water, om alles van naderbij te kunnen bekijken.’ Het bootje schommelde flink, maar Lodewijk was een echte zeemansjongen en vond het heerlijk.
Vader wees hem een prachtige driemaster, welke met houtladingen naar 't Noorden vaart.
Toen kwam er een groote Indische mailboot aan de beurt, welke wel 3000 passagiers kan vervoeren. Lodewijk mocht met vader op 't schip, bekeek de kajuiten, de mooie zalen en het prachtige dek, en zou er wel zoo mee op reis gegaan zijn, als hij maar mocht. Toen kwam er