[Tienjarig Register]
Voorwoord
De noodzakelijkheid van algemeene registers op tijdschriften en verzamelwerken doet zich in onzen tijd meer en meer gevoelen. De redactie van Onze Kunst is dan ook steeds voornemens geweest, om, door de periodische uitgave van registers, de bruikbaarheid van het tijdschrift te verhoogen. Reeds in 1900, bij het sluiten van den 5n jaargang, werd de uitgave van een naamregister op de tien eerste halfjaren aangekondigd. Doch onder de bewerking bleek het, dat het meer practisch nut zou hebben om de uitgave daarvan tot na den tienden jaargang uit te stellen, ten einde, bij ruimer materiaal, een minder versnipperd geheel te verkrijgen. De gewone tafels in de halfjaarlijksche deelen konden den zoeker intusschentijd voldoende orienteeren.
De Heer Dr. Jan Gessler welke reeds elders dergelijk werk leverde, nam met groote bereidwilligheid de bewerking van dit tienjarig register op zich.
Het oorspronkelijk plan, om een eenvoudig ‘naamregister’ uit te geven, werd dan, op zijn voorstel, uitgebreid; het voorliggend register omvat thans vier gedeelten, waarvan het eigenlijke naamregister het vierde deel uitmaakt; naast de namen der besproken kunstenaars en auteurs, werden daarin ook de namen van ‘plaatsen’ en ‘zaken’ opgenomen; het eerste deel geeft een algemeen overzicht van den inhoud; het tweede een lijst der medewerkers; het derde een lijst der afbeeldingen.
Zoo zal dit register dus antwoord geven op de meeste vragen, die men zich bij het raadplegen van het tijdschrift stellen kan. Zeker ware het mogelijk geweest om, door onderverdeeling in een groot aantal rubrieken, de systematische bewerking der stof nog verder door te voeren. Doch, waar het tijdschrift door zijn inhoud zelve al zeer gespecialiseerd is, bleek dit, voorloopig althans, overbodig.
Het zij ons veroorloofd hier een blik te werpen op den thans afgelegden weg, en met enkele cijfers aan te geven, wat het tijdschrift stoffelijk heeft tot stand gebracht. De twintig halfjaarlijksche deelen omvatten te zamen ruim 4200 bladzijden tekst, en 780 buitentekstplaten. Meer dan 100 verschillende medewerkers leverden een totaal van omstreeks 735 oorspronkelijke bijdragen, waarvan ca. 235 hoofdartikels en 500 kleinere besprekingen. Het illustratie-materiaal omvat ruim 2500 afbeeldingen, voor een goed deel nooit tevoren