Ons Erfdeel. Jaargang 10
(1966-1967)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 22]
| |
(foto Jean Mil en A.M.V.C. - Antwepen)
| |
[pagina 23]
| |
andré demedts 60 jaar
| |
[pagina 24]
| |
mogelijk werd. Het avontuur dat ieder tijdschrift, en dus ook Ons Erfdeel, is, kon beginnen. Nederlanders en Afrikaners traden toe tot de redaktie, de Nederrijn werd vertegenwoordigd en het onhandige begin kreeg vastere vorm. André Demedts bleef de voornaamste raadsman.
Niemand, en ik allerminst, had een vermoeden van wat het tijdschrift kon worden. Eén ding is zeker: Ons Erfdeel zou er nooit geweest zijn indien André Demedts er niet was geweest, indien hij niet het ongetwijfeld al te ontstuimig idealisme van een groep jonge Nederlandstaligen in een zinvolle richting had weten te leiden.
Dit mocht in dit eerste nummer van de 10e jaargang van Ons Erfdeel niet ontbreken. De zestigste verjaardag van André Demedts, die op 8 augustus 1906 werd geboren, gaf me daartoe een unieke gelegenheid.
●
De inspirerende rol die André Demedts voor dit tijdschrift heeft gespeeld, kan typerend worden genoemd voor zijn werkmetode als mens en kultuurpolitikus. Uitgaande van deze door mij persoonlijk beleefde ervaring, valt het niet moeilijk een aantal belangwekkende initiatieven en realisaties aan te wijzen waarin André Demedts een aktief aandeel had. In alles wat Demedts als kultuurpolitikus nastreeft, herkent men de mens die een innerlijke weerzin heeft voor holle leuzen en ronkende formuleringen. ‘Ik heb mij altijd van de dwepers afgekeerd met hun hol klinkend geschreeuw.’Ga naar eind(3) Hij houdt niet van de zogenaamde ‘principiëlen’ die zich aan woorden en leuzen vastklampen en alle zin voor de realiteit verliezen, want hij weet dat zij door hun uitzichtloos geteoretiseer de bestaande kansen - die er altijd geweest zijn en er altijd zullen zijn - verzuimen. Deze weerzin voor ‘de valse patetiek, het geschreeuw en de gemeenplaatsen’Ga naar eind(3) van hen die geen voeling hebben met de konkrete realiteit en zo vaak onenigheid en verwarring hebben veroorzaakt in de taal- en kultuurpolitieke beweging in de Nederlanden, betekent allerminst dat André Demedts geen belang zou hechten aan een duidelijk geformuleerde en goed gefundeerde Nederlandse overtuiging. Demedts weet heel goed uit de ervaring dat het soms van meer realiteitszin getuigt de wantoestanden te benaderen met een uitvoerbaar initiatief, dan met een vurige, goedbedoelde, maar verder waardeloze aanklacht. Deze metode - die eigenlijk meer een manier van zijn is bij Demedts dan een metode - levert voortdurend het bewijs dat ze in onze wereld van ontgrenzing de enig houdbare is geworden.
Vriendelijk en open, maar koppig en overtuigd, idealistisch en grenzeloos onbaatzuchtig, maar met een skrupuleuze aandacht en waardering voor de kleinste realisatie die de verdediging en verspreiding van onze Nederlandse kultuur bevordert, heeft Demedts sedert enkele decennia een reusachtige aktiviteit ontplooid. Toen hij op 25 juli 1948, samen met Luc Verbeke en enkele vrienden en hierin aangemoedigd en geholpen door Stijn Streuvels, de éérste Frans-Vlaamse kultuurdag organiseerde te Waregem, was dit reeds de vrucht van een overtuiging, die hiermee konkrete vorm kreeg en die haar wortel had in een ervaring | |
[pagina 25]
| |
van de twaalfjarige knaap Demedts, die op de ouderlijke hoeve in 1918 voor het eerst door het kontakt met een Frans soldaat die onze taal sprak, tot het besef kwam dat ook in het Noorden van Frankrijk onze taal werd gesproken.Ga naar eind(1) Deze jeugdervaring heeft Demedts tot een blijvend inzicht gevormd door persoonlijke studie en kontakten. Na de Tweede Wereldoorlog, in een periode toen de ontreddering in de Vlaamse Beweging in België en Frans-Vlaanderen algemeen was, heeft Demedts door zijn konkrete belangstelling voor Frans-Vlaanderen nieuwe hoop en vertrouwen gewekt.
