een groot toneelschrijver. Pastor Helweg te Kopenhagen is ook de auteur van verscheidene liturgische spelen, en men denke slechts aan de grote Kai Munk, wiens stukken in vele talen vertaald werden.
Over Duitsland is kort geleden in het ‘Cultureel Venster’ van de Rotterdammer-bladen een uitstekend artikel afgedrukt, dat het werk van Horst Behrend te Berlijn met zijn groep ‘Die Vaganten’ betrof; er zijn in Duitsland verschillende uitstekende beroepsgroepen in dienst van de Evangelische kerk, bijv. te Lübeck, Mainz, Hamburg, Frankfurt en Neurenberg.
In Frankrijk bestaat sedert een jaar een centraal comité te Parijs, dat tracht te komen tot een overkoepelingsorgaan voor de vele reizende toneelgroepen, die Frankrijk op het ogenblik heeft, en die werkelijk een soort binnenlandse zending beoefenen in streken, waar niemand meer in de kerk komt. Zij geven de geschiedenis van Noach, van Job en van Jona weer, of beelden een gelijkenis uit. In Parijs verschijnt een uitstekend tijdschrift voor de jeugd: ‘Au Service du Maître’ (In dienst van de Meester), waarin ook een rubriek aan het toneel gewijd is. Pasteur Daniel Atger is in Frankrijk de man, die op dit gebied ongelooflijk veel tot stand brengt, en die iedere zomer de leiding heeft van het kamp voor dramatische kunst voor Fransen en Italianen te Agape in Italië. Hij voerde daar de laatste zomer met 35 jongens en meisjes een aangrijpend liturgisch spel ‘La Passion’ van A. Gréban op.
Het contact tussen de toneelleiders heeft bevorderd, dat de Engelse Religious Drama Society een reeds lang gekoesterd plan tot een internationale conferentie in juli 1955 kon verwezenlijken, daarbij finantieel gesteund door de Rockefeller Foundation. De genodigden tot deze conferentie, die te Oxford is gehouden, kwamen uit 11 verschillende landen en vertegenwoordigden alle Christelijke kerkgenootschappen.
Tijdens de besprekingen kwam vast te staan, dat er drie vormen van toneel zijn, die als middel van verkondiging en van opwekking tot zelfbezinning kunnen gelden:
1e het liturgische spel, dat in de kerk kan worden opgevoerd en waaraan de gemeente actief kan deelnemen. Hiertoe behoren die spelen, die een episode uit de bijbel letterlijk of in symbolische vorm weergeven en waarin de plaats van handeling de kerk kan zijn.
2e het profane toneelstuk, dat in de schouwburg wordt gespeeld, maar waarin de schrijver blijk geeft de problemen vanuit een christelijke levenshouding te zien.
3e het ‘shortplay’, kort spel, dat zonder décor op straat of in de cantine van een fabriek kan worden gespeeld; waarin de toeschouwer voor een vraag gesteld wordt, die hij naar zijn geweten moet beantwoorden.
De laatste categorie van spelen is zeer modern en is voornamelijk erop berekend buitenkerkelijk publiek te bereiken. Ter conferentie werd een prachtig voorbeeld van zo'n shortplay gegeven door ‘The New Pilgrims’