Ontmoeting. Jaargang 13(1959-1960)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 4] [p. 4] Jan H. de Groot Het hazenpad Eeuwen te hebben gewaakt in de slaap demonen onthalst op de voorpost der wereld continenten ontdekt heerlegers verslagen slaven bekeerd bekeerden bevrijd gevaren getart en omzeild op de torenspitsen der golven te zijn gerezen gedaald ben ik van zee uit aangespoeld geschud als een hond ik zet mijn hoed af ik zet mijn hoed op ik leg mijn hoed op de grond en baan mij een weg landopwaarts een nieuwe weg een laatste weg een smalle weg een holle weg een weg om over te hollen om over weg te hollen weg van de haren zak der zon en de bloedrode maan weg van de rookkolom de drievoudig gelede paddestoel boven de duinpanoven weg van de ijzergrauwe baan over de bloedzee en het geredekavel der parkietmensen in hun zwitserse kooi. Ik baan mij een weg een smalle weg [pagina 5] [p. 5] een holle weg naast de vierbaans op Zwolle de achtbaans op Moskou de twaalfbaans op New York een pad een laatste pad een hazenpad waarover ik vluchten kan want ik wil vluchten als een man met een hazenhart over een hazenpad naar een bloedrood hart een eenzaam hart een eeuwig hart een laatste hart een vaderhart aan het einde van de wereld aan het einde van alles aan het begin. Voor Wietske Z. Vorige Volgende