OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 31
(2012)– [tijdschrift] OSO– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 232]
| ||||||||||||||||
Ellen de Vries
| ||||||||||||||||
[pagina 233]
| ||||||||||||||||
Ellen de Vries ‘Als deze foto het symbool is van onze natie, dan zijn we in problemen’
| ||||||||||||||||
[pagina 234]
| ||||||||||||||||
Wat zeggen foto's eigenlijk?Zien is geloven. De kracht van de foto schuilt in zijn veronderstelde objectiviteit. De Franse filosoof Barthes stelde in 1957 al de ‘vanzelfsprekendheid’ van persfoto's waarin een gebeurtenis als het ware op heterdaad betrapt lijkt, ter discussie (Barthes 1957, 2002: 113-115). Het ziet er weliswaar naar uit alsof de foto de werkelijkheid representeert, maar de persfoto is bij uitstek bedoeld om een boodschap uit te dragen. Zoals Barthes schrijft: Considered overall this message is formed by a spurce of emission, a channel of transmission and a point of reception. The source of emission is the staff of the newspaper, the group of technicians certain of whom take the photo, some of whome choose, compose and treat it, while others, finally give it a title, a caption and a commentary. The point of reception is the public which reads the paper. (1984: 15) Barthes onderscheidt zes aspecten die foto's een zekere lading kunnen geven: 1. trick effects: de foto kan bewerkt worden, zodat een ander beeld en dus ook een andere betekenis ontstaat; 2. pose: de fotograaf bepaalt vaak wat en hoe iets of iemand in beeld te zien is; 3. objects: objecten in de nabi|heid van de geportretteerde kunnen een relatie tussen het object en geportretteerde suggereren; 4. photogettia: belichtings-, afdruktechnieken en camera-instellingen kunnen de afbeelding een bepaalde betekenis verlenen; 5. aestheticism: de foto kan verwijzen naar beroemde, bestaande kunstuitingen en 6. syntax, de foto kan onder invloed van een nevenstaande foto van betekenis veranderen, De persfoto gaat altijd, zo constateert Barthes, vergezeld van een bijschrift. Dat vertelt ons hoe de foto geïnterpreteerd moet worden (Barthes 1984: 15-32). De historicus en ethicus Van den Berghe (2011: 13) analyseert in Kijken zonder zien - omgaan met historische foto's niet alleen de afbeelding van wereldbekende, historische foto's, hij bestudeert vooral hoe ze tot stand kwamen en wat er vervolgens mee gebeurde. Hij verbaast zich erover, dat foto's in vergelijking met geschreven bronnen minder kritisch benaderd worden dan op grond van hun overtuigings- en bewijskracht zou mogen worden verondersteld. De levensloop van iedere foto dient achterhaald te worden, meent hij: Wat bracht de fotograaf in beeld en wat liet hij bewust of onbewust buiten beschouwing? (...) Werd de foto geënsceneerd of gemanipuleerd? Is het een uniek beeld, zijn er varianten, maakt het deel uit van een reeks? Werd de persoon of gebeurtenis in kwestie ook door anderen gefotografeerd? Verschillen die beelden en zo ja waardoor? Welke betekenissen kreeg of verwierf de foto? (...) Wanneer en waar werd de foto voor het eerst gepubliceerd? Met welk effect? (...) Wie | ||||||||||||||||
[pagina 235]
| ||||||||||||||||
voorzag het beeld van onderschrift en hoe zijn die in de loop van de tijd geëvolueerd? (...) Hoe en onder welke omstandigheden en voor welk publiek groeit een beeld uit tot een icoon? (2011: 13) Van den Berghe (2011: 12) meent dat ook foto's van historische gebeurtenissen meerduidig zijn en men er goed aan doet zoveel mogelijk perspectieven aan bod te laten komen. Binnen Media- en Journalism studies worden foto en bijschrift al langer als belangrijke onderzoeksobjecten beschouwd.Ga naar voetnoot1 Zij worden gezien als zogenaamde framing-mechanismen (Tankard 2001: 100-101). Onder framing wordt verstaan een proces van ‘selecting and hightlighting some facets of events and issues, and making connections among them so as to promote a particular interpretation, evaluation and/or solution’ (Entman 2004: 5). Frames vormen samenhangende argumentaties, die aangeven hoe iets gezien moet worden (Vasterman 2004: 42). In de Nederlandse vertaling spreken we van frame als interpretatiekader. In dit artikel gebruik ik de inzichten van bovengenoemde onderzoekers voor de analyse van deze foto. Dat er in het verleden ‘achteloos’ met fotomateriaal is omgegaan door foto- en persagentschappen, zoals Van den Berghe (2011: 12) opmerkt, kan ik bevestigen. In mijn speurtocht naar deze foto stuit ik inderdaad al snel op problemen. In het fotoarchief van NRC Handelsblad is de bovengenoemde foto niet terug te vinden. Vermoedelijk omdat wijlen fotograaf Chris de Jongh een freelancer was. Ook in andere archieven - dat van Hollandse Hoogte en Spaarnestad Photo & Nationaal archief - ontbreekt de foto. Aan de hand van artikelen en gesprekken met betrokkenen doe ik niettemin een poging om te achterhalen hoe de foto tot stand kwam, maar vooral wat er met de foto is gebeurd, hoe die is ontvangen en welke rol die speelde in de ‘kerstcoup’. Ik begin met een schets van de historische context. | ||||||||||||||||
