Ontmoeting. Jaargang 1(1946-1947)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 158] [p. 158] Willem Enzinck Een winternacht Zij had haar onschuld gelegd aan mijn àl-wetend donker en vóór er een woord was gezegd zeeg uit het peilloos geflonker der sterren de slaap licht en donker om haar, om mij, om de stilte van ons met niets dan het stage gegons van ons bloed, adem mond uit mond in, naar dat vage, dat suizeldiepe begin van een droom, die, ongekwetst bij het opkomend stedelijk geloei van de ochtend, in een sneeuwwitte bloei op de ruit stond geëtst. Vorige Volgende