Tijdens de talloze ontmoetingen en gesprekken die ik in de loop van de voorbije tien jaar met André Demedts mocht hebben, heb ik hem nooit een overmoedig woord horen zeggen i.v.m. Frans-Vlaanderen of de Nederlandse Beweging in het algemeen. Meer dan om het even wie wéét hij dat het voor de Nederlandse kultuur vijf voor twaalf is in Frans-Vlaanderen, dat geteoretiseer geen enkel uitzicht biedt en dat alleen een konkrete aktie - desnoods met heel beperkte middelen gevoerd - het tij uiteindelijk zal kunnen doen keren. Vrijwel alles wat sedert twintig jaar voor Frans-Vlaanderen wordt ondernomen werd direkt of indirekt door André Demedts - en samen met hem door Luc Verbeke - geïnspireerd en aangemoedigd. Zonder een leider te willen zijn, is hij de wijze raadsman en inspirator geworden, de onbaatzuchtige, geduldige, beminnelijke voorman in een aktie die de optimisten op de vlucht jaagt, maar de pessimisten die zich niet als wereldvreemde kinderen aanstellen, niet afschrikt. Demedts' ideaal, zich in deze aktie overbodig te maken omdat anderen het evengoed als hij zouden doen, staat nog veraf. Van meetaf heeft Demedts in de kwestie Frans-Vlaanderen aangestuurd op een intense samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen en op een volstrekte eerbiediging van het Frans staatsburgerschap van de Frans-Vlamingen. De jongste tijd vinden zijn ideeën steeds meer gehoor bij officiële Nederlandse en Belgische instanties, die uiteindelijk door diplomatiek overleg de grootste barrières die een heropleving van onze taal en kultuur in Frans-Vlaanderen in de weg staan, zullen moeten opruimen.
Over de 11e Frans-Vlaamse kultuurdag te Breda op 17 april 1966, waarop vertegenwoordigers van Nederlands belangrijkste politieke partijen een voorzichtig, maar positief standpunt gingen innemen ten opzichte van een meer aktieve Nederlandse kultuurpolitiek, speciaal met het oog op Frans-Vlaanderen, was hij zichtbaar opgetogen. Deze Noordnederlanders zijn biezonder knap, zei hij, we moeten ze op hun niveau overtuigen, niet met een stortvloed van woorden, maar met de nuchtere feiten. Eenmaal overtuigd van de redelijkheid van onze aktie, zullen zij hardnekkige verdedigers ervan worden. De enormiteiten die men nog al te vaak in de Nederlandse pers i.v.m. de Vlaamse Beweging in het algemeen leest, zijn uitsluitend het gevolg van een zeer betreurenswaardige onwetendheid, die wij met alle middelen de wereld uit moeten krijgen.
●
Naast André Demedts' belangstelling en persoonlijk engagement voor het zorgengenkind Frans-Vlaanderen, is er zijn waardering en bewondering voor Nederland, | |
[pagina 26]
| |
die eveneens dateert uit zijn kinderjaren en zijn omgeving en die hij ook van zijn vader - die een ontwikkeld en Nederlandsbewust man was - heeft meegekregenGa naar eind(3). Zijn inspirerende aktiviteiten in het ‘Algemeen Nederlands Verbond’, dat hij de laatste jaren met steeds groeiender sukses voor Frans-Vlaanderen heeft weten te interesseren, en zijn rusteloos streven om samen met de Noordnederlanders onze kultuur uit te dragen en te verdedigen waar het moet, is daarvan de konkrete vormgeving.
●
Als Vlaming zet Demedts zich volledig in voor de Nederlandse kultuur in België. In de ‘Kultuurraad voor Vlaanderen’, de ‘Koninklijke Vlaamse Akademie’, het ‘Christelijk Vlaamse Kunstenaarsverbond’ met zijn tijdschrift ‘Vlaanderen’ en de B.R.T.-West-Vlaanderen waarvan hij sedert jaren direkteur is, heeft Demedts als inspirator en man van de daad altijd de bloei en de verdediging van de in België tot op vandaag de dag bedreigd gebleven Nederlandse kultuur nagestreefd. Tijdens een huldigingGa naar eind(4) n.a.v. zijn zestigste verjaardag verklaarde Gaby Gyselen terecht ‘Demedts is een hele drukkingsgroep waard.’