Historische achtergrondAanvankelijk juichten velen in Suriname de staatsgreep die zestien militairen onder leiding van Desi Bouterse in 1980 pleegden toe. De onvrede met de zittende regering onder leiding van Henck Arron was groot. Arron werd beschuldigd van corruptie en spilzucht. Nederland gedoogde de nieuwe machthebbers. Maar toen het leger op 8 december 1982 vijftien vermeende tegenstanders van het bewind doodschoot, schortte het eenzijdig de ontwikkelingshulp op die Suriname bij de onafhankelijkheid van 1975 was toegezegd. Aan hervatting stelde het voormalig moederland als | ||||||||||||||||
[pagina 236]
| ||||||||||||||||
eis: terugkeer van de democratie. Suriname verweet Nederland contractbreuk en neokolonialisme. In 1987 vonden na zeven jaar eindelijk weer democratische verkiezingen plaats. De ‘oude’ politieke partijen NPS, VHP en KTPI - nu verenigd in het Front voor Democratie en Ontwikkeling - die in 1980 van het pluche waren verjaagd, wonnen deze verkiezingen glansrijk van de zojuist opgerichte NDP van legerleider Desi Bouterse. Daarmee kwam er in 1987 formeel een eind aan de dictatuur. Aan vicepresident Henck Arron - weer in ere hersteld - en president Ramsewak Shankar de taak het land op orde te brengen. Dat was geen sinecure. Er waren talloze problemen: de drugshandel die onder de militaire periode een grote vlucht had genomen, moest aan banden gelegd worden. Er diende een einde te komen aan de slepende binnenlandse oorlog: in 1986 had Ronnie Brunswijk met steun van het Surinaams verzet in Nederland de strijd aangebonden met het leger van Bouterse. De zieltogende economie noopte bovendien tot ingrijpende maatregelen. Nederland verlangde behalve terugkeer naar de democratie nu ook strenge economische saneringen in ruil voor hervatting van de hulp. Daarnaast waren er de gebruikelijke strubbelingen met de oppositie. Maar erger nog: ook binnen de Front-regeringscoalitie (NPS, VHP en KTPI) rommelde het. Binnen de NPS woedde een machtsstrijd. Fractievoorzitter Nooitmeer wenste een tussentijdse kabinetshervorming (lees: nationaal kabinet) om de economische crisis te bezweren. Arron, eveneens van de NPS, was tegen; hij beschouwde dat als een afwijzing van zijn beleid. Ook wordt wel gesuggereerd dat er binnen de VHP - waartoe Shankar behoorde - verschil van mening bestond over de noodzaak van een nationaal kabinet.Ga naar voetnoot2 Bouterse (NDP) zou een tussentijdse hervorming toegejuicht hebben in de hoop dat zijn aan de militairen gelieerde partij daarin zou kunnen participeren. De militairen waren misnoegd, omdat de regering de Militaire Politie haar opsporingsbevoegdheid had ontnomen. Ook het voornemen van de regering een grondwetswijziging in re voeren die de macht van de militairen indamde, stuitte op verzet (Hoogbergen & Kruijt 2005: 225).Ga naar voetnoot3 In deze complexe situatie vertrokken president Shankar en legerleider Bouterse op dinsdag 11 december naar Nederland. Toevallig of niet? Tegelijkertijd. Met hetzelfde vliegtuig. Shankar zou een week ‘privé’ naar Nederland gaan in verband met medische controle. Hij zou bovendien premier Ruud Lubbers en koningin Beatrix ontmoeten. Bouterse had een andere bestemming: via Schiphol reisde hij naar de hoofdstad van Ghana om zich te oriënteren op ‘samenwerkingsvormen’ die tot verzoening | ||||||||||||||||
[pagina 237]
| ||||||||||||||||
konden leiden tussen zijn leger en de strijders van Brunswijk. Ook zou hij in Zürich of Parijs praten niet het Surinaams verzet in Nederland dat hij wilde betrekken bij de vredesbesprekingen. Bouterse ging op vredesmissie met volledige instemming van de Surinaamse regering (de Ware Tijd, 10 december 1990). | ||||||||||||||||
ProblemenVoor het vliegtuig landde, was er al commotie. De komst van Bouterse naar Nederland riep verzet op. Het Openbaar Ministerie in Haarlem onderzocht de mogelijkheid om Bouterse te arresteren vanwege de decembermoorden, maar oordeelde dat Bouterse niet in Nederland gearresteerd kon worden voor iets dat in Suriname had plaatsgevonden. Na aankomst op Schiphol woensdagochtend 12 december werd Bouterse direct afgezonderd. De Rijkspolitie had van het Ministerie van Justitie opdracht gekregen ervoor te zorgen dat Bouterse niemand zou kunnen spreken. Niet om politieke, maar om veiligheidsredenen, zo luidde de verklaring. At degenen die stonden te wachten - aanhangers zowel als tegenstanders - vingen niet meer dan een glimp op van Bouterse. Dat gold ook voor de Nederlandse pers die met camera, microfoon en pen in de aanslag stond te wachten. Bouterses rechterhand Henk Herrenberg sprak schande van de behandeling die Bouterse ten deel was gevallen. Bouterse die geen visum had gekregen, liet weten er alsnog