Opwaartsche Wegen. Jaargang 15(1937-1938)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] G. Kamphuis Cicero's dood Aan P. Tollenaar ‘Zet hier mijn draagstoel nu maar neer’, zei hij en wenkte naar zijn laatste trouwe slaven. achter 't park glansde zon op zee; doodsraven omkringden hem krijschend, steeds dichterbij. ‘o eens nog u, senaat en volk van Rome, te bannen in den hartstocht van mijn stem!’ hoe eenzaam is het hier - zal Caesar hem (ach, vriendschap!) eindlijk niet nog helpen komen? de wind beweegt zachtjes zijn dunne haar. daar kraakt een struik - vaart stremt tot vragend kijken: is dit de man, wiens woord eens 't volk deed wijken? een grijsaard, die met doelloos vaag gebaar aarz'lend het zwaard afweert onder 't bezwijken: zijn toga brengt een bloembed in gevaar. Vorige Volgende