onopgemerkte ambtenaar die het wellicht nog eens tot resident zou hebben geschopt. Multatuli heeft zelf niet succesvol aan machtsvorming gedaan, en evenmin heeft hij beschreven hoe dat eventueel wel zou kunnen. Iets anders valt wellicht ook niet te verwachten van iemand die schrijft ‘Ik kan met niemand meegaan, men had met my mee moeten gaan’.Ga naar eind25 Maar in de politiek gaat men alleen mee als dat opportuun is. Een politieke partij is niet een groot uitgevallen literair genootschap. Het is iets anders. Politiek gaat over macht. Multatuli wist dit ergens zelf ook: ‘Politiek is een markt waar niemand meer koopt dan hy geld of krediet bezit’.Ga naar eind26 Je zou het ook nog weer anders kunnen formuleren. Multatuli was een religieus denker. Zijn schrijversnaam suggereert volgens Jacques Vogelaar al duidelijk een Imitatio Christi.Ga naar eind27 Zijn gelijk is niet van deze wereld. Multatuli heeft zijn eigen bejegening meer dan eens vergeleken met kruisiging. Dit kan overdreven aandoen, het is overdreven, maar de analogie is er. Het goede doen, zoals Multatuli deed in Lebak, haalde niets uit. En daarvan getuigen door ‘houd de dief’ te roepen in Max Havelaar evenmin. Multatuli houdt in daad en woord een ideaal voor, waarvan lezer en schrijver weten dat het onbereikbaar is, waarvan Brest van Kempen en Van Twist wisten dat het onbereikbaar was en waarvan liberalen en conservatieven wilden dat dat nooit bereikbaar werd. Dus was Multatuli een religieus denker en geen politiek denker? Ook hiertegen maak ik geen bezwaar, maar deze typering is mijns inziens evenmin compleet want weer te apolitiek. Als bewijsplaats zij aan het woord gelaten drie Nederlandse schrijvers die over Multatuli schreven. Carel Vosmaer schreef in 1874 in Een zaaier over Multatuli dat hij ‘strijdt voor beginselen, maar hij doet het niet als advokaat, als staatkundige, als koopman; hij doet het als denkend kunstenaar.’ En later schreef Menno ter Braak in 1938 in In gesprek met de vorigen over Max Havelaar: ‘Droogstoppel [...] wanneer hij in de exaltatie van een maatschappelijken mislukking een ongeoorloofde aanslag op zijn wereld ziet’, ‘Alleen Droogstoppel zelf is compleet gezond want hij kent geen andere normen dan de maatschappelijke soliditeit’, ‘Zodat hij zijn eigen macht als recht gaat afficheeren’. En Willem Frederik Hermans schreef: ‘Max Havelaar is meer dan een kritiek op een bepaald | |
[pagina 74]
| |
soort mensen in een bepaalde tijd. Het is een kritiek op de onuitroeibare menselijke zwakte en de menselijke gemeenheid in het algemeen.’Ga naar eind28 Deze Nederlandse schrijvers na Multatuli brengen hem in verband met strijd voor beginselen, met aanslag op de Droogstoppels, met kritiek op gemeenheid. Ik meen inderdaad dat dat de politieke kern is. Multatuli heeft als geen ander verwoord wat er mis is met de politiek - met de wereld, zo men wil - en daartegenover gesteld een oeuvre dat tot permanente inspiratie dient voor wie de Droogstoppels van deze wereld, de schipperaars, de opportunisten, de conformisten, de mandarijnen, onder kritiek wenst te stellen. Dat is geen revolutie en tast de machtsverhoudingen dus niet aan. Wel tast het aan en wenst het aan te tasten de legitimatie daarvan. Meer dan rijkdom en eerbetonen bestaat in elk systeem de ultieme politieke overwinning van machthebbers daaruit dat de machtelozen overtuigd worden dat de macht legitiem is. Zolang Multatuli gelezen wordt, zal die politieke overwinning niet volledig plaats gevonden hebben. |
|