Opwaartsche Wegen. Jaargang 6(1928-1929)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 238] [p. 238] Wachten.... door Jaap Vogel. Aan het speelsche grijs van een winterlucht Zijn ernstig gepenseeld de zwarte takken Of laatste menschenblij zij willen knakken ........................................ Soms, als het waait, is er somber gerucht. Van hooploos droef zijn is hun houding oud, Ze kunnen nauw hun pijnen stil meer dragen Daarom is er hun eindloos kreunend klagen. Terwijl toch zon ze soms beglinsterd met wat goud. De zon gaat nu wat hooger bogen bouwen En langzaam worden oud de langste nachten Den Winter gaat zijn strengheid reeds berouwen En zichtbaar komen lang verdoken krachten Die pressend zich in duizend knoppen stouwen Totdat die zwellen - en op openbersten wachten.... Vorige Volgende