Oproep tot aandacht
Het internationalism is ‘de bon ton’ geworden, en men aanziet de kunstenaars als de aangewezene ponteniers om de bruggen tussen de volken te leggen. Te Parijs gouteert men weer Richard Wagner, te Berlijn valt de franse jolligheid weer in de smaak. De kultuur is in volle bloei (er zijn immers genoeg kunst-mesthopen in Europa) en over alle bruggen is het verkeer weer vrij. De nieuwe kunst is neoklassiek, daar klassisism van oudsaf gangbaar is voor kultuur- en kunstburgers.
Geen hersenen zijn het die over zulke problemen nadenken, omdat het geen problemen zijn. Geen kunstenaars zijn het die kunst met gewoonten verwarren. - Kunst die niet eens iets met individuen te stellen heeft; kunst die ver boven het verstand zweeft; kunst zou met de geografiese en ekonomiese organisatie s van mensen iets te maken hebben? Of is horen en zien soms ooit een nationale of internationale eigenschap geweest?
Geen idealen, kustenaars van deze wereld; want alle onheil van deze wereld groeit uit idealen. Door idealen kan men slechts overtuigen of overtuigd worden. Idealen zijn abstrakties van eigenschappen die ontbreken aan de mens, afzonderlik bekeken.
De gemeenschappelik gemengde eigenschap noemt men nationaal gevoel, de individueel gemengde eigenschap noemt men de deugd. Nationaalgevoel en deugd zijn hulpmiddelen der bezittenden tot heerschappij over de niet-bezittenden. De bezittenden kleven het bestaande aan en de niet-bezittenden zijn zo bezeten dat zij zich uit de nood een deugd hebben laten maken.
Wat heeft dat alles met kleuren en tonen te stellen? Niemand bezit ze. Kinderen spelen er mêe, kunstenaars ordenen ze. Dit ordenen is de kunstzin, die ordening is de kunst. De ordening kan door niemand voorgeschreven worden, noch door oud-, noch door nieuwklassiekers, noch door Rembrandt noch door Picasso, beide overigens sekundaire verschijningen.
Datgene, en uitsluitend datgene kan als kunstwerk aanzien worden, hetwelk aan de mens niets buiten zich laat indenken. Het zien van de kleuren, het horen van de tonen moet 'n volledigheid op zichzelf daarstellen. Bij de oude goedzappige kunst kon men zich inbeelden het geschilderde model te bezitten, of de fijne vruchten, of het afgebeelde slot in het woud vol herten. Enkel kleuren of tonen bezitten daarentegen, heeft geen illusionair-materiële waarde, is iets voor de armen van geest,... en dus niets voor de intellektuelen, de kenners, die kunst met pollepels gezwolgen hebben en ze daarom zeer logieser wijze niet meer kunnen zien.
Dit is niet biezonder diep maar waar. Want al het zichtbare is aan de oppervlakte en het schilderij is vlak. Geeft dit beschilderde vlak gene diepte? Wast de vrucht uit het zand? Leeft de mens zonder bloed? Brandt het vuur uit de lucht?
Kunst is de ordening van geestelike gewaarwordingen. Enkel het evenwichtig denken geeft betekenis aan de kunst. Een geesteswerk dat ondoordacht is (onevenwichtig), is zinloos. Enkel uit het bewustzijn kan men scheppen. Weg met de kultuur van idealen en tendenzen. Laat de zinnen denken, laat de kunst voortbrengen, d.i. nieuwe vormen scheppen.
(Berlijn Desember 1922)
Herwarth WALDEN.