Voorwoord
Met de Januari-aflevering luidde de Redactie van Onze Kunst een nieuw lustrum in.
Om de beloften, daar bij voor de toekomst gedaan, te vervullen, zocht zij naar meerdere samenwerking met hen, die in onze lage landen de Ambacht- en Nijverheidskunsten beoefenen. Zij vond deze bij de vele kunstenaars, die zich reeds eenige jaren geleden aaneensloten en de Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst hebben gesticht.
Deze Vereeniging redigeerde een eigen orgaan De Jonge Kunst waarin de leden gelegenheid vonden, ofschoon zij geen schrijvers van professie waren, van hunne opvattingen en meerlingen te spreken.
Mocht soms aan den vorm al iets hebben ontbroken, veel werd in deze artikelen vergoed door den ernst en de overtuiging, waarmede zij geschreven waren. Meer en meer won evenwel de meening veld, dat ook buitenstaanden belang zouden stellen in de vraagstukken, tot nu in zoo beperkten kring besproken, maar ook, dat het in 't belang van den artiest kon zijn, dat hij zelf zijn werken en streven zou kunnen toelichten in een meer algemeen kunsttijdschrift voor een grooteren kring van belangstellende lezers. Onze Kunst was daarvoor zeker het eerst aangewezene maandschrift. Van af heden zal daarom het orgaan De Jonge Kunst ophouden te verschijnen, maar zal hare redactie eene rubriek ambacht- en nijverheidskunst in dit blad redigeeren.
Met nieuwen moed, rekenende op den steun van al onze leden en collega's aanvaarden wij hierbij de ons opgedragen taak.
Namens de Redactie-Commissie der Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst
H. ELLENS, Voorzitter.
Santpoort.