Opwaartsche Wegen. Jaargang 4(1926-1927)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 177] [p. 177] Gebed door H. Faber. O, om te slaan Het stugge woord in brandend, roode rij, En in de helle hal te gaan Binnen gewelven groot van melodij. En dan te treden, koninklijk, Binnen de deuren van zijn lied, En boven lachen en verdriet Te heerschen trotsch en zongelijk. - - - - - - - - - - - - - - En dan te zien De smalle weg, die zich verliest, En tusschen duin en kust misschien De paden naar uw branding kiest. En dan verschameld, enkel gaan, En enkel wachten aan uw poort, En de echo van uw lied en woord Van ver te hooren, en niet verstaan.... Vorige Volgende