Ontmoeting. Jaargang 17(1963-1964)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 233] [p. 233] Albert Nap Lucifer vanavond zijn het eentonige woorden vader de veelzijdige handen van uw driedaags bestaan eerst is daar de sneeuwruimer de wegwerker de grondgraver de dravende man die zich spijkers aandraagt en uit de dagen de planken wegkaapt voor een eenvoudige woning ook de zon is in ruime mate aanwezig die het moederlied plaatst aan een voort- durende hemel bovendien is daar de paardehoef - boven de keukendeur - en je zegt: kijk die brengt ons geluk maar daarna komt als bloed door de kleren de aanrander de hardloper de strandjutter de uitnemende draver die de zeeën afrent zoekend wat niet aanspoelen zal en het is waar verontrusting put uit want je hebt het gezegd: ik snap niet waarvoor we verduisteren noch begrijp ik de angst voor de mensen [pagina 234] [p. 234] maar ik weet ook wat daarvoor is geweest dagen langer dan de gang naar het stempellokaal je woorden: vandaag en morgen en overmorgen mogen mijn handen niets doen ik weet dat de dood binnenliep onder begeleiding van tienduizenden vragen en ik vermoed dat de vingers gekromd zijn geweest tot een weerbarstige vuist maar gelukkig: mijn moeder heeft ze ontkracht in het duister zo werd je dan grondgraver nachtwaker hoorndrager deze winter was er geen sprake van sneeuwruimen eerder een uitzien naar sneeuw beschouwend de dagen van leven en de getreiterde wil wegwerker te zijn en te blijven ben je een drager van licht - een groot voor je zoon en de ander - noem ik je lichtdrager Lucifer. Vorige Volgende