Nederlandse taal- en cultuurpolitiek
Nederlandse taal en cultuur in het buitenland
De derde ICNS-conferentie te Ann Arbor (VS)
Het is eigenlijk een vreemde gewaarwording om in het midwesten van Amerika een bijeenkomst van bijna honderd academici bij te wonen, die zich drie of vier dagen bezighouden met de cultuur van de Lage Landen. Waar komen die mensen allemaal vandaan en waarom houden zij zich eigenlijk bezig met zulke esoterische onderwerpen, die naast research en onderwijs nota bene ook actuele vraagstukken omvatten, zoals Nederlandse en Vlaamse Nobelprijskandidaten en de bevordering van ‘artists-inresidence’ projecten? Dit is het werk van de ‘American Association of Netherlandic Studies’ (AANS), een dynamische vereniging hoofdzakelijk bestaande uit Amerikaanse hoogleraren en docenten die zich verdiepen in het onderwijs en onderzoek van de Nederlandse cultuur in de breedste zin van het woord. De vereniging telt ongeveer 250 leden; het bestuur bestaat uit tien mensen van tien Amerikaanse universiteiten, die vaak duizenden kilometers van elkaar afliggen; desondanks vergadert dit bestuur twee maal per jaar. Het beleid is in handen van een dagelijks bestuur (de z.g. Executive Council) bestaande uit: drs. Anton Broos (University of Michigan, Ann Arbor); prof. dr. Margriet Lacey, redacteur van het Nieuwsblad (North Dakota State University); prof. dr. Walter Lagerwey, penningmeester (Calvin College); prof. dr. Raymond Wakefield, secretaris (University of Minnesota); en prof. dr. Johan Snapper, president (University of California, Berkeley).
Sinds 1982 sponsort de AANS iedere twee jaar een interdisciplinaire conferentie, de z.g. Interdisciplinary Conference on Netherlandic Studies (ICNS), die van 12 t/m 14 juni 1986 aan de University of Michigan te Ann Arbor plaatsvond. Organisator van de derde ICNS was drs. Ton Broos.
In alle opzichten was deze conferentie weer een groot succes. Meer dan honderd leden waren ingeschreven en meer dan vijftig deelnemers. Het programma was dan ook overvol: iedere dag van negen uur 's morgens tot vijf uur 's middags werden lezingen gehouden; 's avonds vonden extra evenementen plaats. Er waren negen lezingen over Nederlandse literatuur (van Vondel tot Reve), negen over aspecten van Nederlandse en Vlaamse geschiedenis (van kroegen- tot kerktocht), acht papers over de Nederlandse taalkunde (met provocerende titels als Mistress of Many: How Dutch was Grammatically Stripped en What's a Dummy like You Doing as a Subject?), vier voordrachten over kunstgeschiedenis en één paper over de ontwikkeling van de muziek in de Lage Landen. En dat allemaal in het Engels, want meer dan de helft van de deelnemers spreekt geen Nederlands.
Traditiegetrouw nodigt het AANS-bestuur op iedere ICNSconferentie twee Nederlandse en twee Vlaamse sprekers uit. Dit jaar waren het de professoren Piet Buynsters van de Katholieke Universiteit te Nijmegen, Wim Klooster van de Universiteit van Amsterdam, Hugo Brems van de Katholieke Universiteit in Leuven en Roland Willemyns van de Vrije Universiteit te Brussel. Andere niet-Amerikaanse deelnemers waren naast diverse Canadese sprekers, de dichter Arie van den Berg (de huidige writer-inresidence te Ann Arbor), Kester Freriks (writer-in-residence in Minneapolis) en Hans C. ten Berge; de violist Jaap Schröder; de historicus Frits van Holthoon (Universiteit van Groningen); Jo Daan en Henriëtte Schatz van het P.J. Meertens Instituut; Kees Snoek (Djakarta); en Augustus Veenendaal (Rijkscommissie Vaderlandse Geschiedenis).
Enkele hoogtepunten van de conferentie van dit jaar verdienen vermelding: het concert van Jaap Schröder (viool) en Elaine Thornburgh (klavecimbel); de animatiefilmtentoonstelling georganiseerd door Ton Broos; de pamfletten- en karikaturententoonstelling van de Patriotten en