Het Oranje-trompetje, Blaazende eenige liedjes, Op de geluckige omwending der publieke zaaken
(1788)–Anoniem Het Oranje-trompetje, Blaazende eenige liedjes, Op de geluckige omwending der publieke zaaken– Auteursrechtvrij
[pagina 18]
| |
Stem: Ach! Ach! ik arme Vrouw.
| |
[pagina 19]
| |
Wy mogen nu weer vry,
echt vergenoegd en bly,
Oranje – strikken draagen;
Nu leeven wy weer bly,
Daar Neêrlands God, in vreugd
Verandren wil ons klaagen.
Elk, enz.
***
De Prins wierd lang ontëerd,
Gelasterd en verneêrd,
Tot smart van zyne Vrinden;
Maar, die ’t Heelal regeerd,
Deed hem, in nood en druk,
Vertroosting ondervinden.
Elk, enz.
***
De Prins was welgemoed,
Toen hy in tegenspoed
En ongeval moest leeven,
De Prins was welgemoed,
Vertrouwende dat God
Hem redding zoude geeven.
Elk, enz.
***
En Die heeft hem gered,
Verhoorende ’t gebed
Van hem, en zyne Vrinden;
God heeft de Prins gered,
Tot vreugd der Vroomen, die
Geduurig hem beminden.
Elk, enz.
| |
[pagina 20]
| |
Dewyl hy deezen dag,
Tot onze blydschap, mag
Bereiken veertig jaaren,
Zo laat ons deezen dag
Zyn Redden danken, dat
Hy hem in gunst wou spaaren.
Elk, enz.
***
Gy, Die hem heeft bevryd
Van Rampen, en verblyd
Door Uwe groote daaden,
Toon verder dat Gy zyt
Zyn Helper, wil hem steeds
Met zegen overlaaden.
Elk, enz.
***
Wil toch, tot nut van Land
En Kerk, door Uwe Hand,
Goedgunstig hem geleiden,
Wil, met Uw Regte Hand,
Hem hoeden, en voor druk
En ramp altoos bevryden.
Elk, enz.
***
Wil hem, zyn Gemaalin
En Kroost, uit tedre min,
Door Uwen Geest geleiden;
Wil toch, uit tedre min,
Dit Vorstelyke Huis
Door uw Genâ verblyden.
Elk, enz.
| |
[pagina 21]
| |
Ei, laat de Prins verheugd,
Tot aller Braaven vreugd,
Nog veele jaaren leeven,
Wil hem, tot onzen vreugd,
Lang spaaren in uw gunst,
En heil en voorspoed geeven.
Elk, enz.
***
Laat hem, zyn Gemaalin
En Kroost, voor uwe min
En zorg, U altoos looven
Dat elk hen teder min,
En met ons, ongeveinsd,
Steeds roep’, Oranje Boven!
Elk, enz.
|
|