Ontmoeting. Jaargang 14(1960-1961)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 133] [p. 133] Jan Plenter Confidentie Soms heb ik het gelaten gevoel, dat alle zitmensen in de coupé weten, dat ik een dichter ben. Ze applaudisseren niet, omdat ik grijpvingers heb, ze leggen mijn hoofd niet op de rails, omdat mijn hals te zacht is, ze stappen een station eerder uit van vale bevreemding. Vaker heb ik het lege gevoel, dat alle in- en uit- stappers van de eetwagon, weten, dat ik verzen maak. Nu ja, je houdt duiven of loopt naar de duivel, je kijkt televisie of houdt supervisie, je zegt Doopgeloften of Gossiemijne, je roept om hulp of de melkboer: ze accepteren onverschillig. Meestal heb ik het lustgevoel, dat alle reismensen van de trein schreeuwdenken: sla die vent dichter, verzegel zijn onthullingsspleet; wij wensen niet naar zijn believen als rotte appels in bomen te hangen, als liederen tussen vleugels te stijgen, in dierenvellen rond te lopen of resteloos ontdaan te worden van Bikiniverwachting. [pagina 134] [p. 134] Verstop maar rustig ontsnappingswegen, blokkeer maar lustig uitlaatkanalen: op naar de grote eruptie! Vorige Volgende