Kritieken
Yasunari Kawabata Sneeuwland.
Gyula Hernadi Ik verloor de verlossing.
Jerzy Andrzejewski de poorten van het paradijs. Lochem - N.V. Uitg. Mij De Tijdstroom.
Voor haar tweede serie ‘Dwars door de moderne wereldliteratuur’ heeft Uitg. De Tijdstroom tot dusver een keuze gedaan uit de literatuur van Japan, van Hongarije en van Polen.
Sneeuwland is door de vertaler, C. Ouwehand, van een inleiding voorzien. Terecht. De westerse lezer, die door deze Japanse roman in een hem vreemde wereld wordt verplaatst, heeft enkele aanwijzingen nodig.
De indruk welke dit Japans proza, zelfs in de vertaling, vanaf de eerste bladzijde oproept, is die van kristal: helder, doorzichtig en breekbaar. Er is in deze kristallijne structuur ook beweging: er ontwikkelt zich een verhaal, maar die ontwikkeling verloopt in een ander ritme dan wij gewoon zijn. De mensen in het sneeuwland zijn eenzaam, zoals overal op de wereld de mensen eenzaam zijn, ze zoeken de ander, zoals overal op de wereld door de mensen wordt gedaan, maar het tempo van hun liefde is een ander dan wij gewoon zijn.
Het einde is een brand: rood vuur in een wereld van sneeuw en ijs, van wit en grijs kristal. Hier en daar smelt de sneeuw en wordt tot modder.
Dichter bij ons ligt de ‘existentialistische’ roman ‘Ik verloor de verlossing’. Een jonge Hongaar vertelt hoe hij in de nacht, waarin zijn vrouw hun eerste kind ter wereld brengt, met een andere vrouw de vrijheid tracht te vinden. Bij de moeilijke bevalling heeft het kind een hersenbloeding gekregen: de vader verloor de verlossing. En hij, de ongelovige, weet geen raad met zijn schuldbesef.
Vlak naast ons brengt een moderne Poolse schrijver de eeuwenoude historie van de kinderkruistocht. Ademloos vertelt hij over de schare kinderen, die de gehele nacht voorttrekt door het Franse land, op weg naar Jeruzalem, naar de poorten van het paradijs.
‘Tegenover de geestloze blindheid van koningen, vorsten en ridders dienen christelijke kinderen genade en barmhartigheid te betonen jegens de stad Jeruzalem, hun vertrouwend geloof en onschuld moeten grootse daden volbrengen.’ Met de kinderen trekt mee een grote zware grijsaard in het habijt van de Minderbroeders. Aan hem biechten de kinderen hun zonden; hij heeft gedroomd van hun ondergang, maar hij schenkt hun de absolutie, wetend dat hij zelf Jeruzalem nimmer zal zien.
In ‘De poorten van het Paradijs’ brengt deze ook overigens zo waardevolle serie een klein meesterwerk van de wereldliteratuur. Het is door Lisette Stembord in fascinerend Nederlands vertaald.
J.M.Vr.