Kennismaking en verkenning
Bij het begin van de nieuwe jaargang moeten wij van drie redactieleden afscheid nemen. Accumulatie van werk is het voornaamste motief geweest waarom deze drie hun werk in redactionele zin hebben moeten overdragen. In Jan Niemeyer verliezen wij een uitnemend secretaris. Hij heeft echter toegezegd, te blijven meewerken aan ons blad.
Co de Groot-Vreugdenhil is bijna vanaf het begin aan de redactie van Ontmoeting verbonden geweest. Met haar heengaan uit de redactie dreigt een stuk creatief werk nu definitief geschiedenis te worden. Wij hopen echter dat zij onder de vroegere redacteuren een reveil zal bewerken, waardoor deze uit de geschiedenis terugkeren als medewerkers in het heden.
Aize de Visser heeft verdienstelijk werk geleverd in het werven van bijdragen. Deze taak is nu van officieel, ten kantore in Baarn, officieus geworden. Goede bijdragen werven is allereerst taak van de redactie en dan ook zaak van allen wie Ontmoeting ter harte gaat.
De opengevallen plaatsen zijn weer gevuld. Wij mogen aan onze lezers de volgende drie nieuwe redacteuren voorstellen.
Mevrouw Marianne van Noortwijk-Colijn is reeds opgevallen door twee werken verhalend proza, Spin in de Morgen en Te Vuur en te Zwaard. Waar het verhalend proza nog steeds onze zwakste stee is, zijn wij dankbaar dat wij in haar een pleit- en wellicht een relatiebezorgster gewonnen hebben.
Ev. Grolle heeft zijn sporen verdiend als essayist en kenner van toneel en film. Wellicht is nu zelfs een toneelkroniek mogelijk.
Frederice Kalmijn vertegenwoordigt de jongste lichting. Zij heeft reeds opmerkelijke verzen en zeer onlangs proza bijgedragen, dat binnenkort in dit blad zal gepubliceerd worden.
De generatievorming ligt ons na aan het hart en wij hopen daarmee beschouwelijk en practisch bezig te zijn. Niet echter de et sans vous.
Wij hopen als redactie niet alleen gewijzigd, maar ook verjongd te zijn.
Van tijd tot tijd, liefst elke maand in het kort, hopen wij zoeklichtje te spelen. Een van ons schrijft in dit blad, wat lyrisch en toevallig wat melancholisch, over generatievorming en over alles wat verandert. Het zoeklicht tracht daarvan iets zakelijk in kaart te brengen. Hier volgt de eerste verkenning.
Een literair tijdschrift heeft, wanneer het aan zijn doel beantwoordt, een heel bepaalde functie in de maatschappij en het literaire leven. Een randfunctie in die zin dat het tussen maatschappij en literatuur bemiddelt.