de eks-Notekraker/muziekprovo Peter Schat zijn symfonische eersteling, een soort verzoeningsgebaar zou men kunnen zeggen.
De afwijzing van het serialisme in de jaren zeventig voerde de komponist naar een interval-sturing die hij voor het eerst toepaste in Canto General en ook weer in deze symfonie betrok. In deze sturing worden de tonen langs wat de komponist ‘tonikaliserende oktaafpunten’ noemt gestuurd, te vergelijken met de om planeten rondslingerende ruimtesondes. Een koherente ‘atonikaliteit’ (tonaal en atonaal vindt Schat de verkeerde woorden) is één, een direkt op de emoties werkende Mahler-Berg-‘gevaarte’ twéé.
Welnu, de symfonie werkt, komt over, met name in het tweede deel, een Adagio molto, con gran espressione, in de vorm van tema met drie variaties, te weten het kinderliedje Groen als gras, groen als gras onder mijne voeten, 'k heb verloren beste vriend, 'k zal hem zoeken moeten: verloren is de Romantiek en die heeft Schat inderdaad gevonden. Hier, in dit adagio.
Ernst Vermeulen.