Onze Stam. Jaargang 1910(1910)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Ter nagedachtenis van Dichter Julius De Geyter. (25 Mei 1830-18 Februari 1905) Pertranssiit benefaciendo. Ik heb Hem door 't leven zien gaan, Gelijk op de vlakte den ploeger, Die, vroeg in den morgend, zich aangordt Ten strijd voor een eerlik bestaan. Ik heb Hem door 't leven zien gaan, Gelijk op den akker den zaaier; Flink stappend, bij ochtend en avend, Manhaftig en ernstig beraân; Ontginnend den klontigen grond En strooiend met kwistige grepen, In mullige, vruchtbare voren, De pittigste korrelen rond. Bij de verschijning van het eerste deel (Keizer Karel en de Nederlanden) der letterkundige natatenschap van den Dichter. [pagina 285] [p. 285] Hij trok door het woelige leven, In al zijn bedoelingen rein; In 't hart een veradelend streven, en grootsche gedachten in 't brein. Hij droeg niet een zwaard in de scheede; Hij was noch geharnast, gespoord; Zijn wapen was 't wapen der rede, Zijn macht was de macht van het woord. Zoo ging Hij, trots moeiten en hinder, Al volgend de richtige baan Als mensch en als goddelik vinder, Heeft Hij zijne zending verstaan. Antwerpen. Jacob Stinissen. Vorige Volgende