laatste drie romans volgend jaar in het Italiaans verschijnen. Gelukkig werden La scoperta del cielo, La procedura en Siegfried door de Milanese uitgever Rizzoli gepromoot met een heerlijk onbescheiden folder over ‘de grootste Hollandse schrijver van onze tijd’.
Maar de enige Nederlandse auteur die in mei de voorpagina haalde van een Italiaanse krant was Anne Frank, met een vertaling van haar pas opgedoken dagboekbladen. Dat mag geen reden tot teleurstelling zijn: op internationaal vlak moeten onze nog levende (en ook dode) literatoren het altijd afleggen tegen het meisje van de Prinsengracht. Belangrijker is de aanwezigheid op het literaire veld en het afrekenen met een aantal wijdverbreide misverstanden. Zo merkte Alessandra Orsi, recensente bij La Stampa, op dat de kennismaking met het werk van bv. Bart Moeyaert en Arnon Grunberg haar indruk over de Nederlandse letteren - ‘somber, droevig en vol ongelukkige mensen’ - heeft gewijzigd. Rome is niet in één dag gebouwd en Italië is niet in vijf dagen te veroveren. Of zoals Tom Lanoye het met kennis van de natuur verwoordde: ‘Dit soort initiatieven werkt volgens de spermatozoïdenmethode. Je schiet met heel veel, en dan blijft er altijd wel iets hangen’.
In het kader van het internationale cultuurbeleid van de Vlaamse regering heeft Minister van Cultuur Bert Anciaux een aantal nieuwe accenten gelegd. Een aspect daarvan is het project ‘Het goede nabuurschap’, dat bestaat uit een reeks van culturele uitwisselingsprogramma's met de aangrenzende regio's. Zo worden o.a. via het Festival van Vlaanderen de banden met Zeeuws-Vlaanderen nauwer aangetrokken. Van 2002 tot 2004 wordt er gewerkt aan een samenwerkingsverband tussen Vlaanderen en Nord-Pas-de-Calais. Ankerpunten voor deze ‘la Belle Flamande’ zijn Brugge en Rijsel, resp. in 2002 en 2004 ‘Culturele Hoofdstad van Europa’. Er wordt dus gestreefd naar ‘bilaterale partnerschappen’. Het vroegere systeem met culturele ambassadeurs werd geschrapt, maar de uitgenodigde Vlaamse kunstenaars of gezelschappen blijven wel ondersteund voor hun buitenlandse presentaties.
In 2001 en 2002 is de blik gericht naar het oosten, met een multidisciplinaire uitwisseling tussen Vlaanderen en Nordrhein-Westfalen. Tot 9 december 2001 ontvangen de Duitse buren de Vlaamse cultuur, en in 2002 is Vlaanderen de gastheer van Nordrhein-Westfalen. Naast spektakel is er ook plaats voor reflectie: de dans- en theatervoorstellingen van o.a. Rosas, Dito'Dito en Het Paleis in Düsseldorf kregen op 1 juni een staartje in een debat over ‘Szene Flandern’, een kritische vergelijking tussen de situatie van het theater in Vlaanderen en in Nordrhein-Westfalen.
Ook film, muziek, literatuur en beeldende kunsten kwamen aan bod. En op 29 september had in Düsseldorf de conferentie ‘Toleranz und Vielfalt’ plaats: 500 Vlaamse en Duitse scholieren beraadden zich daar op ludieke manier over de multiculturele maatschappij.
Klompen, windmolens, tulpen, nederwiet... ze bepalen nog steeds de buitenlandse perceptie van Nederland. En ook, iets minder oppervlakkig: de schilderijen van Rembrandt en Vermeer. Over het leven van de eerste is heel wat bekend. Zijn productiviteit is indrukwekkend. Maar Vermeer? Er zijn nauwelijks biografisch gegevens en slechts 35 aan hem toegeschreven schilderijen. Niettemin groeide de Delftse meester uit tot een kunsthistorisch en cultureel icoon.
Mysterie schept ruimte voor fantasie. Het gebrek aan informatie over Vermeer maakt van zijn leven en werk dankbare onderwerpen voor romanschrijvers. In Girl with the Pearl Earring speculeert Tracy Chevalier over het huishouden van Vermeer in de jaren zestig van de 17e eeuw. Zij observeert de huiselijke spanningen tussen de schilder, zijn immer zwangere echtgenote, zijn schoonmoeder en een zestienjarig dienstmeisje dat model staat voor het beroemde schilderij uit de titel, ook wel eens de Nederlandse Mona Lisa genoemd.
Meisje in Hyacinthblauw van Susan Vreeland is dan weer een reis door het verleden om de oorsprong te achterhalen van de 36e Vermeer. Via acht onderling verbonden verhalen en een aantal opeenvolgende eigenaars komen we terecht bij het onderwerp van dat imaginaire doek, nl. Vermeers dochter Magdalena. Onderweg doorheen de tijd wordt ook de veranderlijke waarde en betekenis van kunst duidelijk.
Ook Katherine Weber verzint een Vermeer.