Ons Erfdeel. Jaargang 48
(2005)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 635]
| |
Taal & cultuurDe verdieping van Nederland.
| |
[pagina 636]
| |
De beginminiatuur van het Beatrijshandschrift - Collectie Koninklijke Bibliotheek.
verbannen. Op 29 december 1954 werd in Nederland het Statuut van het Koninkrijk afgekondigd. Koningin Juliana zette haar handtekening onder dit document, dat een einde maakte aan de koloniale verhouding van Nederland met zijn overzeese gebiedsdelen. Met deze verklaring, ook te bezichtigen op de tentoonstelling, werd een tijdperk beëindigd. Naast het koloniale verleden, toont ‘De verdieping van Nederland’ ook heel wat documenten die in verband staan met de interne politieke geschiedenis van het land. Zo is de huwelijksoorkonde Van Nassau-Polanen het begin van de bestuurlijke band tussen de Nassaus en de Nederlanden die tot vandaag voortbestaat. De oorkonde bevestigt het huwelijk van de uit een Duitse grafelijke familie afkomstige Engelbert van Nassau met zijn schatrijke bruid Johanna van Polanen. Misschien wel het meest tot de verbeelding sprekende document van de tentoonstelling bevat de resoluties van van de Staten-Generaal van 10 juli 1584. In de marge van de notulen staan de ‘officiële’ laatste woorden van Willem van Oranje genoteerd. Hij werd eerder die dag neergeschoten door de fanatieke katholiek Balthasar Gerards. Net voor hij stierf zou hij gezegd hebben: ‘Mon dien ayez pitie de mon ame, mon dien ayez pitie de ce pauvre peuple’. In de lopende tekst van de resoluties werd dat vertaald als ‘Mijn God ontfermpt u mijnder ende uwer arme ghemeijnte’. Het geboortekaartje van de huidige Nederlandse Staat werd zestig jaar later geschreven. Met de Vrede van Munster (1648) kwam een eind aan de Tachtigjarige Oorlog van de Nederlanden tegen Spanje en werden de landsgrenzen van Nederland bepaald. Het kistje dat de ratificatie bewaart, staat helemaal achteraan opgesteld in een schrijn, als was het het heiligste der heiligen. Bijna driehonderd jaar later, op 7 augustus 1945, maken de Nederlandse kranten melding van een nieuw historisch feit. De Amerikanen hebben voor het eerst in de geschiedenis een atoombom gebruikt. Niet zonder enige instemmende trots citeert Het Parool de Amerikaanse president Truman: ‘Met deze bom hebben wij een nieuw en revolutionair element van vernieling toegevoegd aan de toenemende kracht van onze gewapende strijdmachten.’ Een revolutionair element van vernieling. Zo staat het er. De schaamte kwam later als een boemerang terug. Ook de literatuur krijgt heel wat aandacht op ‘De verdieping van Nederland’. Zo kun je er het enige handschrift bekijken dat ons de Middelnederlandse Beatrijslegende overlevert. Zonder dit handschrift, een afschrift uit 1374, hadden we geen weet gehad van dit prachtige verhaal over liefde, deemoed en vergeving. De letter V, waarmee de beroemde eerste regel van de Beatrijs begint (‘Van dichten comt mi cleine bate’), is ingekleurd en versierd met een tekening van Beatrijs, die knielt voor Maria met Christus op haar arm. Beatrijs ziet er grauw en nederig uit. Maria's blauw-rode gewaad geeft haar de luister van een koningin. De literatuur uit de Gouden Eeuw is eveneens vertegenwoordigd. In het Album Amicorum van de rector van de Latijnse school van Amsterdam, Jacob Heyblocq, lezen we een speciaal voor hem geschreven sonnet van Joost van den Vondel. In een andere vitrinekast ligt het handschrift van Constantijn Huygens' Hofwijck. Ook het zeldzaamste boek uit de twintigste-eeuwse Nederlandse literatuur wordt getoond. Van de bundel Naenia van P.C. Boutens werden in 1903 slechts twaalf exemplaren gedrukt. Het exemplaar uit de collectie van de KB dat hier getoond wordt, was van Boutens zelf en werd eigenhandig en kleurig versierd door Jan Toorop. | |