een aan te vragen, zodat hij op de terugreis van Ghana toch zou kunnen spreken met de mensen die op hem hadden staan wachten. President Shankar daarentegen verliet ongehinderd het vliegveld en bracht dezelfde dag nog een bezoek aan premier Lubbers. Het avondblad NRC Handelsblad publiceerde die middag, 12 december, midden op de voorpagina een grote foto van Shankar, de foto die ik eerder beschreef, voorzien van het onderschrift ‘wachtend op de ontvangst door premier Lubbers’. De volgende dag al sprak het Surinaams parlement - De Nationale Assemblee (DNA) - afkeuring uit over de behandeling die Bouterse en Shankar ten deel was gevallen in Nederland. De West van donderdag 13 december schreef: Ook president Shankar werd in Nederland onheus behandeld. Dit hebben Nederlandse dagbladen gemeld, die van ons staatshoofd een foto hebben gepubliceerd, terwijl hij in de kou op premier Lubbers wacht voor een gesprek. Eerder viel bevelhebber Bouterse een onheuse behandeling te beurt, waarover DNA onder voorzitter Otmar Rodgers zijn grote afkeuring heeft uitgesproken. Volgens hem maakt het niet uit hoe wij als Surinamers tegenover elkaar staan. ‘Wij moeten als Surinamers er nooit aan meewerken dat onze waardigheid door het slijk wordt gehaald’, zei de NPS-topper. | ||||||||||||||||
[pagina 238]
| ||||||||||||||||
Volgens NDP-fractievoorzitter Frank Playfair, waren de Surinaamse autoriteiten vooraf door de Nederlandse autoriteiten op de hoogte van de maatregelen die de Rijkspolitie zou treffen bij aankomst van Bouterse op Schiphol. Playfair maande voorzichtig te zijn met beweringen die later mogelijk weer ‘ingeslikt’ zouden moeten worden. De minister van Buitenlandse zaken Eddy Sedoc (NPS) verdedigde zich regen deze verholen beschuldiging met de opmerking dat de dienstreis van Bouterse niet door zijn ministerie was gecoördineerd. Playfair meende, dat ook uitgezocht diende te worden wat er met Shankar was gebeurd. Sedoc zei via faxberichten te beschikken over krantenartikelen die melding maakten van de wijze waarop Shankar was behandeld. Sedoc suggereerde dat er wel eens sprake zou kunnen zijn van ‘truckages’. ‘We moeten ons niet laten verleiden al te haastige meningen of oordelen te vellen’, vond Sedoc in De West. Ook de Ware Tijd van 14 december maakte gewag van de zaak. De krant meldde dat Bouterse via zijn de persvoorlichter Borger Breeveld liet weten aanstoot te nemen aan de foto in NRC Handelsblad waarop president Ramsewak ‘gelaten’ stond te wachten. Bouterse vond: ‘Een president hoeft nergens te wachten. Een dergelijke foto in een Nederlandse krant is een blamage voor zowel onze president als voor ons land en ons volk.’ In NRC Handelsblad van vrijdag 14 december verschenen soortgelijke citaten. Dat was niet toevallig, want de schrijver, correspondent van NRC Handelsblad in Paramaribo, was Leo Morpurgo: hoofdredacteur van de Ware Tijd. Op 15 december besteedde de Ware Tijd nog eens aandacht aan de foto onder de kop ‘Onheuse behandeling president’. | ||||||||||||||||
Verkiezingen?Shankar vertrok nadat hij de koningin een bezoek had gebracht 's ochtends 18 december weer naar Suriname. Voordat hij aan boord van het vliegtuig stapte, stond de president Nederlandse verslaggevers te woord. NRC Handelsblad van 18 december noteerde dat Shankar in de loop van het volgend jaar nieuwe verkiezingen verwachtte: ‘De president zei dat het [economisch] aanpassingsprogramma dat nu in voorbereiding is, hiertoe aanleiding geeft.’ Volgens Shankar had het onderhoud met premier Lubbers ‘zaken verduidelijkt in de relatie tussen Suriname en Nederland’. Hij wilde hierover niet in details treden tegenover NRC Handelsblad. In hetzelfde bericht stond dat Bouterse die inmiddels was teruggekeerd uit Ghana 's morgens bijna zes uur door de Rijkspolitie was vastgehouden in de transitruimte op Schiphol. Volgens de woordvoerder van het ministerie van Justitie betrof het een maatregel ter bescherming van Bouterse die in Nederland ‘verre van onomstreden’ zou zijn. De visumaanvraag waarover Bouterse voor zijn vertrek naar Ghana had gesproken was niet gehonoreerd, uit ‘oogpunt van openbare orde en veiligheid’. De Volkskrant van 19 december rekende uit Shankars mond op, | ||||||||||||||||
[pagina 239]
| ||||||||||||||||
