Ontmoeting. Jaargang 16(1962-1963)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 95] [p. 95] Jan van Royen De dagen zijn nu gelijk ik heb tijd te kort om je te zeggen de zwarte dag van gisteren de lichte zekerheid van morgen de onherhaalbare samenkomst van vandaag de vogel heeft gevlogen boven de wouden de vogel heeft gesproken jij alleen kon het horen de vogel is neergestreken op je land je gezicht was zo ontroerd er kwamen tranen in je ogen en je beefde bij elke wiekslag het woud was nog klam van de dauw als een okerkleurige pauw gekleurd liep ik over je paden als een boom geplant stond ik op je borst en jij rolde maar als een pit door mijn vlees dat overvloeide zo verliep de tijd in zwijgen ik heb tijd te kort om je te zeggen om je te fluisteren deze droom zo droomde ik toen je hart pijn deed toen je zei dat ik weg moest gaan toen je hoopte dat ik niet nat zou regenen maar ik werd nat als een spons ik heb tijd te komt om je dit alles te zeggen waar zijn de lichte dagen gebleven waar is de zon en de zee waar zijn de wolken als schapenvelden waar is ons gesprek dat niet is gekomen waar is het vuur waar ik van droomde ik weet het wel een boom zonder bloesem kan geen vruchten dragen maar misschien bloeit de boom ergens in de diepte van het woud misschien zijn de bloemen bang voor stemmen [pagina 96] [p. 96] zoals mijn mond voor een bekentenis elke dag is nu gelijk het geluk bij jou ligt in de toekomst zo kom ik steeds tijd te kort alles slaapt en wacht Vorige Volgende