doordat men zich niet ontzien heeft de figuur van Christus op het doek te brengen. Aan het slot vinden we de gelieven, de Romeinse Christen Granger en Salomé Hayworth aandachtig luisterende naar de Bergrede, die begeleid wordt door vierstemmige koormuziek. Opvallend is daarbij het feit, dat in de grauwe massa het kleed des Heren en het gewaad van Salomé even OMO-wit zijn.
Ik geloof dat ieder verstandig mens kotsmisselijk wordt van deze stupide vertoning. Maar het is jammer, dat bioscopen zo veelvuldig bezocht worden door mensen die nooit misselijk worden.... Die op deze wijze, in dit milieu, met deze Christus in aanraking komen. Met een Christus, die reclame zou kunnen voeren voor een wasmiddel, met een Bergrede plus koormuziek. Dat is doodgewoon een belediging niet van de christenen alleen, maar in de voornaamste plaats van onze Heer en Heiland Zelf.
Ja, ik zou willen dat er nu eens een dominee opstond. Met een gewoon verstandig mens ben ik overigens ook al tevreden....
Er is nog een ander Hollywood. Ja zeker, het is er. Gelukkig.
Het is merkwaardig, dat een volk met zulk een wansmaak (en daarvan is Salomé heus niet het enige voorbeeld) ook films kan scheppen, die het summum van film-dramatisch kunnen en cinematografische vormgeving zijn.
Ik hoef hier alleen maar de verfilming van een aantal Amerikaanse toneelstukken te noemen: Glazen Speelgoed, Tramlijn Begeerte en De Dood van een Handelsreiziger. Ook deze rij is gegroeid. William Inge's Come back, little Sheba (M'n kleine Sheba, kom terug) is verfilmd en ik moet er direct bij zeggen, dat deze rolprent, althans technisch gezien, nog uitsteekt boven de hier eerder genoemde filmbewerkingen.
Het Amerikaanse drama staat op het ogenblik op een zeer hoog peil. De genoemde toneelstukken zijn er even zovele bewijzen van. Zeer opmerkelijk is de plaats die de droom in deze moderne dramatische literatuur inneemt. Het zou de moeite lonen dit opmerkelijke verschijnsel aan een nader onderzoek te onderwerpen, maar een dergelijke analyse gaat de grenzen van dit artikel ver te buiten (trouwens, eerlijk gezegd: ook mijn capaciteiten te boven).
Het is in zekere zin ook de droom, die een centrale plaats inneemt in dit stuk (en deze film) van Inge.
Nog een andere overeenkomst meen ik in de genoemde toneelspelen te mogen opmerken: de plaats van een dramatisch hoogtepunt, dat zo sterk is, dat het niet enkel de climax van het stuk is, maar eigenlijk het gehele drama in geconcentreerde vorm. De climax wordt niet alleen verklaarbaar uit het voorafgaande, het voorafgaande wordt eigenlijk ook pas ten volle begrijpelijk vanuit de climax.
Dit verschijnsel bergt gevaren in zich. Ongetwijfeld. Want de auteur komt in de verleiding al zijn kaarten in dit centrale punt van het stuk uit te spelen, zijn drama naar de sterke scène toe te schrijven, het voorspel enkel als aanloopje te gebruiken. Ik had de indruk tijdens het bijwonen