Boekbespreking
Badseizoen, door M. Mok, Uitg.: Rozenbeek-Venemans, Uitgeversbedrijf N.V., Hilversum.
Reeds uiterlijk is dit boekje door zijn fleurige, open omslagteekening aantrekkelijk. In tegenstelling met de door de titel gewekte verwachting geeft de schrijver ons geen verhaal over het mondaine strandleven, maar hij tracht ons een kijk te geven op de bestaansstrijd der neringdoenden in een kleine, hollandsche badplaats.
Frans Doornbos, het type van een gesloten mensch met een hevig verlangen naar zelfbeschikking, zegt plotseling het kantoorleven vaarwel en zet in een boulevardkiosk een sigarenzaak op. Een seizoen lang vecht deze jongeman met de wisselvalligheden van weer en klandizie. Tenslotte raakt hij, de zwaartillende bespiegelaar, heelemaal in zijn mistroostigheid verstrikt en vindt hij de dood in het koele water.
Een heel andere figuur is de vrachtrijder Revel, een vrome jongen, die met een ziek lichaam te kampen heeft, maar een groot vertrouwen stelt in Gods weg met hem. Hij is de simpele, die tenslotte uit de lichte eenzaamheid van zijn kleine kamer zijn Koninkrijk binnengaat.
Verder zijn daar de blijmoedige onderwijzer, die voor herstel van gezondheid buiten vertoeft; de aan lager wal geraakte, Duitsche Baron Siebenstein met zijn communistische neigingen; het kamermeisje Käthe met haar strijd tegen de laffe aantijgingen van haar directeur; het echtpaar Schipper, ze hebben een moeilijke tijd, nu de zaak niet floreert en de vrouw alsmaar aan de sukkel blijft.
Op al deze levens laat de auteur even een verrassend licht vallen.
Deze, naar de Uitgevers opmerken, eerste poging in de Nederlandsche letteren tot het uitbeelden van de vinnigen bestaansstrijd tijdens het badseizoen, lijkt mij voldoende geslaagd om recht te hebben op veler belangstelling.
d. B.