dat hij vergeefs had geprobeerd een visum voor Bouterse te bemachtigen. Hij zei de behandeling van Bouterse te betreuren en liet zich positief uit over Bouterses vredesmissie. Hij verwachtte binnenkort een vredesregeling. De president ontkende desgevraagd dat hij met Lubbers gesproken had over een rol voor het leger in een hervormde Surinaamse regering. In Suriname werd verbaasd gereageerd op de mededeling van Shankar dat er mogelijk volgend jaar verkiezingen zouden worden gehouden in Suriname. De Ware Tijd van vrijdag 19 december verwonderde zich bovendien over de koppeling tussen verkiezingen en economisch hervormingen. Shankar zou bij aankomst op de luchthaven in Paramaribo aan de pers verteld hebben, dat Nederland ten aanzien van het ontwikkelingsbeleid wel bereid is te ‘helpen’, maar dat Suriname een aantal zaken ‘zelf moet doen’. Verder ontkende Shankar - refererend aan de foto in NRC Handelsblad - onheus te zijn behandeld. De Ware Tijd schrijft: Toen hij eraan kwam vroegen de fotografen hem om te poseren. Dat heeft hij toen gedaan. Over de wijze waarop de foto is gebracht in de pers, is gesproken over riooljournalistiek. Over de behandeling van bevelhebber Bouterse die hij afkeurenswaard vond, verklaarde de president dat de bevelhebber had meegedeeld dat Nederland het van te voren had moeten zeggen als men niet wilde dat Bouterse via Nederland reisde. In De West van zaterdag 19 december die doorgaans later verschijnt dan de Ware Tijd, werd het bericht van verkiezingen weer ontkend: Een woordvoerder van het presidentieel paleis verklaarde vanmorgen tegenover onze redactie dat de president in Nederland gezegd heeft dat hij indien de omstandigheden dat zouden eisen hij kiest voor verkiezingen en niet voor een nationaal kabinet, omdat dit niet de gevoelens van het volk weer zou geven. De president zei er niet bij onder welke omstandigheden deze vervroegde verkiezingen noodzakelijk zouden kunnen zijn. Columnist Winied van de Ware Tijd sneerde 's maandags op zijn vaste plek op pagina 2 naar aanleiding van de ontstane verwarring: ‘Natuurlijk heeft iedereen weeroom Ram [Ramsewak Shankar] verkeerd verstaan en begrepen. (...) maar als iedereen het aan het verkeerde eind heeft moet het ook wel aan oompje liggen.’ Legerleider Bouterse die inmiddels in Zwitserland was aangekomen, gaf tegenover de Nederlandse pers - die naar Zwitserland was getogen - te kennen een televisiedebat te willen met de Nederlandse regering over de mensenrechtensituatie in Suriname, drugs en de decembermoorden uit 1982. Hij wenste voor eens en voor altijd een aantal misverstanden uit de | ||||||||||||||||
[pagina 240]
| ||||||||||||||||
weg te ruimen. De Nederlandse regering ging niet op de uitnodiging in. Twee dagen na aankomst van Shankar, op vrijdag 21 december, acht dagen nadat de foto van de president in NRC Handelsblad werd afgedrukt en een dag vóór de terugkomst van Bouterse in Suriname, publiceerde de Ware Tijd de foto waarover zoveel te doen was geweest. Het onderschrift bij de foto luidt: ‘De gewraakte foto van president Shankar bij de woning (sic!) van premier Lubbers - foto NRC Chris de Jongh’. Daaronder was een kleine foto geplaatst waarop we Bouterse zien, in burger met een bril op en een das om. Achter hem staat een man die blijkens het onderschrift ‘Bevelhebber Bouterse bewaakt op Schiphol’ een bewaker moet zijn. De foto was gemaakt door Telegraaf-fotograaf Hans Peters. Het is verleidelijk om de beelden te interpreteren als illustratie van de onwaardige behandeling die twee belangrijke Surinamers in Nederland ten deel viel. Intussen was Bouterse vanuit Zürich weer terug op Schiphol. Wederom, meldde onder andere De Telegraaf van zaterdag 22 december, mocht hij met niemand spreken. Ditmaal niet met het Surinaams verzet in Nederland. Het verzet had het kort geding dat het tegen de Nederlandse staat had aangespannen, verloren. Bouterse vloog om 11.30 uur terug naar Paramaribo. | ||||||||||||||||
JokerToen Bouterse zaterdagavond 22 december voet op Surinaamse bodem zette kondigde hij onverwachts zijn ontslag uit het leger aan. In de Ware Tijd van maandag 24 december lezen we zijn beweegredenen. Bouterse zou zijn functie als bevelhebber neerleggen, omdat hij onmogelijk opdrachten kon aannemen van zijn opperbevelhebber, president Shankar, die hij bestempelde als ‘een joker, zonder trots en waardigheid’. Hij toonde de NRC Handelsblad -foto die de vorige dag in de krant had gestaan: We hebben een x aantal leiders (...) die het werk voor de Hollanders willen doen, als hondjes willen lopen achter de Hollanders. En het resultaat is ook daar. U hebt de foto zeer zeker gezien. Ik kan u zeggen deze foto van de president van Suriname heeft in alle grote bladen daar gestaan en ook in Afrika. De president is (...) het symbool van de natie, wel als dit het symbool is van de natie, wel dan zijn we in serieuze problemen. Want dit heeft veel meer van de foto van een joker. (..) En het probleem dat we nu hebben, deze man is mijn baas, symbool van de natie. Zonder trots, zonder waardigheid, zonder dignity. Ik vraag me af hoe zo iemand mijn baas kan zijn. | ||||||||||||||||
[pagina 241]
| ||||||||||||||||
