(Opstaande, wijl het door z'n hoofd gaat dat hij nu ook weer de eerlikste is)
Ook nu geloof ik,
(zwijgt, en zet zich terug).
Och, het was maar 'n gedachte die ik opmerkte. 't Heeft voor U geen belang, ook niet voor onze verhouding. Het staat er buiten, en 't is best dat ik ze niet uitdruk.
Zeg het dan maar wat het was.
Ze was juist, maar het U zeggen zou lelik zijn. Zou je me iets leliks willen doen verrichten?
(Zwijgt, en speelt met haar handschoenen).
Denk je niet dat het beter zou zijn als we voort nog maar vrienden waren? Eerliker?
Zou het niet het eerlikste zijn er voor uit te komen dat het uit is?
Als dàt wat ons bijeen bracht, de verontschuldiging en de heiliging onzer vereniging, niet meer bestaat, moeten we van-een gaan. Zo luidde de wet onzer vrije liefde. Als het vuur is opgebrand moeten we niet bij de koude as blijven zitten, dan verkleumen we, en sterven. Laat ons niet bijeen blijven uit gewoonte.
Géo, denk je dat ik dan zou gekomen zijn?
Dan zou je niet zo lààt gekomen zijn
O, vroeger kwam je omdat je van me hield. Nu kom je omdat je van mij gehouden hebt. Als 'n vrome tocht naar 'n graf. Om de herinnering die je nog lief is. En omdat je me langzaam verlaten wilt. Ik dank je wel om de intentie; maar ik meen dat ik ze niet op prijs weet te stellen.
(Innerlik bang betrapt te zijn)
Hoedat, Géo?
Dat je dat de volgende maal maar niet meer doen moet.
(bijt op haar zakdoekje, ziet stil voor zich, denkt even na, dan, vermoeit tegen hem aanleunend)
ik ben zo moe.
Dat is van die wandeling. Wat denk je nu zelf over je flirt met Constant. Hoe hou je van hem?
(haalt de schouders op)
Constant stelt me vragen, thuis horen ze me uit, en ook gij ondervaagt me.
Ik meen er het meest toe gerechtigd te zijn, daar ik ze meest in je eigen belang opgelost zag.
Misschien zou er mijn houding ook door veranderen. Mijne gevoelens niet...
(Stilte)
Waarom sta je niet op en roept dat ik lieg, dat je nog van me houdt als vroeger, maar je-zelf, geweld doet om de scheiding makkeliker te maken! Waarom verleen je door je zwijgen kracht van waarheid aan m'n beschuldigingen? Zie je dan niet hoe ik 't er op aan leg om je tot de grote bekentenis te brengen, waar al je zelfbedwang schipbruik zou lijden bij de foltering die ik je ondergaan doe? Spreek dan toch, en eens voor goed vecht het voor U uit, en kies, als je weet wat je wilt.
Omdat je de moed mist van je overtuiging.
Ja jonge, maar thuis zitten ze er toch altijd achter
(hem de hand op den mond leggend)
Niet zeggen, van Moeder niets zeggen.
Die alles niet verlaat om mij, is mijner niet waardig.
(Wringt de handen, staat op, schikt haar hoed, en wil hem, die is blijven zitten, nog eens zoenen).
(Ontwijkt en staat op)
Als je thuis komt zeg je aan je moeder dat ze 't gewonnen heeft, en wens haar voor me geluk, maar dat ik haar niet felisiteren kan om de middelen die ze er toe aangewend heeft.
Heb ik het afgemaakt, Géo?
(zacht)
Géo.
Och, voor je wil ik wel zeggen dat ik het deed, maar aan je moeder mag je niet liegen. En, wat maakt 'n leugen min of meer tussen ons. Liefde die in staat van ontbinding verkeert en gewoonte dreigt te worden, moet je weg smijten, als je er niet mee vergaan wilt.
Ik heb opgemerkt dat de eenige manier om rechtvaardig te zijn is, onbevooroordeeld en zacht te staan tegenover het U vijandige, en onbevangen en hard tegenover het U lieve.
We moeten sterk genoeg zijn om van geen vrome leugens te willen horen, als onze liefde in waarheid geweest is: de schone gave van onszelf aan elkander. Alleen aan die prijs krijgen we recht op vrede.
Laat ons niet liegen nu. Dit uur is zo heilig als het andere, toen je tot me kwam en in kinderlik vertrouwen de vaas braakt uwer liefde om m'n gewonde voeten te zalven.
Denk je dat ik gelogen heb?
Neen. Nu nog niet. Maar als we nu eene leugen toelaten, de gebaren maken en uiterlik herhalen wat eens in de overmacht van ons voelen 'n schepping was, uitdrukking van onze innerlike ontroering; wat daardoor de betekenis had van 'n onthulling aan ons zelf van ons zelve, dan zal het eerlike daarvan verdacht worden, of er ook toen geen oprechtheid tussen ons was.