Redactioneel
Balans tussentijds
Een jaar geleden hebben wij getracht, aan het begin van de 15e jaargang van ons blad, de positie en de taak van het literaire tijdschrift te bepalen. Nu wij dit artikeltje nog eens overgelezen hebben, lijken ons die volzinnen gisteren geschreven te zijn. Niettemin is er een jaar voorbij. Leven wij sneller en ook vluchtiger? Of is het juist onze traagheid die ons parten speelt? Wij hebben de indruk dat wij iets, iets heel bepaalds, niet of niet voldoende hebben kunnen verwerken.
Een dergelijke overweging leidt tot het gevoel, heel klein te zijn, Een jaar geleden hebben wij ons blad dan ook niet meer dan een randfunctie toegedacht. In gesprekken met geestverwanten uit de diverse intellectuelen hebben wij nog eens de gelegenheid gehad, onze berekeningen bevestigd te zien. Er zijn heel wat verstandige en aardige lieden in Nederland, wier tijd vanzelfsprekend zeer bezet is, die in de schaarse vrije uren die hun gebleven zijn, liever een belangrijk werk uit het heden of uit het verleden ter hand nemen. Het literaire tijdschrift vervult een zeer nederige taak, ergens bij de banlieue van de geest.
Wij houden van die rommelige zelfkant, een gebied waar de stofwisseling beter op toeren is dan in het officiële midden. Wij hebben er als redactie met plezier gewerkt en hopen onze soms lastige taak, met het zelfde beroep op de medewerking van de lezer, in het begonnen seizoen ter hand te nemen.
Wij stellen vast dat Ontmoeting iets meer bekendheid gekregen heeft bij de werkers her en der, bij de diverse intellectuelen in het veld, bij de studenten en bij heel wat enkelingen die niet zo makkelijk in een groep zijn onder te brengen en die men vroeger particulieren zou genoemd hebben. Wij zoeken, zonder de oudere generatie te verwaarlozen, de jongere die niet alleen leest - een belangrijk deel van het werk -, maar ook schrijft.
Wij menen dat het aantal abonné's verdrievoudigd zou kunnen worden, niet door een reclamecampagne die meer belooft dan het blad ooit geven kan, maar door een steeds levendiger dialoog tussen zij die schrijven en zij die lezen. De hierboven geschetste randfunctie is dan ten volle een bemiddelende functie geworden, zoals wij ons een jaar geleden ten deel hebben gesteld.
In het afgelopen jaar is een facet van het literaire leven slechts tot zijn recht gekomen, dat van de critiek. De rubriek boekbesprekingen is vaak geheel achterwege gebleven. Drie oorzaken: de grote stroom literatuur en half-literatuur, het geringe aantal medewerkers en, wat misschien wel de meeste invloed heeft gehad, het onbevredigend karakter van deze rubriek. Veel besprekingen blijven incidenteel, op z'n best een detailkwestie. Wij zoeken naar een samenwerking tussen de verschillende medewerkers, waardoor de critiek in Ontmoeting meer gezicht zal krijgen. Een uiterst moeilijke taak, want