Ontmoeting. Jaargang 15(1961-1962)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 265] [p. 265] Jan Wit Bijbellied bij het evangelie naar Joh. 21:15-23 O Heer, blijf toch niet vragen. Gij weet dat ik U haat, dat ik geen kruis wil dragen, niet gaan waarheen Gij gaat. O Heer, blijf toch niet vragen. O Heer, heb mededogen. Vraag toch niet weer. Gij weet dat ik U steeds verloochen, dat ik U steeds vergeet. O Heer, heb mededogen. Gij vraagt ten tweeden male. Gij, Herder, spreekt zo zacht van schapen die verdwalen en kermen in de nacht. Gij vraagt ten tweeden male. Heer, blijf mij niet ontroeren. Ik stond wel voor U klaar, als ik een zwaard mocht voeren; maar dit is mij te zwaar. Heer, blijf mij niet ontroeren. Ten derden male vraagt Gij. Gij laat niet van mij af. Mijn haat, mijn opstand draagt Gij, begraaft ze in uw graf. Ten derden male vraagt Gij. Gij weet toch alles, Here. Ik heb U lief, Gij weet liefde zal mij verteren zelfs als ik U vergeet. Gij weet toch alles, Here. O Heer, vraag altijd verder, Uw liefde triomfeert. Huurlingen worden herder. Het offerlam regeert. O Heer, vraag altijd verder. Vorige Volgende