Bouterse verklaarde misnoegd te zijn over zijn behandeling in Nederland waaraan volgens hem de Surinaamse regering debet was. Shankar had voor hem in de bres moeten springen. Ook De West berichtte dat Bouterse zijn functie neerlegde. In het redactioneel commentaar van 24 december verklaarde De West dat de Nederlandse pers de foto van Shankar misbruikt had en er opzettelijk een verkeerd onderschrift onder plaatste. Waarom ‘de’ Nederlandse pers dat deed, werd niet uitgelegd. De krant voorspelde dat het ontslag van Bouterse en de ontstane situatie weinig goeds beloofde. Het redactioneel van de Ware Tijd van 24 december stelde dat de oorzaken voor het ontslag van Bouterse dieper lagen en wees naar al langer bestaande spanningen tussen regering en militairen. Bouterse zou zichzelf maar ook de kiezers nooit hebben vergeven, dat hij de verkiezingen van 1987 zo fors verloor. Bouterse wilde meer ruimte in zijn strijd tegen de zittende Frontregering. De Ware Tijd meende dat de gekwetste trots van Bouterse ondergeschikt was gemaakt aan het grotere belang van vrede en ontwikkeling. De krant wist niet precies wat Bouterse bedoelde met de uitspraak dat de bevolking in een verkiezing een keus zou moeten laten blijken. De Ware Tijd herinnerde eraan dat er in 1987 al zo'n keus was gedaan. Een keus ‘(...) waaraan het Front geen bekwame invulling heeft kunnen geven, mede door de spanning met de militairen’. De commentator meende dat het Front getalmd had de macht van het leger in te perken, maar weet haar zwakke staat van dienst vooral aan ‘schending van het ontwikkelingsverdrag’ door Nederland. De analyse in NRC Handelsblad van de hand van Leo Morpurgo kwam overeen met die van de Ware Tijd. Die avond, kerstavond, pleegden de militairen - voor de tweede maal - een coup.Ga naar voetnoot4 Een fluwelen coup; er vloeide geen bloed.Ga naar voetnoot5 Nederland stopte wederom de ontwikkelingshulp die mondjesmaat op gang was gekomen. | ||||||||||||||||
[pagina 242]
| ||||||||||||||||
Zoveel jaar na dato herinnert de Surinaamse historicus Jerry Egger zich de foto nog goed en ook de impact die deze had: ‘De foto van Shankar die wachtte voor het torentje van Lubbers. Dat was te belachelijk voor woorden. Natuurlijk ontkent Shankar alles. Maar het was een pijnlijke foto voor ons Surinamers. Vernederend’ (gesprek 26 maart 2012, Paramaribo). De Surinaamse politicoloog Hans Breeveld antwoordt desgevraagd: ‘Ja natuurlijk speelde die foto een rol in de coup. Het vormde een rechtvaardiging. De president wachtend in een regenjas. Die man is staatshoofd!’ (gesprek 20 maart 2012, Paramaribo). De woorden van Chas Mijnals, een van de toenmalige militaire machthebbers, in de Parbode van juni 2011 vormen een letterlijke illustratie van Breevelds observatie: Niet voor niets kreeg hij [president Ramsewak Shankar] als bijnaam ‘Ram is zwak’. Het land gleed af en alsof dat nog niet genoeg was, werd bekend dat Shankar tijdens een bezoek aan Nederland minutenlang in de stromende regen moest wachten alvorens binnengelaten te worden bij premier Lubbers. Het was een schande voor Suriname. Ik heb toen de telefoon gepakt en zei: ‘Mijnheer Shankar, de zaak is overgenomen. Willen u en de uwen het paleis verlaten om chaos te voorkomen?’ | ||||||||||||||||
OnderschriftenGaandeweg werden er verschillende betekenissen en onderschriften aan de foto toegevoegd.Ga naar voetnoot6 Het eerste bijschrift in NRC Handelsblad luidde: DEN HAAG - De Surinaamse president Ramsewat [sic!] Shankar wachtend op de ontvangst door premier Lubbers, met wie hij vanmiddag besprekingen heeft gevoerd. Shankar kwam vanmorgen aan uit Paramaribo. De Surinaamse president verblijft een week in Nederland. Het Surinaamse staatshoofd zal maandag door koningin Beatrix worden ontvangen. (Foto NRC Handelsblad / Chris de Jongh). Bouterses interpretatie was dat Shankar ‘gelaten’ stond te wachten en dat een president niet hoorde te wachten. In De West van donderdag 13 december stond een ‘onheus’ behandelde Shankar te wachten ‘in de kou’. In De Ware Tijd van vrijdag 21 december wachtte hij bij de wóning van premier Lubbers. Haakmat schreef in Weekkrant Suriname - die omstreeks diezelfde tijd moet zijn verschenen - dat Shankar ‘eerst nog een tijdje in de koude buitenlucht wat moest antichambreren en acclimatiseren’, met als gevolg deze ‘stuitende’ foto op de voorpagina van de kwaliteitskrant NRC Handelsblad. | ||||||||||||||||
[pagina 243]
| ||||||||||||||||
Als we de ‘kale’ foto opnieuw bekijken, ziet het er voor Nederlandse begrippen voor de tijd van het jaar - 12 december - niet koud uit. Er ligt geen sneeuw, Shankar draagt geen wollen wanten, geen muts en evenmin een dikke winterjas. Zonder onderschrift zou een Hollander ook kunnen fantaseren dat het herfst of lente was. Dat het koud was maakt het wachten als het ware nog dramatischer. Het incident werd blijkbaar zo belangrijk geacht dat het jaren later in publicaties van journalisten, onderzoekers en wetenschappers opnieuw beschreven wordt. Daar wachtte de president ‘nederig’, ‘minutenlang’ in de ‘stromende’ régen. Boerboom en Oranje (1992: 119): Hij [Shankar] heeft een afspraak met premier Ruud Lubbers maar omdat hij officieel privé in Nederland verblijft, is er nauwelijks sprake van enig protocol. En zo komt het dat NRC Handelsblad die avond een foto afdrukt van de president van de republiek Suriname, gehuld in een regenjas met sjaal, nederig wachtend tot hij binnengelaten mag worden in het ‘Torentje’ (...). Dew (1994: 181) voegde er een regenbui aan toe: ‘(...) Shankar himself bad been humiliated, photographed by the NRC-Handelsblad huddled in the rain, waiting for admission ro Prime Minister Ruud Lubbers' office.’ Evenals. Hoogbergen en Kruijt (2005: 227): ‘Shankars reis was een privéaangelegenheid geweest, maar hij besloot - omdat hij toch in Nederland was - wat te overleggen met Nederlandse politici. Een afspraak met Lubbers was wat onhandig georganiseerd, waardoor hij dus even in de regen moest wachten.’ In de Parbode van juni 2011 laat Chas Mijnals Shankar ‘minutenlang in de stromende regen’ wachten. Mogelijk was het feit dat Shankar een regenjas droeg - wat overigens heel anders klinkt dan trenchcoatGa naar voetnoot7 - er de oorzaak van dat de schrijvers meenden dat het regende. Op de foto is dat niet duidelijk te zien. Op de verschrijving dat Shankar voor het woonhuis van Lubbers wachtte kom ik nog terug. Ramsewak Shankar zelf vertelde destijds tegen de Ware Tijd dat hij in Den Haag niet slecht behandeld was. Hij gaf Nederlandse fotografen de schuld. Die hadden hem gevraagd te poseren en de foto zo ingekaderd dat hij er alleen op stond. Dat was misschien wat minister Sedoc bedoelde met ‘trucage’ en waarom Shankar eerder sprak over ‘riooljournalistiek’ tegenover de Ware Tijd. Shankar: ‘Ik | ||||||||||||||||
[pagina 244]
| ||||||||||||||||
was niet alleen, de ambassadeur, de chauffeur en veiligheidsmensen waren er ook, maar die zijn buiten beeld gelaten. De ambassadeur schelde [belde] aan, we moesten even wachten tot de deur openging. Maar niet lang. En het regende ook niet’ (gesprek 26 maart 2012, Paramaribo). De vraag is hoe het plaatje eruit gezien zou hebben als het gevolg van de president ook in beeld te zien was geweest. Was dat minder ‘erg’ geweest, of juist ‘erger’: het hele Surinaamse corps diploinatique dat had moeten ‘wachten’ tot de deur openzwaaide. Shankar vermoedt dat de militairen contact hadden gehad met de fotograaf; de militairen hadden er belang bij hem zo af te beelden, meent hij (ibidem). Ook De West laat in het commentaar van 24 december weten dat de Nederlandse pers de foto zou hebben ‘misbruikt’ en er ‘opzettelijk’ een verkeerd onderschrift onder plaatste. Hoewel de kwaliteit van de Nederlandse pers regelmatig in Suriname onder vuur lag, niet in de laatste plaats door Bouterse zelf,Ga naar voetnoot8 bleef een discussie hierover nu uit. Ook werd niet duidelijk gemaakt war het belang van ‘de’ Nederlandse pers in deze kwestie precies was. | ||||||||||||||||
In alle kranten?Uit de opmerkingen van Bouterse, Sedoc en De West is af te leiden dar meer kranten in Nederland en zelfs ‘alle’ grote bladen de foto zouden hebben gepubliceerd. Ikzelf heb deze foto alleen in NRC Handelsblad van 12 december en in de Ware Tijd van 21 december kunnen vinden. Discussies over deze foto las ik evenmin. De Volkskrant vermeldde in de krant van 19 december slechts dat de Surinaamse delegatie van Bouterse ‘de koele ontvangst’ van Shankar bekritiseerde, maar ging daar verder niet op. Na de coup was de foto wel onderwerp van gesprek in Nederlandse kranten. Trouw merkte op 27 december op dat Bouterse het ‘geluk’ had dat hij Shankar kon verwijten niet voor de aantasting van de Surinaamse eer en waardigheid te zijn opgekomen. Dat vormde volgens de krant een dankbare aanleiding voor de coup: | ||||||||||||||||
[pagina 245]
| ||||||||||||||||
Niet voor niets had Bouterse bij zijn terugkeer een vergroting bij zich van een Nederlandse krantenfoto, waarop Shankar kleumend in Den Haagse regen staat te wachten tot hij wordt toegelaten tot de vertrekken van Lubbers. De Surinaamse president als bedelende kleuter op de stoep van de premier. Dat was eenvoudig scoren voor de bevelhebber. Suriname werd weer eens gekleineerd en de man die de eer met vlammend protest had kunnen redden, gedroeg zich als een bedeesde sul. NRC Handelsblad publiceerde de gewraakte foto opnieuw op 27 december. ‘“Stuitende” foto ergert Surinamers’ luidde de kop boven het artikel, waarin de redacteur vermeldde dat deze foto onderdeel was geworden ‘van de politieke strijd in Suriname’: Voordat Shankar op 12 december voor een informeel bezoek aan Lubbers in het torentje werd toegelaten, wachtte hij enige tijd voor de deur. De plaatsvervangend directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst weet niet hoe lang Shankar daar heeft gestaan. Maar iedereen staat buiten voordat hij binnen is. Ook stond in het bericht dar de Surinaamse ambassade in Den Haag een afdruk had besteld ‘die vervolgens opdook’ bij de persconferentie van Bouterse op Zanderij. Verder werd gemeld dat de ambassade op 17 