Optima. Jaargang 1
(1983)– [tijdschrift] Optima– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 3]
| |
[Nummer 1]Bij het eerste nummerHet literair tijdschrift is de laatste tijd aan veel kritiek onderhevig. Volgens sommigen is het een anachronisme in een tijd waarin andere media (dag- en weekbladen, radio & t.v.) de taak van literaire opinievormer voorgoed overgenomen lijken te hebben. Jaap Goedegebuure ging aan het begin van dit jaar zo ver tijdschriften als Maatstaf Tirade, Hollands Maandblad en De Revisor ‘louter voorpublikatie-organen’ te noemen. ‘Per aflevering evolueren deze tijdschriften tot onderling verwisselbare vergaarbakken van plaatsbare kopij, die de scribenten schijnbaar lukraak en zonder te letten op de identiteit van het blad in kwestie hebben ingezonden.’ Zijn mes nog wat aanscherpend voegde hij hier aan toe: ‘Wanneer ik spreek van “identiteit”, suggereer ik nog te veel als zou elk tijdschrift over een eigen gezicht beschikken.’Ga naar eindnoot1 Niet blind voor de concurrentie dat het literair tijdschrift tegenwoordig van verschillende zijden ondervindt (heel tekenend is wel dat de literatuurredactie van een ochtendkrant zich onlangs middels een literair-programmatische tekst profileerde), waag ik toch de stelling te betwijfelen dat er voor het letterkundige periodiek in de toekomst geen plaats meer zou zijn. Uiteraard is er voor voorpublikatie-organen geen markt. Willen de tijdschriften hun toch al kleine abonneebestand behouden, dan zullen ze hun specifieke mogelijkheden moeten uitbuiten. Zij zullen zich rekenschap moeten geven van hun kwaliteit als iets tussen het duurzame en definitieve (boekwerken) en het vluchtige en vervluchtigende (dag- en weekbladen) in. Zij zullen het karakter van literaire werkplaats moeten | |
[pagina 4]
| |
aanscherpen, want juist dat ontkiemende, het nog wat onaffe, het heterogene, vormt voor een belangrijk deel de aantrekkingskracht op de lezer.
optima is geen voorpublikatie-orgaan, al zal er heus wel eens iets uit optima in definitievere publikaties terechtkomen, optima is evenmin het platform van een nieuwe beweging, optima is niet meer of minder dan een serieus maar hopelijk nooit saai tijdschrift waarin vooral jonge Nederlandse auteurs zullen publiceren. Misschien ontstaat er op den duur iets als een ‘gezicht’.
De naam optima op het omslag is gezet uit de Optima, een letterontwerp van de Duitser Hermann Zapf. Heel indirect verwijst de naam van dit tijdschrift dus al naar de wereld van de typografie, meer in het algemeen naar het boekwezen. Interessante en voor de literatuurgeschiedenis belangrijke onderwerpen als de geschiedenis van de (Nederlandse literaire) uitgeverij, boekverzorging, de verhouding tussen auteur en uitgever, komen in de professionele algemeen-literaire bladen nauwelijks aan de orde. optima wil proberen aan het boekwezen regelmatig aandacht te besteden (daarbij het al te specialistische vermijdend).
De voornaamste reden echter om het tijdschrift optima te noemen schuilt in het streven van de redacteur naar optimale bijdragen, een literair blad in optima forma. Belangrijker dan het passen van een tekst binnen een bepaalde literaire richting wordt gevonden de kwaliteit van die tekst. Met instemming citeer ik in dit verband wijlen uitgever en tijdschriftredacteur Bert Bakker, die bij het eerste nummer van MaatstafGa naar eindnoot2 over zichzelf als redacteur opmerkte: ‘De enige maatstaf die door hem zal en ook moet worden aangelegd, is die van de kwaliteit. Dit standpunt kan hij in kort bestek noch toelichten, noch tegen eventuele aanvallen verdedigen. Vanzelfsprekend is hij er zich terdege van bewust, dat het een hachelijke onderne- | |
[pagina 5]
| |
ming is, dat één persoon gaat uitmaken wat onder kwaliteit moet worden verstaan.’
Bijdragen met betrekking tot het boekwezen vindt men in dit eerste nummer van de hand van Sjaak Hubregtse, die de serie Auteur & Uitgever van start laat gaan, en van ‘waerachtige bibliophiel’ Boudewijn Büch. Kees Helsloot en Bas Heijne debuteren ieder met een kort stuk proza. Beschouwingen van Ad Fransen over de poëzie van Emmens en van Rob Schouten over vergeten componist Henry Charles Litolff, en gedichten tenslotte van Cees van Hoore, Paul Leive en Wim Brands.
optima wordt niet gesubsidieerd. Dat het tijdschrift toch kan verschijnen is behalve aan de roekeloosheid van de uitgever te danken aan de auteurs, die allen belangeloos meewerken.
Joost Nijsen |