Ontmoeting. Jaargang 15(1961-1962)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Fem Rutke Kus mij nuchter Wij waren een morgen verdwaald in die armen, wij waren verdwaasden in ligstoelen lucht en waren geen opgeloste aarde geliefde, ga verder en houd je staande. Er is te veel dat ontucht ducht in mij die van de lucht wil leven. Want kijk, de mensen de grote mensen en hun kleine verdraaide stervensmoment. Zij zijn de ongekende vuren van liefdesuur in late wending. Daarom, wij mogen niet meer dralen in zachte vleugelslag, windstilte, wijs makend tellen van vreemd licht. Vertrouwder zijn ons stormen, regens in koersen van een zee van hemels. Een kap moet je dragen, een deksel van tweestrijd, om toegewijd de dag te groeten: een dood zonder denken, sonore verrassing; een monument van armenzorg. (Onthul het niet! [pagina 28] [p. 28] Vergader palen. Verzin geen dromen. Kus mij nuchter.) Vorige Volgende