december in een brief aan de hoofdredactie ‘gevoelens van onbehagen’ had geuit over de ‘suggestieve wijze’ waarop de foto was afgedrukt. NRC Handelsblad verwees vervolgens naar de uitspraak van minister Sedoc die de mogelijkheid van een ‘truc-foto’ niet uitsloot en haalde aan wat HaakmatGa naar voetnoot9 had geschreven in Weekkrant Suriname, namelijk dat Shankar ‘eerst nog een tijdje in de koude buitenlucht wat moest antichambreren en acclimatiseren’. (...) ‘Een stuitende grote foto op de voorpagina van de NRC Handelsblad was het gevolg’. De redacteur van NRC Handelsblad bracht dit nieuws zonder enig commentaar of wederhoor van de fotoredactie. Media in Suriname besteedden wél veel aandacht aan de foto. De Ware Tijd drukte die ook af. Volgens pud-hopfdredacteur Leo Morpurgo (telefoongesprek 12 november 2012) vermoedelijk omdat het nieuws was. Hij weet het niet meer. Hoe hij aan de foto kwam - een niet onbelangrijke vraag - evenmin. De hoofdredacteur van De West, George Findlay, plaatste de toto niet; uit zijn herinnering puttend meent hij dat hij de foto wel onder ogen heeft gehad, maar niet over een goede afdruk kon beschikken. ‘De foto was ook niet erg scherp’ (telefoongesprek 17 november 2012). | ||||||||||||||||
[pagina 246]
| ||||||||||||||||
ANP - Koen Suyk
Henk Herrenberg die Bouterse op zijn reis vergezelde heugt zich niet meer of Bouterse op Zanderij een afdruk van de foto - zoals NRC Handelsblad en Trouw op 27 december opperdenGa naar voetnoot10 - dan wel de krant met de foto aan het daar verzamelde Surinaamse journaille liet zien. Wel weet hij nog dat Bouterse zich erg aan de foto had gestoord (telefoongesprek 18 november 2012). | ||||||||||||||||
GeposeerdInteressant is de vondst van de foto in het Spaarnestad Photo & Nationaal archief van ANP-fotograaf Koen Suyk, die president Shankar op hetzelfde moment vereeuwigde als De Jongh van NRC Handelsblad. Die foto biedt een andere aanblik. We zien Shankar vanaf zijn middel, hij heeft zijn handen in zijn zakken, en oogt ontspannener en stoerder dan op | ||||||||||||||||
[pagina 247]
| ||||||||||||||||
de NRC Handelsblad -foto. Intercom en huisnummerbord zijn duidelijk in beeld. De hoge deurpost die de nietigheid van de bezoekers benadrukt, is weggevallen. Het onderschrift luidt hier: De Surinaamse president Ramsewak Shankar heeft woensdag bij het Torentje van premier Lubbers aangebeld en wacht tot hem wordt open gedaan. De president arriveerde woensdagochtend samen met legerleider Bouterse op Schiphol. Het bezoek van de president draagt een privékarakter. Bouterse is op doorreis naar Ghana. Het lijkt er dus op alsof Shankar inderdaad gevraagd is te poseren. Anders dan in NRC Handelsblad wordt erbij vermeid dat het bezoek een privékarakter betreft. Bij een eerste lezing zou misschien ook kunnen worden geconcludeerd dat het protocol in dat geval minder relevant was en het misschien juist bijzonder was dat Shankar zomaar Lubbers opzocht zonder al te veel plichtplegingen. Of dat het opmerkelijk was dat hij de koningin een bezoek bracht, zoals af te leiden valt uit een artikel dat ik vond in een knipselmap van een niet nader ontschreven Nederlandse krant - gedateerd 10 december 1990 - met de kop: ‘President Suriname bezoekt koningin’. Met daarnaast een pasfoto van een lachende Shankar. In de eerste regels van het artikel staat: De Surinaamse president Shankar, die volgende week voor een medische behandeling naar Nederland komt, zal dan een bezoek brengen aan koningin Beatrix. Het is voor het eerst sinds de militaire coup in 1980 dat de koningin een Surinaamse staatshoofd ontvangt. Het is ook de bedoeling dat Shankar ook premier Lubbers ontmoet. Het is bijna ondenkbaar, dat Shankar eventjes bij Lubbers langs wipte zonder afspraak. En als Shankar, zoals de Ware Tijd abusievelijk meende, voor de woning van Lubbers gewacht zou hebben, zou dat voor Nederlandse begrippen hebben betekend dat hij wel erg close met Lubbers was. Volgens de Haagse protocollen wordt er onderscheid gemaakt tussen een staatsbezoek, een officieel bezoek en een privébezoek. Sinds de moord op Pim Fortuyn is het protocol aangepast. Michael Rauner, plaatsvervangend directeur Directie Kabinet en Protocol van het ministerie van Buitenlandse zaken, stelt dat er tegenwoordig bij een privébezoek geen vast protocol bestaat. ‘We weten niet zeker hoe dit destijds werd geregeld’ (e-mail van 10 december 2012). Zijn voorganger merkte in 1990 op dat het niet ongewoon was als een bezoeker even moest wachten. En ook nu, kan dat voorkomen, aldus Rauner. Dat er ‘nauwelijks’ sprake was van ‘enig protocol’ verklaren Boerboom & Oranje (1992: 119-124) | ||||||||||||||||
[pagina 248]
| ||||||||||||||||
