Ontmoeting. Jaargang 15(1961-1962)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 164] [p. 164] José Boyens Desiderata Het hoogst aangeschreven op de verlanglijst staat de zachtzinnige eland die zijn neus met adem van de bergen van Tibet over mijn schouder steekt en het gedicht meeleest. Dan zouden de meubels en het uitgestreken zeil die rekenen op een onbesproken gedrag van mijn kant eindelijk eens naar behoren verbaasd zijn. Van de andere kant mag een mens van het leven hoog en droog op een huurkamer niet te veel verlangen. Ik zou dus bij wijze van spreken met een neusbeertje naast mijn bureau of een steppengans tussen mijn handboeken al tevreden zijn. Zelfs als de satijnen prieelvogel alleen maar op mijn schrijfblad neerstreek of de maan, die grote schijf mandarijn, gemoedelijk vóór mij op mijn asbak ging zitten. Vorige Volgende