Boekbesprekingen aforismen
Maurice Casteels: ‘Blanc et Noir’
(‘L'Edition’ Bruxelles)
Canstant Burniaux: ‘Le Film en Flammes’
(Edition du Bourg, Anvers)
Twee boekjes nog steeds van de verfijnd-pessimiestiese obsessie van het ‘ik’ doortrokken, die het impressionism en de kunst van de 19e eeuw bij ons zo weinig genade laten vinden.
‘Blanc et Noir’ is meer gewild letterkundig, soms effektenjacht met zweepslag van korte volzinnen of onverwachtsfilozofie die te gemakkelik eindigt met een bittere uitroeping sus aan alles wat ‘harmonie’ heet en ‘goede smaak’. Waar Maurice Casteels nadenkt over dingen van het leven moest hij beginnen het leven aktief te tonen in zijn grootste gemene deler. Het leven (waarvan de zin zich alleen openbaart in het feit zelve het te ondergaan) is een boek dat men leest al levende,.... van buiten gezien is het een sfinks.
Constant Burniaux schijnt dit beter begrepen te hebben in zijn langdradig en vervelend romannetje (met tendenz om de jongelieden van het trouwen afkerig te doen worden), waarvan de grootste verdienste wel ligt in een trachten naar rechtzinnigheid en eenvoud van denken.
Beide toch zijn allerminst kunstenaars: analyse, analyse, analyse, en gevoelsuitdrukkingen met hier en daar een mooi beeld, maar nergens de klaresuggestie van het woord, met zijn talloze schakeringen van rythm, klank, beeld, plastiek, emotie, idee.
‘Soldats’, ‘Sonate’, ‘La Vie Bête’ en ‘L'Emeute’ zijn m.i. de beste en meest kenschetsende stukjes uit ‘Blanc et Noir’. La Vie Bête’ laat ik hier volgen:
Il suffirait de partir, très loin.
De se battre pour n'importe quoi.
De subir un malheur ou une joie.
D'être en prison ou à l'hôpital.
De vivre seul sans femme et sans ami.
De vivre à cent, en une fois.
D'avoir une haine précise avec une vengeance au bout.
D'être véritablement bon jusque'à découvrir une abnégation.
D'exciter quelque chose de grand et de terrible.
Et au lieu de tout cela on serre des mains.
On allonge des écrits qui ne cassent pas assez.
On se montre pour se dire qu'on est là,
On sait qu'il est dix heures du matin ou minuit.
Et on est là qu'on s'embête rageusement et qu'on vit pourtant.
Ik reken de lino's van Pierre Flouquet die het werkje opluisteren onder de beste abstrakten van deze jonge plastieker.
I | De Geschiedenis is de geschiedenis der misverstanden vanwege de Massa ten opzichte van de Ideeën die ze opneemt. |
II | Menschen hebben overtuigingen uit inertie en luiaardij; nadenken geeft geen overtuigingen. |
III | Rede dient enkel tot Kritiek; schepping eischt daarenboven levenskracht. |
IV | De XIXe Eeuw heeft tegen de Techniek gesparteld.
De XXe neemt ze op tot organische vervolmaking der kultuur. Dit pleit voor de vitaliteit onzer eeuw. |
V | De Materialist: De uitvinding is een resultante, geen uitgangspunt.
De Idealist: De uitvinding is een uitgangspunt, geen resultante.
De levende mensch schept. |
VI | Het klaar besef van relativiteit der dingen leidt tot pessimisme of tot scepticisme enkel hen die er niet tegen opgewassen zijn. |
VII | Onafhankelijk oordeelen is voor de meeste menschen zoo onmogelijk als meten zonder maatstaf.
Ze herleiden alles tot hun lichaam: Barbarij.
Ze herleiden alles tot hun princiepen: Civilisatie. |
VIII | Men pocht altijd op die eigenschappen die men van de natuur ontvangen heeft, nooit op door arbeid verworvene. In ons rijk der Naamkaart schijnt het beter iets te zijn dan veel te verwezenlijken. |
IX | Redenering blijft altijd een kaakslag aan het menschelijk verstand. |
P. VERRIJKEN.