[pagina 637]
| |
Wat naast al die literaire, historische en politieke documenten echter de meeste indruk maakt, zijn de prachtig getekende en verluchte handschriften en drukken, waarvan sommige erg kostbaar zijn. Het oudste object van de tentoonstelling, het Evangeliarium van Egmond, geschreven tussen 875 en 975 in Reims, bevat de oudste afbeeldingen, onbeholpen en wat onhandig getekend, van Nederlandse mensen en gebouwen. Het vijfhonderd jaar jongere Remissorium Philippi van Pieter van Renesse (ca. 1450) is een meesterwerk op het vlak van de miniatuurkunst. Dit register bevat een opsomming van de documenten van de graven van Holland. Het boek is uitgebreid verlucht met miniaturen en tekeningen van tal van hoge edelen en ambtenaren uit de omgeving van hertog Filips de Goede. Een goede dertig jaar later maakte Bernhard von Breydenbach samen met de Utrechtse kunstenaar Erhard Rewich een bedevaart van Mainz naar Jeruzalem. Onderweg maakten ze notities en schetsen. In 1486 verschijnt de eerste uitgave van hun Peregrinatio in Terram Sanctam, ‘pelgrimstocht naar het Heilig Land’. Het is het oudst bekende geïllustreerde reisverslag. De tekeningen, waaronder een gezicht op een nog steeds herkenbaar Venetië, zijn ronduit verbluffend en prachtig ingekleurd. Zo mogelijk nog kostbaarder is de Atlas Maior van Joan Blaeu. Hij dateert van ca. 1660. De atlas bevat ca. 600 kaarten en 3.000 bladzijden tekst. Een ongekleurde versie kostte 350 gulden, een gekleurde 450. Het boek was alleen voor de allerrijksten bereikbaar. Dat laatste geldt ook voor De Nederlandsche vogelen van Cornelis Nozemann en Christiaan Sepp. Het boek verscheen in vijf delen tussen 1770 en 1829 en behandelt 250 inheemse vogelsoorten die uitgebreid beschreven en afgebeeld worden. De oorspronkelijke prijs bedroeg omgerekend zo'n 525 euro, en daarmee is dit boek relatief gezien een van de duurste Nederlandse publicaties ooit. Maar sinds maart 2005 zijn al deze onbetaalbare parafernalia dus voor iedereen bereikbaar op ‘De verdieping van Nederland’. ‘De verdieping’ bevat, naast de vaste opstelling, ook enkele vitrinekasten die gereserveerd zijn voor wisselende exposities. De tentoonstelling is permanent en gratis te bezoeken op de eerste verdieping van het KB-complex vlakbij het Centraal Station van Den Haag. In een hedendaagse, aantrekkelijke presentatie worden de topstukken in vitrinekastjes uitgestald. Bij elk stuk hoort een aanraakscherm waarop je beknopte maar heldere informatie krijgt over het getoonde object. Helaas is die informatie vooralsnog alleen in het Nederlands beschikbaar. Soms kun je via dat scherm ook door het boek bladeren, en af en toe zijn er zelfs quizjes voorzien, zodat kinderen zich niet zullen vervelen tussen al die ‘saaie’ boeken. ‘De verdieping van Nederland’ is, kortom, een uiterst zinvol initiatief. Je hoeft niet meer te wachten op een canon om Nederland een geheugen te geven. Bart van der Straeten ‘De verdieping van Nederland’, Prins Willem-Alexanderhof, Postbus 90407, NL-2509 LK Den Haag, tel. + 31(0)70 314.03.10 of + 31(0)70 331.54.00, fax + 31(0)70 314.04.98, info@deverdiepingvannederland.nl, www.deverdiepingvannederland.nl. |
|