Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 9(1909)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap Vorige Volgende [pagina 506] [p. 506] Oscar Six. Kom in mijn arme, Leg er u neer, Dat ik uw doode lichaam verwarme... Kom... O zoo knielde ik sinds in dien droom, En zoo stak ik de bevende handen Vertwijfelend uit naar dat bloedende hoofd, Naar die oogen die braken, die lippen die trilden, En beide mijn longen zij huilden zij gilden Moord! Moord! De kaarsen brandden; De gekruisigde hing met zijn armen open, En langs de muren kropen De paters in de duisternisse voort... Hebt gij die kroon gezien, die mijters, die geweeren, Dat paarsche koninkrijk met rookend bloed geverfd, Hebt gij die moordenaars gezien, die in den naam des Heeren Nog juichen als een martelaar aan hunne voeten sterft? O zoo hij nu eens weerekwam, Hij die van zoete liefde loech; Hij die geen kruis van eer, en ook Geen krone toch van goud en droeg; Hij die den blauwen mantel aan, En in de hand het ranke riet, Hen zegde ‘doet een ander nooit Wat gij niet wilt dat u geschiedt’! ‘En moordt niet, noch en hef het zwaard, En zoo men u ooit onrecht deed, [pagina 507] [p. 507] Doe goed en buig, want God bewaart, Al wie vergeeft en wie vergeet!’ O zoo hij nu eens weerekwam, En van den grond dat bloedend hoofd In beide zijne handen nam; O gij die in uw God geloofd, Wat zoudt gij zeggen als hij riep Dat zijne stemme wijd, Door kerken en paleizen drong O wees vermaledijd! Gevloekt hij die zijn broeder moordt En naar den tempel sluipt, En God aanbidt als 't bloed hem nog Van beide handen druipt! Kom aan mijn harte, Leg er u neer, Dat ik hyenas en raven tarte! Dat ik hen spuwe mijn walg in 't gelaat! Dat ik hen geesel met 't goddelijk woord! Dat ik met hen den Calvarie bestijge, En hooge daarboven een laatste maal hijge Moord! Dan komen de honden op handen en voeten Al jankende boven naar 't kruishout geslopen, En beide de armen naar 't zonnelicht open Zal Jezus hen stervende zegenen moeten; En gillen: o vader, mijn vader die tracht De zonde van Kaïn te weeren, Zij hebben, o vader, hun broeder vermoord In den heiligen name des Heeren! Vorige Volgende