Ondanks zijn hoge funkties en verantwoordelijkheden blijft Demedts met beide voeten op de grond. Hij verliest nooit het kontakt met de gewone Vlaamse mens en heeft door zijn duizenden voordrachten - dit cijfer is allerminst overdreven - over Vlaamse en Nederlandse Beweging, over Frans-Vlaanderen, Nederland en Zuid-Afrika een enorme invloed uitgeoefend in Vlaanderen en Nederland. Zijn wijs en begeesterend woord werd voor velen het begin van een vernieuwd inzicht, waarvoor men ook praktisch iets wil gaan doen. Want Demedts spreekt altijd vanuit een Nederlandse overtuiging die uit de bestaande situaties het maksimum probeert te halen voor onze taal en kultuur. Demedts stelt zijn Nederlandse overtuiging boven kleine politieke intriges en desnoods tegen allen en iedereen in blijft hij ze trouw. Dat men door zo'n handelwijze in een land als België allerminst zichzelf dient, heeft Demedts reeds meer dan eens moeten ervaren. Zijn sociale verbondenheid met de gewone Vlaamse mens heeft hem gespaard voor patetiek en onbillijk ekstremisme. ‘Een jarenlange innige en trouwe vriendschap met arbeiders en kleine boeren heeft in mij misprijzen gewekt voor iedere vorm van gemakzucht, onverantwoordelijkheid en ploerterij. Het is een geschenk waarvoor ik hun dankbaar zal blijven tot in de dood. Met ongenadige helderheid van blik doorkeken zij alle schijn en voorwending.’Ga naar eind(3). Demedts is blijven denken en werken in funktie van de levende, Vlaamse mens, die door een volledige gelijkberechtiging van de Nederlandse kultuur in België ten zeerste is gediend. Hij heeft altijd geweigerd zich bij een programma aan te sluiten waarin de mens niet op de eerste plaats stond.
●
Dat André Demedts tenslotte, ondanks alles, interesse en simpatie voor de Afrikaanssprekenden is blijven behouden en dat hij zich tot op vandaag de dag | |
[pagina 27]
| |
inzet voor een innige kulturele samenwerking met het kultuurverwante volk in Zuid-Afrika, ligt geheel in de lijn van zijn Nederlandse overtuiging. Hij werkt geregeld mee aan Afrikaanstalige tijdschriften, heeft Zuid-Afrika bereisd en brengt hiervan verslag uit in talrijke essays, artikels en voordrachten.
●
Alles wat André Demedts in de loop der jaren voor onze Nederlandse kultuur in de breedste zin heeft weten te realiseren, kon in het bestek van dit beknopt artikel niet aan de orde komen. Zijn betekenis als literator viel vanzelfsprekend buiten deze opzet. Dat Demedts een moeilijk te overschatten persoonlijke invloed heeft gehad op velen die tans op een of andere manier verantwoordelijkheid dragen en op hun beurt ijveren voor de verdediging en de bloei van de Nederlandse kultuur, en dat hij ook bij de gewone volksmens een gezonder zelfbewustzijn heeft weten aan te wakkeren, zal wel niemand die kennis heeft van zijn vele aktiviteiten op dat gebied kunnen tegenspreken.
Wat André Demedts in zijn biografie over de aristokratische en demokratische Vlaming Hugo Verriest heeft geschreven, kan zonder overdrijving over hem worden gezegd: ‘Hij heeft vooral het beste deel van zijn gaven aan de opbeuring van zijn volk geschonken. (...) Hij heeft door zijn lessen en raadgevingen de richting uitgestippeld. (...) Aan iedereen schonk hij vertrouwen en verantwoordelijkheid. Hij schiep een atmosfeer van oprechtheid en waarheid om hem heen.’Ga naar eind(5).
Hiermee is het laatste woord over de kultuurpolitieke betekenis van de zestigjarige André Demedts nog lang niet gezegd. Demedts zal aan de trouw niet verzaken. |
|