verticalen, welke door het hele alfabet, hoe ook gerangschikt, een lopend ritme vormen. Bij een aaneenrijging tot woorden en zinnen mag in dit ritme geen lacune ontstaan. Geen enkele letter of onderdeel ervan mag sterker de aandacht vragen ten koste van blad of woord, waarvan het een onderdeel vormt. Andere regels gelden natuurlijk voor teksten als titelaanduidingen en blikvangers. Hier kan juist een initiaal of fantasieletter het blad verfraaien en de aandacht vestigen op woord of zin.
Al deze kennis aangaande de letter en haar gebruik heeft Henk Krijger, een van de exposanten in de Vrije Academie, zich verworven en eigen gemaakt. Zijn hele creativiteit als boekverzorger, dus bandontwerper, typograaf en illustrator, gaat uit van de letter met haar ritme, opgebouwd uit horizontalen en verticalen. Als typograaf weet hij steeds de juiste verhouding te vinden, zowel in letter als spatie tussen titelaanduiding en gedicht, waarbij soms een hoofdletter of initiaal even een accent vormt. Uit zijn illustraties, waarmede hij soms een hele nevenpagina verrijkt, blijkt een sterk gevoel voor samenhang tussen tekst en verluchting. Ook hier, dus in zijn tekeningen, Valt dikwijls de horizontale en verticale werking van lijnen op, zoals b.v. in Maria en de Engel uit Maria van Elisabeth Eybers. Het ritme in deze tekening wordt nog versterkt door een verticale lijn, welke Maria als het ware apart plaatst, waarbij noodwendig hiertegenover een horizontale gebruikt moest worden, welke twee lijnen in belangrijke mate bepalend zijn voor de compositie. Ook het experiment weet hij zonder toevallige effecten te benutten in dezelfde tekening drukte hij in kleur een kurkplaat af als achtergrond, terwijl hij in andere tekeningen b.v. tule gebruikt. Altijd wordt dit echter beheerst gedaan, waarbij het een wezenlijk deel van de tekening vormt. Achter de door Henk Krijger ontworpen initialen (de Raffia-letter) voelt men inderdaad de eeuwenoude cultuur van het schrift en de invloed van de chinese tekens, verwerkt in een eigen uitdrukkingsvorm tot een unieke twintigste-eeuwse letter. In het hele werk van Henk Krijger treft ons vooral de perfektie, welke soms zover gaat, dat men geneigd is alleen de volmaaktheid van lijn te zien.
Van andere aard is het werk van de andere exposanten. Zij hebben geen sterk afgebakend terrein, waarop zij zich gespecialiseerd hebben. Veelal bewegen zij zich op het gebied van de reclame. Het zou te ver voeren over de verschillende aspekten van affiches, folders etc. tot en met advertenties, uit te weiden. Hoofdzaak echter is, dat zij alle ten doel hebben iets te annonceren, d.w.z.: als blikvanger te werken. Dat dit op zeer artistieke wijze kan gebeuren, tonen deze drie kunstenaars in hun werk. Merkwaardigerwijze treffen de hier vaak schilderkundige vormen, welke over het algemeen in het vrije kunstwerk als extreem aangeduid en niet aanvaard worden, doch die hier via de opdrachtgever door het publiek gretig worden geaccepteerd. Het opmerkelijkst is hierin Roëde, die naar zijn eigen zeggen het redelijke doorbreekt en tot een nietsbetekenende nonfiguratieve beeldvorm komt. Treffend is, dat deze