uit het feit dat Shankar ‘officieel privé’ in Nederland verbleef. Zou het kunnen dat het een bewuste strategie was om te spreken van een ‘privé-karakter’, terwijl ondertussen toch belangwekkende politieke zaken werden besproken? Want, protocol of niet, zowel Boerboom & Oranje als Kruijt & Hoogbergen (2005: 227) menen op grond van hun bronnen, dat dit gesprek vruchtbaar was. Lubbers en Shankar zouden ook over de rol van het leger en de voordelen van nauwere banden - lees Gemenebestplan - russen beide naties hebben besproken. Als Shankar had moeten wachten, had dit met andere woorden niets afgedaan aan de importantie van het gesprek.Ga naar voetnoot11 Ook het artikel in Amigoe di Curaçao van donderdag 13 december suggereerde dat het gesprek gewichtige zaken behelsde: ‘Shankar bij Lubbers op bezoek - president brug tussen kamer en Paramaribo’. Evenals het korte nieuwsberichtje in De West van 12 december met als kop ‘Shankar ontmoet Lubbers en Beatrix’, dat meldt ‘dat gesproken zal worden over de stagnerende bilaterale samenwerking’. Beide artikelen ademen een andere sfeer uit dan de foto in NRC Handelsblad van een ‘wachtende’ president voor het Torentje. Fotograaf Koen Suyk kan zich niet meer herinneren dat hij een foto van Shankar maakte voor het ANP. Oud-premier Lubbers heugt zich het hele voorval en gesprek evenmin (telefoongesprek, 19 november 2012).Ga naar voetnoot12 De amnesie in Nederland rond deze foto is frappant. Net als de afwezigheid van discussie of een weerwoord destijds. Trouw van 27 december gaat ‘mee’ in de redenering dat Shankar in de regen had staan kleumen, maar had de schrijver van het artikel, Wirn Jansen, die rept van ‘een Nederlandse krantenfoto’ de foto ook werkelijk gezien? Jansen vermoedt van wel, maar kan het zich anno 2012 niet meer herinneren. Hij denkt dat de foto inderdaad pas nieuws werd in Nederland, toen bleek dat die in Suriname een rol had gespeeld (telefoongesprek 20 december 2012). Veel vragen blijven zoveel jaar na dato onbeantwoord. Zou het niet logisch zijn geweest als NRC Handelsblad in het artikel van 27 december 1990 had gereageerd op de beschuldiging van trucage? En waarom had de fotograaf niet | ||||||||||||||||
[pagina 249]
| ||||||||||||||||
gewacht tot de president het Torentje verliet? Was daar in verband niet de deadline geen tijd meer voor? Hoe kwam het dat Shankars voornaam fout was gespeld? Waarom koos de fotoredactie voor een pose waarin Shankar niet op zijn voordeligst uitkwam? Vond de fotoredactie stiekem dat het niet erg was als de president van Suriname even had moeten wachten? Of achtte de krant repliek onnodig omdat ze de beschuldigingen te absurd voor woorden vond? Het is niet meer na te gaan. Helaas. Werd in Nederlandse media beduidend meer aandacht besteed aan de voorvallen rond Bouterse dan aan Shankar, in Surinaamse media werd de aandacht voor de foto van Shankar gedomineerd door twee interpretatiekaders, namelijk: dat van de ‘getructe’ foto tegenover dat van de wachtende, onheus behandelde president. In het eerste geval werden Nederlandse journalisten (en militairen) verantwoordelijk gesteld, in het tweede geval de Nederlandse regering. Dat een aantal mensen in Suriname vond dat de president niet serieus genomen werd door Nederland, maar ook niet serieus genomen kón worden, moet terug te voeren zijn op (een combinatie van) bestaande ideeën. De foto symboliseerde: de bevoogdende houding van Den Haag ten aanzien van Suriname; de gekrenkte trots van een jonge postkoloniale natie; en het onvermogen van de president om het land te leiden. In de meeste commentaren die volgden op de coup - zowel in de Nederlandse als Surinaamse kranten - werden de incidenten in Nederland trouwens vooral gezien als áánleiding voor de staatsgreep. Niet als oorzaak. Afsluitend: of de geschiedenis een andere loop hebben genomen als de foto van Suyk was afgedrukt in plaats van die van De Jongh is gissen. Het lijkt erop dat de foto in NRC Handelsblad bepaalde groeperingen van pas kwam en blijkbaar refereerde aan bestaande ideeën over de president. Al of niet terecht. Door de aandacht voor deze foto bleef hetgeen ín het Torentje besproken was onderbelicht. Evenals het onderhoud met de koningin. Ook al is veel informatie niet meer te achterhalen, toch hoop ik te hebben aangetoond dat een foto nooit ‘vanzelfsprekend’ is, er meerder interpretaties mogelijk zijn en dat de levensloop van een foto minstens zo interessant is als de afbeelding zelf. Zeker als er sprake is van een ingewikkelde politieke context waarin verschillende belangen een rol spelen. Anders geformuleerd, tegenover die ene volksspreuk ‘Zien is geloven’, staat die andere levenswijsheid: ‘Niets is wat het lijkt’. | ||||||||||||||||
[pagina 250]
| ||||||||||||||||
Literatuur
| ||||||||||||||||
[pagina 251]
| ||||||||||||||||
| ||||||||||||||||
Audiovisueel materiaal
Drs. Ellen de Vries bereidt aan de UvA een dissertatie voor over de rol van media in de postkoloniale verhouding tussen Nederland en Suriname (1986-1992) met steun van onder andere het NiNsee. E-mail: s.e.devries@uva.nl |
|